Home Politiek ‘Niets is zo schadelijk voor de politiek als een partij, dacht Simone Weil’
Politiek Rechtvaardigheid

‘Niets is zo schadelijk voor de politiek als een partij, dacht Simone Weil’

Simone Weil schreef een radicale aanklacht tegen de partijpolitiek. Heeft ze gelijk? Een dubbelinterview met Alicja Gescinska en Daan Roovers.

Door Marnix Verplancke op 13 november 2023

Simone Weil filosoof politiek zonder partijen partij partijpolitiek beeld Wikimedia

Simone Weil schreef een radicale aanklacht tegen de partijpolitiek. Heeft ze gelijk? Een dubbelinterview met Alicja Gescinska en Daan Roovers.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

‘Iedereen vindt het normaal dat je het op verschillende punten oneens bent met de man of vrouw met wie je je leven deelt,’ zegt de Vlaamse filosoof Alicja Gescinska (1981). ‘Maar o wee als je voor een bepaalde politieke partij in het parlement zit en er een afwijkende mening op na durft te houden, of het eens durft te zijn met het standpunt van een andere partij. Dan kun je gaan. Politieke partijen eisen een onmenselijke loyaliteit van hun verkozenen, inclusief de onoprechte leugenachtigheid waarbij je als verkozene uitspraken moet doen louter omdat de partij het eist, en niet omdat je er zelf achter staat. Dat Simone Weil dat aankaart kun je toch alleen maar positief vinden?’

In haar essay Politiek zonder partijen, dat recent in Nederlandse vertaling verscheen, laat Simone Weil (1909-1943) er geen twijfel over bestaan. Politieke partijen zijn niet bezig rechtvaardigheid te stimuleren of het algemeen belang na te streven. Integendeel, ze komen alleen op voor hun eigen belang, groei en imago, en zijn hierin totalitair van aard. Ze eisen trouw en conformisme van hun leden en verkozenen en leiden tot onverschilligheid bij de bevolking, die de partijen als een obstakel ervaren tussen zichzelf en de politieke praktijk. ‘Twee zetels meer is een succesverhaal,’ merkt Gescinska op. ‘Wat er nadien met die zetels gebeurt en wie ze inneemt, doet er niet toe.’ Gescinka vertaalde het essay van Weil, verzorgde een korte biografie, en schreef een repliek op het essay. Gescinska deed zelf politieke ervaring op toen ze tijdens de Europese verkiezingen van 2019 opkwam voor de Vlaamse liberale partij Open VLD.

Ideologische ongerijmdheid

‘In Nederland valt politiek opportunisme nog wel mee,’ relativeert filosoof Daan Roovers (1970), sinds half juni lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks-PvdA. ‘Ik heb nog nooit het gevoel gehad dat ik iets niet zou kunnen zeggen. Maar je gaat als politicus wel een voorzichtigere houding aannemen. Als ik een blunder bega compromitteer ik niet alleen mezelf, maar ook de partij. Stel je voor dat mijn uitspraak de partij twee zetels kost. Daar denk je wel eens over na. Ook toen ik Denker des Vaderlands was had ik een publieke verantwoordelijkheid. Maar nu er een verkiezingscampagne aankomt merk je dat de regie wat strakker wordt. Je krijgt te horen welke zaken voor de partij het belangrijkst zijn, wat impliceert dat je niet te veel over andere onderwerpen moet praten. Als ik op social media uitspraken zou doen die recht tegen de partijlijn ingingen, zou ik wel commentaar krijgen.’

‘De partijdiscipline die Weil beschrijft bestaat dus wel degelijk en afwijkende meningen worden vaak niet geapprecieerd,’ voegt Roovers er nog aan toe. ‘Dat wij tweeëntwintig fracties hebben in de Tweede Kamer is daar ongetwijfeld een gevolg van. Wanneer mensen het niet eens zijn met bepaalde standpunten van de partij voelen ze zich vaak genoodzaakt eruit te stappen en alleen door te gaan.’ Het is een inzicht dat Gescinska volop deelt. ‘Ik geef les in het Verenigd Koninkrijk,’ vertelt ze, ‘waar je in feite maar twee echte politieke stromingen hebt, de Conservatieven en Labour. Daarbinnen vind je allerhande meningen terug. Je hebt linkse Tories en rechtse socialisten, en dat levert geen grote problemen op, terwijl hier het idee alleen al dat je groene en rechtse liberalen in één partij zou verenigen klinkt als ideologische ongerijmdheid.’

Verraad

Deze ideologische onverzoenbaarheid is vooral de schuld van de media, denken beide filosofen. ‘Wanneer je als politicus iets afwijkends durft te zeggen, krijg je meteen een journalist aan de lijn die je confronteert met een partijlid met een andere boodschap,’ aldus Gescinska. ‘Hoe rijm je die twee met elkaar, is dan de vraag, “Zien we hier een conflict?” In plaats van er het positieve van te benadrukken en het moedig te vinden. Een andere mening kan immers ook gezien worden als het begin van een debat en niet alleen als verraad.’ 

