Ziel – betekenis
De ziel is het niet-materiële deel van een levend wezen en wordt door veel filosofen als de essentie van de mens beschouwd. Zij denken dat de geest en het bewustzijn zich daar bevinden.
Wat is een ziel?
De Griekse filosoof Pythagoras (ca. 570 v.Chr. – 500 v.Chr.) is de eerste denker die een onderscheid maakt tussen de immateriële ziel en het materiële lichaam. Volgens Pythagoras is de ziel onsterfelijk en verhuist deze na het overlijden naar een ander lichaam.
Wanneer treedt de ziel in je lichaam?
Plato (427 v.Chr. – 347 v.Chr.) denkt dat de ziel vanaf de geboorte in het lichaam treedt. Net als Pythagoras meent Plato dat de ziel en het lichaam van elkaar gescheiden zijn. Hij gelooft dat de ziel onderdeel is van de Ideeënwereld en dat het lichaam tot de zintuiglijke wereld behoort. Al voor onze geboorte heeft de ziel volgens Plato kennis opgedaan in de Ideeënwereld. Deze Ideeën zijn vanaf de geboorte sluimerend aanwezig en moeten volgens Plato gereactiveerd worden als een vergeten herinnering. Dit noemt hij ‘anamnese’.
Even tussendoor …
Meer lezen over Plato, Pythagoras en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Interactieprobleem
Ook de Franse filosoof René Descartes (1596-1650) gelooft in dit dualisme tussen ziel en lichaam. Hij benadrukt dat de ziel onstoffelijk is, terwijl het lichaam juist wel uit materie bestaat. Dit leidt tot het zogeheten interactieprobleem: hoe kunnen lichaam en ziel interacteren, als het ene stoffelijk is en het andere onstoffelijk? Descartes lost dit probleem op door te stellen dat de ziel en het lichaam in de pijnappelklier bij elkaar komen.
Materialisme
De Franse arts en filosoof Julien Offray de Lamettrie (1709-1751) geeft ook een antwoord op het interactieprobleem. In tegenstelling tot Descartes stelt De Lamettrie dat het onmogelijk is voor een immateriële ziel om het materiële lichaam te beïnvloeden. Sterker nog: de ziel bestaat helemaal niet. Al onze geestelijke ervaringen komen volgens De Lamettrie voort uit onze materiële hersenen.
