‘In de startblokken moet je de controle loslaten’
Mark Tuitert (45) is voormalig langebaanschaatser. Hij schreef meerdere boeken over de levenslessen van stoïcijnse filosofen, zoals Marcus Aurelius.

‘Een uur voor de wedstrijd bouwt de spanning zich op. Je voert een interne strijd tussen de druk die je op je eigen schouders legt en de kalmte die je nodig hebt om te presteren. Zodra je naar de start geroepen wordt, valt dat allemaal weg: je emoties, gedachtes, de resultaten waarop je gericht bent. Het enige waar je je op concentreert is het startschot. Dat laatste moment, het moment waarop je wacht op het startsein, voelt heel contra-intuïtief. Om daar te komen heb je namelijk controle moeten houden: hard trainen, jezelf dingen ontzeggen, discipline. Maar in de startblokken moet je die controle loslaten en je overgeven aan het moment.
Hoe je dat doet? Door vertrouwen te hebben in jezelf, in de training. Je moet erop vertrouwen dat jouw lichaam weet wat je moet doen. Uit het denkproces stappen dus. Het slechtste moment om filosofie te bedrijven is vlak voor het startschot.
Terwijl je wacht op het startschot, ben je een soort pijl die in een boog gespannen wordt. Je probeert rustig te staan, niet verkrampt. De spanning in je lichaam houd je op een losse manier vast. Het enige wat je doet is je gehoor openzetten en zodra het startschot gaat, laat je de pijl los.
Het draait er dus niet om sneller te reageren dan je tegenstander: over je tegenstander heb je geen controle. Je moet in contact staan met je lijf en het ijs – je bent één met het ijs. Je moet bedenken dat je volle gewicht op een heel dun ijzertje staat dat ín het ijs staat. Met je schaatsen aan je voeten voel je elke millimeter van hoe je ijzer door het ijs beweegt. Je zit als het ware zelf in het ijs.’
‘In een andere stad kon ik mezelf opnieuw uitvinden’
Ella Simon (19) is in september begonnen met de studie Psychologie in Amsterdam.

‘Ik heb net een tussenjaar achter de rug en een half jaar als au pair in Parijs gewoond. Ik wilde de taal leren en grote steden vind ik leuk, dus ik dacht: ik ga het gewoon proberen. In Groningen, waar ik ben opgegroeid, voel ik me vaak bekeken, terwijl iedereen gewoon zijn ding doet in een grote stad. Ik voel me daar veel vrijer.
De mensen die ik leerde kennen in Parijs wisten helemaal niks over me. Ik kon er met een schone lei beginnen. Het was niet alsof ik met een geheel nieuwe persoonlijkheid wakker werd, maar ik kon mezelf opnieuw uitvinden. Het gekke was dat het voelde alsof ik erg was veranderd – ik had allemaal nieuwe dingen meegemaakt en ik was veel zelfstandiger geworden – maar terug in Groningen vond ik mezelf juist weer erg lijken op wie ik vroeger was. Door dezelfde mensen te zien als vroeger, viel ik terug in mijn oude routine.
Ik ben nu net begonnen aan mijn studie Psychologie in Amsterdam. Dat is natuurlijk spannend: ik weet niet goed wat ik kan verwachten, hoe het is om in Amsterdam te wonen, of wat voor soort mensen bij de studie rondlopen. Toch lijken mijn ouders zich meer zorgen te maken dan ik. Ze denken dat je alles van tevoren moet regelen en plannen. Ik vind dat wel confronterend, zou ik misschien meer moeten nadenken over sommige zaken? Ik snap wel dat ze zich ermee bemoeien, maar soms denk ik: laat het me gewoon zelf uitzoeken.
Veel van mijn vrienden zijn in Groningen gebleven om te studeren – dat is de standaard route als je hier naar school bent gegaan. Maar ik dacht: ik ken het hier wel. Ik ga liever naar een nieuwe plek, ook als dat betekent dat mijn vrienden niet meegaan. Als je dan toch met een nieuw leven begint, kan je het net zo goed helemaal opnieuw beginnen.’
‘De wereld is constant aan het groeien, evolueren en transformeren’
Li-fan Lee (38) is promovendus filosofie aan Universiteit Leiden. Zijn onderzoek richt zich op Nietzsche en klassieke Chinese filosofie. Hij verhuisde van Taiwan naar Nederland.

