Home Praktische filosofie Marianne Scheeper: ‘Denk vanuit meerdere perspectieven tegelijk’
Filosoferen met kinderen Leiderschap Mens en techniek Praktische filosofie

Marianne Scheeper: ‘Denk vanuit meerdere perspectieven tegelijk’

We zien twijfel vaak als iets verkeerds, zegt filosoof Marianne Scheeper. ‘Terwijl daar juist de interessantste overwegingen uit voortkomen.’

Door Djuna Spreksel op 26 januari 2024

Marianne Scheeper Praktische filosofie denk vanuit meerdere perspectieven tegelijk beeld Tessa Posthuma de Boer

We zien twijfel vaak als iets verkeerds, zegt filosoof Marianne Scheeper. ‘Terwijl daar juist de interessantste overwegingen uit voortkomen.’

FM 2 Filosofie Magazine Friedrich Nietzsche Tim Fransen Wat hebben we nu aan de peptalk van Nietzsche
02-2024 Filosofie magazine Lees het magazine

Kijk eens, jullie zijn al aan het filosoferen, zegt organisatie- en kinderfilosoof Marianne Scheeper (1969) met regelmaat zo’n vijftien minuten nadat ze een nieuwe groep voor haar neus heeft. Er kan aanvankelijk weerstand zijn, vertelt ze, zowel bij scholieren als bij volwassenen. De enige groep waarbij dat nauwelijks het geval is, zijn jonge kinderen. ‘Die zijn vaak nieuwsgierig, omdat ze iets anders gaan doen. Tieners en volwassenen vinden dat soms spannend: ze weten niet waar ze aan toe zijn en willen meer weten over het proces.’

Scheeper, die al ruim tien jaar filosofeert met verschillende groepen mensen – kleuters, scholieren, studenten, werkenden – weet inmiddels dat ervaren wat je eigenlijk doet wanneer je aan het filosoferen bent van groot belang is. ‘Filosoferen heeft soms een wat stoffig imago. En het gaat niet om het vinden van één goed antwoord, maar om het gesprek zelf, wat onwennig kan zijn. Op een theoretisch niveau uitleggen wat filosoferen is, helpt daar niet altijd bij. Daarom begin ik meestal gewoon.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Uitleggen wat filosofie is, heeft niet veel zin – ik begin gewoon’

Hoe doe je dat, beginnen met filosoferen? Scheeper neemt altijd iets mee wat aanvankelijk niet zoveel met filosofie te maken lijkt te hebben, vertelt ze, zoals een foto. Op een van de afbeeldingen die ze weleens gebruikt zijn een mens, een snelweg, een meer en een bos te zien. De foto is technisch bewerkt, waardoor het water doorloopt in de snelweg. Er ontstaat daardoor iets geheel nieuws: een man zwemt in water, terwijl dat water tegelijkertijd een snelweg is. Scheeper: ‘Dan stel ik bijvoorbeeld de vraag: wat is op deze foto natuur? Daar komen allerlei verschillende antwoorden op. Je ziet dat zelfs mensen die achteroverleunen met hun armen over elkaar het niet kunnen laten. De radertjes gaan gewoon draaien. Aan de hand van hun antwoorden stel ik nieuwe vragen, en vaak hebben we het uiteindelijk over wat er om ons heen natuur is, en wat cultuur, en wat de waarde daarvan is. Dan zijn ze aan het filosoferen.’

Het is Scheepers werkwijze in een notendop: grote, open vragen (wat is de dood?) gericht, klein en concreet maken (kan de dood ook mooi zijn?). Vanuit daar kun je weer naar de grote vragen toe bewegen, vertelt ze. Door ze eerst klein te maken, komt het onderwerp dichter bij de leefwereld van de deelnemers.

Pionier

Anders dan veel van haar vakgenoten heeft Scheeper nooit filosofie aan de universiteit gestudeerd. Ze is opgeleid als communicatiemanager, maar begon ­‘onbehagen’ te voelen toen ze eenmaal aan het werk was. ‘Ik kreeg last van ­moral distress: in het contact met klanten liep ik tegen ethische grenzen aan. Als ik dat aankaartte, gebeurde er vervolgens weinig mee omdat het beleid nu eenmaal op een bepaalde manier vormgegeven was. Op een gegeven moment werd het onbehagen zo groot, dat ik besloot het roer om te gooien.’

