‘Ik ben een wereldburger,’ antwoordde de Griekse wijsgeer Diogenes de Cynicus op de vraag waar hij vandaan kwam. Met deze anekdote opent de Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum haar boek De kosmopolitische traditie. Een nobel maar onvolkomen ideaal. Diogenes, stelt ze, is de vader van het kosmopolitisme omdat hij weigerde zich te definiëren aan de hand van zijn afkomst, klasse of geslacht. Zo legde hij de nadruk op wat alle mensen met elkaar delen in plaats van wat ons van elkaar scheidt. Volgens Nussbaum is het zeker in deze tijden van polarisatie en conflict aantrekkelijk om deze gedachtelijn te volgen. Maar het kosmopolitisme heeft ook een schaduwzijde, stelt ze. Haar boek is daarom een ‘correctie’ op dit eeuwenoude ideaal.
Even tussendoor… Meer lezen over Martha Nussbaum en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Zou u net als Diogenes zeggen dat u een wereldburger bent?
‘Aangezien ik in mijn boek stevige kritiek lever op het kosmopolitisme, zal het niemand verbazen als ik daar “nee” op antwoord. In ieder geval denk ik niet dat politiek gebaseerd moet zijn op het idee dat verplichtingen naar de mensheid wereldwijd belangrijker zijn dan alle andere banden en verplichtingen. Ten eerste miskennen we hiermee het belang van de natiestaat – de grootste politieke organisatievorm die verantwoording aflegt aan haar burgers en hun stem vertegenwoordigt. Ik pleit dus niet voor een soort wereldburgerschap dat natiestaten overbodig maakt. Ten tweede is het kosmopolitisme een vorm van humanisme waarin menselijke waardigheid centraal staat; de traditie houdt geen rekening met onze plicht om dieren en de natuur te beschermen.’
Een andere tekortkoming die u noemt is dat het kosmopolitisme menselijke waardigheid niet verbindt aan de materiële condities waarin mensen leven. Maar armoede en honger kunnen de menselijke waardigheid volgens u wel degelijk ondermijnen. Wat stelt u voor om deze tekortkoming te verhelpen?
‘Mijn benadering, die ik in eerdere boeken heb ontwikkeld, is gebaseerd op bescherming en ontwikkeling van capabilities – menselijke vermogens of capaciteiten. Ik stel dat er bepaalde kernvermogens zijn die de menselijke waardigheid waarborgen, zoals het vermogen gezond te blijven, je eigen keuzes te maken, sociale en emotionele banden aan te gaan en invloed op je omgeving uit te oefenen. De natiestaten moeten die kernvermogens en hun materiële voorwaarden beschermen, door bijvoorbeeld goede gezondheidszorg te bieden. Daarnaast zouden natiestaten zich moeten inzetten om dierenrechten te beschermen. Als alle natiestaten deze zaken intern realiseren, kan er een kosmopolitische wereldgemeenschap ontstaan die – in navolging van Immanuel Kant – niet uit één wereldstaat bestaat, maar uit een wereldfederatie van staten.’
U legt ook nadruk op de gedeelde kwetsbaarheid en onderlinge afhankelijkheid van alle levende wezens. Spelen daarom niet alleen vermogens, maar ook onvermogens een rol in uw benadering?
‘Vermogens geven ons de ruimte om te kiezen hoe we ons leven willen leiden. Het onvermogen om dat te doen willen we uiteraard voorkomen. Veel onvermogens zijn onderling met elkaar verbonden. Als vrouwen worden onderworpen aan huiselijk geweld, bijvoorbeeld, dan schaadt dit hun gezondheid, hun lichamelijke integriteit, hun vermogen om aan het openbare leven deel te nemen, en dus hun vrijheid om hun eigen leven te leiden. Voor dieren is milieuvervuiling en vernietiging van hun habitat op vele manieren schadelijk.’
In uw werk benadrukt u de rol van emoties in politiek; de politiek kan volgens u niet louter redelijk zijn. Kan de kosmopolitische traditie een basis bieden voor politieke emoties?
‘Ik wijs een scherpe tegenstelling tussen emoties en redelijkheid af. Emoties zijn namelijk ook een vorm van denken. Ik denk niet dat de kosmopolitische traditie een basis biedt voor noodzakelijke politieke emoties, maar mijn eigen benadering wel; emotionele ontwikkeling is één van de vermogens waar ik aandacht aan schenk.’
Wat zou een kosmopolitische reactie zijn op de oorlog in Oekraïne?
‘Deze oorlog laat zien waarom het kosmopolitisme moreel bankroet is – juist de natiestaten doen er in dit conflict toe. Het Oekraïense volk claimt met recht zijn eigen soevereiniteit; de Oekraïners willen de manier van leven die ze gekozen hebben behouden. Europa en de Verenigde Staten hebben hun roep om hulp in de strijd tegen tirannie moedig beantwoord. Hopelijk versterken ze daarbij ook hun eigen naties in hun vermogen om hun eigen regeringsvorm te kiezen. Kosmopolitisme geeft niets om natiestaten, en het maakt evenmin uit of je wordt geregeerd door een democratisch verkozen regering of een tiran. Kosmopolitische denkers hebben geen reden om tegen Poetins tirannie te vechten. Ze zouden het zelfs met Poetin eens kunnen zijn dat een heropleving van het Russische rijk het menselijk welzijn kan vergroten.’
De kosmopolitische traditie. Een nobel maar onvolkomen ideaal
Martha C. Nussbaum
Querido
344 blz.
€ 29,99