Filosofie is makkelijker als je denkt
In ‘Filosofie is makkelijker als je denkt’ helpen we je in vier stappen op weg in het zelf leren denken. Dit keer: wat is schoonheid?
‘Over smaak valt wél te twisten’
De dooddoener dat over smaak niet te twisten valt beneemt je doorgaans alle lust en enthousiasme om wél te laten zien waarom jij denkt dat iets smakeloos is, of juist bijzonder mooi. Gelukkig hebben filosofen zich er niet door laten weerhouden om onder woorden te brengen wat schoonheid nu echt is.
De filosofie die zich met kwesties van smaak bezighoudt wordt ook wel esthetica genoemd, afgeleid van het Griekse aisthesis, dat ‘zintuiglijke waarneming’ betekent. De filosofie van het schone gaat dus niet alleen over kijken, maar ook over proeven, ruiken, voelen en luisteren. Dat is een belangrijk vertrekpunt om vat te krijgen op het schone: als we iets mooi noemen, hebben we het niet alleen over wát we waarnemen, maar vooral over hóé we waarnemen.
Deze benadering geeft meteen wapens in handen om een andere veelgehoorde dooddoener mee te lijf te gaan: de opmerking dat je nichtje van drie dit schilderij ook had kunnen maken.
Dat een afbeelding niet lijkt op hoe iets er in werkelijkheid uitziet zegt immers nog niets over hoe die onze zintuigen beroert. Kunst wordt in deze opvatting dan verward met een technische vaardigheid.
Van Plato (447-327 v.Chr.) wordt gezegd dat hij geen kunstliefhebber was omdat hij kunst een inferieure nabootsing vond van de werkelijkheid. Maar dan zien we over het hoofd dat Plato lyrisch was over het werk van Homerus en zelf ook een groot literator was. Toch heeft deze opvatting over Plato veel invloed gehad en ervoor gezorgd dat nabootsing lange tijd een esthetisch criterium is geweest.
Een belangrijke doorbraak in de esthetica kwam van Immanuel Kant (1724-1804). Hij zorgde ervoor dat we niet meer alleen naar het kunstobject keken, of alleen naar het gevoel bij de aanschouwer. Hij keek naar beide. Zo kwam hij tot de conclusie dat ‘over smaak kan worden getwist’. Je kunt geen logische argumenten aanvoeren voor je smaakoordeel, maar je kunt wel laten zien hoe je oordeelt. En dan blijkt een oordeel soms niets met schoonheid te maken te hebben. Bijvoorbeeld als je een schilderij mooi vindt omdat het past bij de bank in je huiskamer. Of omdat je nichtje van drie het heeft gemaakt.
Als we op deze manier onze zintuigÂlijke waarnemingen onder de loep Ânemen, is het volgens Kant mogelijk om een ‘gemeenschappelijk zintuig’ (sensus Âcommunis) te vind