‘Als filosoof werd ik vroeger ook tijdens interviews heel anders benaderd dan nu,’ pikt Roovers daar meteen op in. ‘Zo is er een radioprogramma waar ik regelmatig te gast ben en waar ik altijd aangekondigd werd als filosoof. Ik kreeg daar toen vragen als: hoe moeten we hier over denken? Of wat vind je daarvan? De laatste drie maanden word ik aangekondigd als politicus en krijg ik vragen als: “Wat deed Jesse Klaver in dat gangetje met die mevrouw van de ChristenUnie?” of “Uw nieuwe politieke leider Frans Timmermans schijnt heel ijdel te zijn, klopt dat?” Wat moet ik daarop zeggen? Ik kende de man op dat moment amper. Maar vooral: wat een onbenullige vraag… Op een bepaald moment hield ik het niet meer en zei ik ronduit dat ik al jaren in het programma zat, maar dat ik nog nooit zulke stomme vragen had gekregen. Verder dan kniehoogte kwamen ze niet.’

Tetris spelen

Wellicht het meest waardevolle idee dat Weil aandraagt, menen zowel Gescinska en Roovers, is dat partijpolitiek leidt tot onverschilligheid bij de burger. Die voelt zich niet betrokken, terwijl hij dat juist wel zou moeten zijn. ‘We kunnen de politiek niet bekritiseren zonder onszelf te bekritiseren,’ zegt Gescinska in dit verband. ‘Wij als Belgen, Nederlanders of Europeanen hebben die politiek gekozen. Als Amerika Trump kiest, moet het dat Trump niet verwijten, maar zichzelf. Wij maken onze politiek zelf, en zolang we dat niet durven erkennen zullen we niet vooruit gaan. Cynisch zijn is makkelijk. Lui achterover gaan liggen en Tetris spelen op je mobiel is echt de oplossing niet.’

Even tussendoor… Meer lezen over Simone Weil en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

‘Precies,’ zegt Roovers. ‘Verworteling, een ander boek van Weil, gaat over de wijze waarop mensen vervreemd kunnen raken van de samenleving. Voor Nederland, waar boeren zich niet meer herkennen in de politieke besluitvorming, is dat heel relevant. Democratie geeft niet alleen rechten aan mensen, maar ook plichten. Je moet als burger aandacht hebben voor de politiek. Ik heb mijn maidenspeech voor de Eerste Kamer besloten met de uitspraak van Hannah Arendt dat politiek te belangrijk is om over te laten aan politici. Wat een gekke uitspraak, zeiden mijn collega-politici nadien, maar mijn betoog ging over het correctief bindend referendum en dus over de vraag of we de bevolking een noodrem geven wanneer ze het niet eens is met bepaalde wetgeving. Met Arendt hield ik daar een pleidooi voor. Ik vind immers dat een democratie terecht inzet eist van de burgers. Politiek draait niet om tweehonderd mensen in Den Haag, die vraagt betrokkenheid van ons allemaal.’

Gezonde vruchten

Zowel Roovers als Gescinska voelen dus veel sympathie voor Weils analyse van politieke partijen, alleen vinden ze haar veel te streng. ‘Weil is gewoon te pessimistisch,’ zegt Roovers. ‘Op het moment dat je twee mensen met elkaar laat praten is er volgens Weil al minstens een niet meer vrij. Zo raak je natuurlijk nergens. Het partijprogramma van GroenLinks-PvdA beslaat honderd pagina’s. Zelf had ik die ook niet alle honderd precies zo geschreven, maar als ik het eens ben met tachtig ervan, kom ik al een heel eind. Weil ziet democratie als iets instrumenteels, ten dienste van de waarheid of de rechtvaardigheid. Alleen weet ik niet of we het nog wel eens worden over wat die precies inhouden. Voor mij is democratie op zich waardevol, omdat iedereen evenveel te vertellen heeft in dat systeem.’

De oplossing die Weil aanreikt, het afschaffen van politieke partijen, is volgens Gescinska ook niet wenselijk of haalbaar: ‘Aan een zieke boom groeien geen gezonde vruchten, schrijft Weil, dus hak je die beter om. Nee, denk ik dan, haal er een boomdokter bij, en misschien kun je die boom wel redden door een paar takken af te zagen. Een parlement van individuen lijkt me moeilijk. Je kan geen politicus zijn in het luchtledige. Je hebt een achterban nodig. Wanneer je die hebt, zit je met een politieke partij, aldus Weil, en dan ben je corrupt. Alleen wie het licht heeft gezien en daarnaar leeft, is volgens haar goed bezig. Terwijl ik juist bang ben voor politici die denken het licht gezien te hebben.’

Politiek zonder partijen

Politiek zonder partijen
Simone Weil en Alicja Gescinska
Davidsfonds
96 blz.
€ 14,99