‘Het heette de Zonnebloembeweging: in 2014 waren er in Taiwan grote studentenprotesten die streden voor onafhankelijkheid van het Chinese vasteland. Veel van mijn collega’s en vrienden waren aanhangers van de anti-China-beweging. Ik kon me niet helemaal vinden in die ideeën, ik vond ze niet constructief. Ik heb toen mijn zorgen en kritiek online geuit – hoe naïef. Het zorgde ervoor dat de meesten van mijn vrienden zich tegen mij keerden, alsof ik Taiwan verraden had, alsof ik in het geheim samenwerkte met de Chinese Communistische Partij.
Dat was een grote shock. Het was mijn eerste ervaring met hoe emotioneel en lichamelijk politiek kon zijn. Een tijd lang trok ik me terug om te reflecteren: wat is de rol van emotie in de politiek? Wat betekent nationale identiteit? Deze ervaring bracht me uiteindelijk naar de filosofie.
Ik wilde naar Leiden gaan om politieke filosofie te studeren bij een hoogleraar die mij enorm inspireerde. Helaas overleed hij voordat ik met hem in contact kon komen. Ik ben toen alsnog naar Leiden gekomen en kwam in aanraking met interculturele filosofie. Ik heb de Chinese filosofie herontdekt – iets wat ik nooit had verwacht. Opnieuw beginnen betekent jezelf openhouden voor alle mogelijkheden.
In het Boek der veranderingen, een klassieke tekst uit de Chinese filosofie, staat dat de wereld geen begin en geen eind heeft; er is geen doel waar de wereld naartoe aan het evolueren is. Dat betekent niet dat de wereld altijd hetzelfde blijft. Alles interacteert met elkaar en al die interacties zijn mogelijkheden voor een nieuw begin. De wereld, inclusief wijzelf, is aan het groeien, evolueren en transformeren. Er is dus geen duidelijk einde dat een nieuw begin inluidt, er zijn constant nieuwe beginnings. Verhuizen naar Nederland en in contact komen met nieuwe perspectieven, mensen en een andere omgeving zorgde ervoor dat ik in mezelf onontdekte mogelijkheden kon herkennen en ontwikkelen. Het was een kans om mijn eigen nieuwe beginnings binnen te halen.’
‘Je draagt het begin van een ander in je’
Rodante van der Waal (33) is vroedvrouw en filosoof, en zelf zwanger. In oktober verschijnt haar boek Baas in eigen buik. Een essay over reproductieve rechtvaardigheid.

‘We sluiten de gordijnen zodat de ruimte donker is – afgezonderd van de wereld. De tijd verloopt niet meer via de klok, maar volgens de weeën die elke drie minuten komen. Er ontstaat een nieuw ritme, het ritme van geboorte.
Als vroedvrouw verlies je net zo goed het gevoel voor tijd, omdat je opgaat in het ritmische karakter van de weeën. Tegelijkertijd doe je, als alles goed gaat, eigenlijk niet zo veel. De kunst van de vroedvrouw is om zo min mogelijk in te grijpen; je bent getuige van hoe het proces van de bevalling zich ontvouwt en probeert dat met respect te bewaken. Drinking tea intelligently, noemen de Engelsen het. Het is een waakzame aanwezigheid, waarbij je probeert aan te voelen hoeveel steun de vrouw nodig heeft, of ze lijdt, of alles goed gaat, maar eigenlijk drink je alleen maar een kopje thee en laat je het proces zich voltrekken. Een klassiek beeld is van de breiende vroedvrouw, dat waren oudere vrouwen die vroeger rustig in een hoekje zaten te breien. Dat straalt uit dat er geen gevaar is, zodat het lichaam haar werk kan doen.
Het bijzondere aan de geboorte is dat je het begin van een ander in je draagt, maar dat het ook een nieuw begin is voor jezelf. Veel vrouwen spreken over hun bevalling als een ervaring van zelfverlies. Je verdwijnt in het ritme van de baring, terwijl een nieuw mens zich aandient. Filosoof Julia Kristeva zegt dat de bevalling een scheiding is over twee identiteiten. Andere theoretici zien het niet als een scheiding, maar alsof je jezelf uitbreidt over twee personen. Dat proces verandert je diepgaand. Omdat deze gebeurtenis zo ingrijpend is, is het belangrijk dat het voelt als je eigen ervaring, waarbij je niet overgenomen wordt door medische protocollen. Er is weinig zo betekenisvol als baren: je zet je kind op de wereld en wordt zelf moeder. Het is een meervoudig beginnen.’
