Volgens de Griekse filosoof Aristoteles is er niets zo gelukzalig als denken, zegt Gert-Jan van der Heiden, hoogleraar metafysica aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. ‘Aristoteles noemde de mens “het denkende dier”. De mens is allereerst op een dierlijke wijze op de werkelijkheid betrokken: we willen eten en ons voortplanten. Maar we hebben daarnaast nog een andere manier om ons tot de werkelijkheid te verhouden, waarbij we die al denkend proberen te begrijpen. Begrijpen en denken hebben voor Aristoteles alles met elkaar te maken. Met denken doorgronden we de werkelijkheid.’
Wat is het feit?
David, L., E. Vassena en E. Bijleveld (2024). ‘The unpleasantness of thinking: a meta-analytic review of the association between mental effort and negative affect.’ Psychological Bulletin 150, 9.
Vanuit de klassieke filosofie bekeken is het nogal opmerkelijk dat denken onaangenaam zou zijn, zoals dit onderzoek stelt. Die conclusie staat haaks op Aristoteles’ idee van denken als het wezen van de mens, zegt Van der Heiden. ‘Als iets je wezen is, moet je het juist ontplooien om de beste en meest gelukkige versie van jezelf te zijn.’ De onderzoekers spreken over ‘de pijn van diep nadenken’, maar daar heeft Van der Heiden geen ervaring mee. ‘Misschien komt dat idee van denken als iets onaangenaams voort uit hun beeld van denken. De onderzoekers beschrijven het als een mentale inspanning, als een taak waarvoor je een beloning krijgt. Maar als je zo over denken denkt, verlies je de ware aard ervan uit het oog. Zuiver denken is geen taak, het is juist helemaal vrij. Je doet het omwille van het denken zelf.’
Daarom konden ook filosofen die de werkelijkheid onaangenaam vonden veel plezier hebben in het nadenken over die werkelijkheid. Van der Heiden: ‘Bij iemand als Nietzsche spat het sardonische plezier van de pagina’s. Je voelt bij hem de levendigheid van het denken. Als je je ergens met grote interesse over buigt, bijvoorbeeld als je leest of schaakt, ervaar je het volstrekte tegendeel van saaiheid en verveling. Aristoteles noemt denken zelfs “deelnemen aan het goddelijke leven”. Er is voor hem niets heerlijker dan dat.’
Wie stelt kritische vragen?
Gert-Jan van der Heiden is hoogleraar metafysica aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zijn specialisatie is naast metafysica ook hermeneutiek, de studie van de interpretatie.