Scheeper kwam per toeval de opleiding Filosoferen met kinderen en jongeren van de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) in Leusden tegen, en dacht: dit is iets voor mij. Nadat ze die opleiding had afgerond, ging ze aan de slag als zelfstandig kinderfilosoof. Destijds was er veel minder aandacht voor zowel kinder- als organisatiefilosofie, vertelt ze. Glimlachend: ‘Ik heb me altijd een pionier gevoeld, iemand die graag onontgonnen terrein verkent.’

Na een tijdje merkte Scheeper dat ze weliswaar de techniek van het filosoferen met kinderen onder de knie had, maar de onderliggende theoretische kennis miste. Ze besloot de bachelor toegepaste filosofie aan de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie in Utrecht te gaan doen. Scheeper rondde haar bachelor af met een onderzoek naar digitaal leiderschap, en is nu bezig met de master. Daarnaast filosofeert ze dus met groepen van jong tot oud, en geeft ze op scholen lessen burgerschap en mediawijsheid. In 2021 richtte ze samen met Christianne Verheugd de Week van de Kinderfilosofie op, waarvan afgelopen april de derde editie plaatsvond.

Ethische kwesties rond digitaal leiderschap verkennen is ook pionierswerk, zegt Scheeper. ‘We kunnen de gevolgen van digitalisering en van digitale innovaties vaak nauwelijks overzien. En ze gaan razendsnel. Het is een grote uitdaging om dan toch stil te staan en kritische vragen te stellen: gaat het nog steeds de kant op die we willen? Welk doel hebben we voor ogen? En welke waarden komen daarbij in het geding? Hebben we ons voldoende verplaatst in alle betrokken partijen?’

Dat laatste noemt Scheeper ‘perspectivistische lenigheid’: het vermogen om je te verplaatsen in de belevingswereld van een ander, of dat nu een klasgenootje is of een belanghebbende partij binnen een project. Volgens Scheeper is dit bij uitstek een vaardigheid die je al op jonge leeftijd kunt leren, bijvoorbeeld door samen te filosoferen. ‘Je leert dat er verschillende zienswijzen bestaan naast die van jou, en dat dat niet erg is.’

Brugbediening

Bij digitaal leiderschap, zegt Scheeper, betekent perspectivistische lenigheid: digitale vraagstukken benaderen vanuit verschillende perspectieven. Om tot een oplossing van een probleem te komen is het van belang om de botsende belangen en waarden van de verschillende betrokken partijen mee te nemen.

Bij digitalisering en digitale innovaties komen vaak ogenschijnlijk tegenstrijdige waarden bovendrijven, vertelt ze, zoals privacy en veiligheid. Beveiligingscamera’s en automatiseringssystemen moeten bijvoorbeeld de veiligheid waarborgen, maar kunnen ervoor zorgen dat privacy – het recht op eerbiediging van de persoonlijke sfeer – onder druk komt te staan.

‘Waar de een veiligheid ziet, wordt een ander onzeker’

Hoe daarmee om te gaan? Scheeper: ‘Allereerst is het van belang de tijd te nemen om te onderzoeken: wat verstaan verschillende partijen onder veiligheid? Voor een projectmanager bij de overheid die de leiding heeft over de automatisering van brugbediening is het feit dat het openen en sluiten van bruggen automatisch gaat het summum van veiligheid – er is immers minder kans op menselijke fouten. Maar bewoners rondom zo’n brug denken misschien wel: dat voelt helemaal niet veilig, want de menselijke maat is verdwenen uit het proces.’

Waar de een veiligheid ziet, wordt de ander onzeker, zegt Scheeper. Kritisch denken betekent voor haar dat al die verschillende perspectieven worden meegenomen. Het doel is om alle waarden evenveel recht te doen. ‘Dat zal niet altijd helemaal lukken, maar het helpt enorm wanneer mensen in leidinggevende functies hier vooraf rekening mee houden en bij elke stap in het proces met partijen op hun waarden blijven reflecteren.’

