Home Leren filosoferen Wat is liefde? Zoeken naar heelheid
Wat is liefde?
Filosofie is makkelijker als je denkt

Zoeken naar heelheid

Wetenschap toetst met experimenten de feiten, filosofie toetst met experimenten het denken.

Stel je voor!

In Plato’s Symposium viert Socrates feest met een aantal vrienden. Ze besluiten dat ieder van hen een eerbetoon aan Eros, de god van de liefde, houdt. Na wat abstracte verhandelingen van zijn vrienden neemt komedieschrijver Aristophanes het woord. Hij neemt zijn luisteraars mee in een fabelachtig gedachte-experiment.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Geen abonnee? Bekijk de abonnementen Log in als abonnee

Lang geleden, vertelt hij, waren de mensen bolvormige wezens. Ze hadden twee gezichten, vier armen en vier benen. Toen de bolmensen te machtig werden, besloot oppergod Zeus elk van hen dwars doormidden te snijden, ‘zoals men morellen doorsnijdt voor de inmaak’. Zo ontstonden de mensen zoals wij die nu kennen. Omdat zij zonder hun wederhelft doodgingen van verdriet, plaatste Zeus hun geslachtsdelen aan de voorkant, zodat ze de liefde met elkaar kunnen bedrijven en voor even het gevoel hebben weer ‘heel’ te zijn.

Dat gevoel heel of compleet te zijn – daar is de mens volgens Aristophanes constant naar op zoek. Liefde, stelt hij, is het verlangen om op te gaan in de ander en niet langer gespleten en gebrekkig door het leven te hoeven. De mens kan dus niet bestaan zonder relaties; altijd zoeken we iets bij een ander. Maar wat dat ‘iets’ nu precies is, dat weten we niet. Zou je twee geliefden vragen waarom ze van elkaar houden, dan blijven ze je het antwoord schuldig. Ze kunnen geen redenen voor hun liefde geven en zelfs seks kan hun verlangen naar elkaar niet stillen. ‘Neen, klaarblijkelijk wenst beider ziel iets anders, iets onuitsprekelijks, maar dat zij slechts kan raden en in vage trekken aanduiden.’

De belofte van de liefde wordt volgens Aristophanes dus nooit ingelost. En zoals elke fabel eindigt Aristophanes’ verhaal met een waarschuwing: mochten we het weer te hoog in de bol krijgen, dan snijdt Zeus ons opnieuw doormidden, zodat we ‘op één been zullen hinkelen als zaklopers’.

Echt?!

Plato wil natuurlijk niet zeggen dat wij mensen echt van bolmensen afstammen. Maar met Aristophanes’ verhaal – een van de weinige fabels die Plato opschreef – trekt Plato het gesprek over de liefde even uit de abstracte ideeënwereld en maakt hij voelbaar wat het betekent om lief te hebben, om te verlangen naar iets wat we niet helemaal kunnen thuisbrengen. En hij nodigt ons uit om verder te denken: wat zou er gebeuren als Zeus ons opnieuw doormidden snijdt – is dat wat we ervaren als we een geliefde verliezen of depressief worden? Zouden die bolmensen ook verliefd zijn geworden op andere bolmensen? En betekent dit dat je van meer dan één persoon tegelijkertijd kunt houden?