Volgens Immanuel Kant (1724-1804) past elke filosofie in 4 vragen: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Wat is de mens?
01 Wat kan ik weten?
‘In de psychoanalyse gaat het niet om de feiten, maar om de beleving. In het psychoanalytische proces laten we cliënten bijvoorbeeld hun “familieroman” uitstippelen en onder woorden brengen. Die familieroman draait om de subjectieve ervaring van de levensgeschiedenis. Dus stel: iemand is geboren in een gezin met tien kinderen, en de helft van de kinderen overleed tegen de tijd dat die persoon achttien was. Dat zijn de feiten. Maar je wil in de familieroman niet de feiten horen, je wil horen hoe de cliënt het omschrijft, welke woorden hij daarvoor gebruikt. Want als jij iemand verloren hebt, heb je dat op een totaal andere manier ervaren dan wanneer ik hetzelfde heb meegemaakt. Het gaat dus niet om rationeel weten, maar over: wat heeft het bij ons gedaan?’
Lene Beelen (1988) is schrijver en psychoanalytisch psychotherapeut. Tussenhuids is haar debuutroman.
02 Wat moet ik doen?
‘Het onbewuste stuurt ons veel meer dan we denken. Soms doe je dingen waarvan je achteraf denkt: waarom heb ik dit in godsnaam gedaan? Ons gedrag is niet altijd rationeel te verklaren – het is het onbewuste dat ons handelen vaak bepaalt. Als psychoanalytisch psychotherapeut probeer je dat onbewuste bij de cliënt te raken, vast te pakken en stil te staan bij wat die persoon onbewust drijft. Dat kan op veel manieren: door de cliënt vrij te laten spreken, niet te veel te interpreteren, stil te staan bij versprekingen en bij dromen – de vrije associatie is een belangrijk principe in de psychoanalyse. In therapie kan het bijvoorbeeld gebeuren dat je over iets praat en er plots een herinnering bij je opkomt die je niet verwacht. Door op zo’n moment vrij te blijven associëren, kan er waardevolle informatie naar boven komen, bijvoorbeeld punten die steeds weer terug lijken te komen in het verhaal van de cliënt.’
03 Wat mag ik hopen?
‘I hope you get old. I hope when you get old, compassion is cool again. In mijn roman Tussenhuids, waarin de hoofdpersoon op een gebrek aan empathie botst wanneer ze in een psychoanalytisch proces probeert uit te zoeken hoe ze gevormd is door haar verleden, citeer ik jazzmuzikant en dichter Joshua Idehen. Ik mis in de wereld wel eens compassie of empathie.’
‘Zodra een verlangen vervuld is, verlang je alweer iets anders’
04 Wat is de mens?
‘Psychoanalyticus Jacques Lacan vertrekt vanuit het idee dat de mens tekorten heeft: we zijn imperfect. Door die tekorten zijn we verlangende wezens die de hele tijd op zoek zijn naar de invulling van dat verlangen, naar het opvullen van het tekort. Hij noemt ons ook wel verdeelde wezens, want verlangens – of die nou bewust of onbewust zijn – kunnen ook botsen en ons daardoor verscheuren. En ze verschuiven continu: zodra een verlangen vervuld is, verlang je alweer iets anders. Het is tragisch, maar het stuwt ons ook voort.’

Tussenhuids (roman)
Lene Beelen
Prometheus
304 blz.
€ 22,50