Home Leven in een langgerekt nu
Identiteit Tijd

Leven in een langgerekt nu

Verstop jezelf niet in het verleden of in de toekomst, spoort afzwaaiend Denker des Vaderlands Paul van Tongeren aan.

Door Marli Huijer op 24 februari 2023

tijd klok vrouw Beeld Matt Seymour

Verstop jezelf niet in het verleden of in de toekomst, spoort afzwaaiend Denker des Vaderlands Paul van Tongeren aan.

FM3 2023 cover
03-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Wie ben ik? Al zeker sinds Socrates buigen denkers zich over het zelf, dat we sinds de moderniteit het ‘ik’ noemen. Steeds komt de tijd daarbij ter sprake, want met het verstrijken ervan worden we een ander mens. Toch kunnen we door achteruit en vooruit te kijken continuïteit creëren in wie we zijn. Al levend schrijven we een biografie, die verleden, heden en toekomst met elkaar verbindt.

Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief en lees meer over de filosofie van de tijd:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

In het alledaagse leven is het helaas maar al te verleidelijk om ons op het verleden of op de toekomst te richten en geen aandacht aan het heden te besteden. Wat doet de afwezigheid van de tegenwoordige tijd met wie we zijn en hoe we leven? Kunnen we door over de tijd na te denken tot andere keuzes komen? Die vragen stelt Paul van Tongeren, Denker des Vaderlands en emeritus hoogleraar wijsgerige ethiek, in zijn essay Identi-tijd. De publicatie is onderdeel van de serie ‘Nieuw licht’, waarin hedendaagse denkers zich opnieuw op klassiekers uit de filosofie bezinnen.

Verstrooiing

Dit keer is de klassieker in kwestie Of/Of. Een levensfragment (1843) van de Deense filosoof Søren Kierkegaard. Van Tongeren richt zich op een fragment uit de tekst, waarin een jury besluit van wie het lege graf is dat volgens de inscriptie toebehoort aan ‘de ongelukkigste’. Is het van diegene die enkel in het verleden of in de toekomst leeft? Of van degene die het verleden wil vergeten en niets van de toekomst verwacht? De keuze valt uiteindelijk op een laatste, vage figuur, die rusteloos verstrooiing zoekt in een zinloze poging om de dood uit te stellen.

Ongeluk staat gelijk aan afwezig zijn

Ongeluk komt zo gelijk te staan aan afwezig zijn. Van Tongeren spreekt over een ‘pathogene’ manier van omgaan met onze tijdelijkheid. Zijn remedie is om de aandacht in het heden uit te strekken naar het verleden en de toekomst. Dat idee van de uitgestrektheid van de aandacht of de geest, de distentio animi, ontleent hij aan Augustinus (354-430). In zijn Belijdenissen dicht Augustinus de menselijke geest het vermogen toe om zich naar het verleden en de toekomst uit te strekken en deze tijden, hoewel afwezig, in het heden present te stellen.

Volgens Van Tongeren biedt het zich uitstrekken in de tijd zicht op ons levensverhaal, waarvan we zowel auteur als onderwerp zijn. De keuzes die we in de uitgestrektheid maken, zijn bepalend voor ons verhaal en daarmee voor onze identiteit. Om te illustreren hoe ons denken en handelen vanuit de uitgestrektheid eruit kunnen zien, neemt Van Tongeren het slavernijverleden als voorbeeld. De nazaten van tot slaaf gemaakten en slavenhouders kunnen de keuze maken om in dat verleden te blijven hangen of de herinnering eraan weg te poetsen. Maar ze kunnen het verleden ook op zo’n manier in het heden aanwezig stellen dat het hoop biedt voor de toekomst.

Pijlsnel

Je kunt tegenwerpen dat Van Tongeren wel heel makkelijk meegaat in de metafoor van de uitgestrektheid die Augustinus en ook Kierkegaard inbrengen. Die metafoor geeft een eendimensionaal beeld van de tijd: als een pijl die vanuit het verleden door het heden naar de toekomst vliegt. Die metafoor laat geen ruimte voor mogelijkheden die uit het niets ontstaan. ‘Alle mogelijkheden die we hebben zijn bepaald door aanleg en omstandigheden,’ aldus Van Tongeren.

Filosoof Hannah Arendt (1906-1975), die op Augustinus promoveerde, zet daar in Tussen verleden en toekomst een tweedimensionaal beeld naast. Zij ziet de mens ingeklemd tussen een kracht uit het verleden die naar voren duwt en een kracht uit de toekomst die naar achteren duwt. Maar anders dan bij Van Tongeren kan de mens omhoogspringen en zo aan de uitgestrektheid van de tijd ontglippen. In die sprong brengt hij iets nieuws tot stand, wat eerder niet bestond. Dat maken van een nieuw begin ontleent Arendt aan wat Augustinus in De stad van God schreef: ‘Opdat er een begin zij, werd de mens geschapen.’

Aan de kwaliteit van het essay van Van Tongeren doet deze tegenwerping niets af. Het is een vlot geschreven, zeer goed leesbare tekst, die getuigt van grote kennis van filosofen die over de tijd hebben nagedacht. Het enige minpuntje is dat het boek als een nachtkaars uitgaat en je je aan het einde verbaasd afvraagt waar de ongelukkigste van Kierkegaard is gebleven.

Identi-tijd
Paul van Tongeren
Prometheus
112 blz.
€ 16,99