Twijfelkaarten

De lessen mediawijsheid die Scheeper geeft op scholen zijn ook gericht op snelle (digitale) ontwikkelingen en innovaties. Daarbij gaat het over de vraag wat die ontwikkelingen betekenen in relatie tot waarden als vriendschap, waarheidsvinding en privacy. Wat kinderen op internet doen blijft voor ouders vaak grotendeels onzichtbaar, zegt Scheeper, wat betekent dat kinderen al op jonge leeftijd zelf beslissingen moeten nemen. Bijvoorbeeld over wat ze wel of niet op het internet van zichzelf laten zien.

De snelle ontwikkeling van de digitale wereld kunnen volwassenen ook vaak niet bijhouden. Daardoor is het voor kinderen niet altijd duidelijk naar wie ze toe moeten als ze ergens mee zitten dat betrekking heeft tot het digitale domein – anders dan wanneer ze bijvoorbeeld pijn hebben, of ruzie met een klasgenootje. Scheeper: ‘Kinderen die nietsvermoedend terechtkomen op een pornosite, bijvoorbeeld door een ongelukkige zoekterm, denken dat ze dat zelf veroorzaakt hebben en schamen zich. Ze vertellen het daarom vaak niet aan hun ouders, terwijl het juist belangrijk is om het erover te hebben, want ze hebben het wél gezien.’

Overal waar sprake is van snelle technologische en digitale innovaties zijn reflectie en kritisch nadenken van belang, benadrukt Scheeper. Toch ontbreekt die cruciale reflectie nogal eens. Dat komt volgens haar onder meer doordat we twijfel en niet-weten vaak als iets verkeerds zien. Hetzelfde geldt voor fouten maken: al op jonge leeftijd leren we dat er goede en verkeerde antwoorden bestaan.

Dat merkt Scheeper ook in de groepen waarmee ze filosofeert. Zowel kinderen als volwassenen zijn in eerste instantie vaak bezig met of ze wel het goede antwoord geven. ‘Daarom werk ik vaak met ja-, nee- en twijfelkaarten. Als ik een vraag stel, mogen ze een van de drie kaarten omhooghouden. Als iemand de twijfelkaart omhooghoudt, laat ik diegene uitgebreid aan het woord. Daar komen vaak de interessantste, meest filosofische overwegingen uit voort.’

Ook laat Scheeper jongeren en volwassenen een ‘cv der mislukkingen’ maken, geïnspireerd op een project van onder anderen filosoof Stine Jensen voor de VPRO. Daarbij vraagt Scheeper hen na te denken over de fouten die zij menen te hebben gemaakt. ‘Eerst laat ik mijn eigen cv der mislukkingen zien, waarop bijvoorbeeld een uitstapje naar de interieurwereld staat. Dat bleek een misser te zijn, want het was niets voor mij. Maar het is niet “fout” geweest, want ik heb er veel van geleerd. Vervolgens hebben we het klassikaal over die zogenaamde fouten, en over wat we ervan opgestoken hebben voor de toekomst. Reflecteren op fouten en op wat je ervan hebt geleerd maakt ze waardevol in plaats van iets wat er niet mag zijn.’

Ieder mens filosofeert op zijn eigen manier, ervaart Scheeper. Daarom geeft ze vrijwel nooit beurten, maar laat ze iedereen reageren op het moment dat zij dat zelf willen. Die verschillende manieren van filosoferen worden bijvoorbeeld zichtbaar als Scheeper kinderen twee keer dezelfde auto laat tekenen, een van twintig jaar geleden en een van nu.

Scheeper: ‘De vraag daarbij is: wat aan deze auto is hetzelfde gebleven? Aan de hand daarvan filosoferen we over de vraag of iets tegelijkertijd hetzelfde kan blijven en kan veranderen. Veel kinderen beginnen gelijk met tekenen, maar er was een keer een jongetje dat niets tekende. Je zou dan kunnen denken: die doet niet mee. Maar toen ik hem vroeg hoe het ging, riep hij: “Ik weet het gewoon niet! Wat is nu hetzelfde gebleven en wat is anders?” Hij was dus druk bezig in zijn hoofd. Sommigen hebben wat langer nodig voordat ze iets zeggen. Als ze weten: straks krijg ik de beurt en dan moet ik een antwoord hebben, zijn ze vooral daarmee bezig. Daarom neem ik die barrière weg. Dan kun je vrij gaan denken.’