Home Leibniz en de Duitse vorsten

Leibniz en de Duitse vorsten

Door Pieter Hoexum op 26 november 2012

Leibniz en de Duitse vorsten
02-2007 Filosofie magazine Lees het magazine

Op 1 augustus 1658 kroont aartskanselier Schönborn de nieuwe keizer van het Duitse Rijk, Leopold I. Als keurvorst van Mainz koestert Schönborn, zoals veel Duitse vorsten, echter wantrouwen tegenover de Habsburgse keizers.

Twee weken later richt hij dan ook met enkele andere westelijke Duitse landen de Rijnbond op; gezamenlijk zoeken ze steun bij de Franse koning Lodewijk XIV. De Zonnekoning blijkt een nogal onbetrouwbare, althans oorlogszuchtige partner. In 1667 bezet hij Vlaanderen en dan wordt duidelijk dat Lodewijk meer kwaads in de zin heeft. Schönborn en de zijnen proberen neutraal te blijven en ontbinden de Rijnbond.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

In het najaar van 1667 leert Schönborns eerste minister, bij toeval, een jonge promovendus in de rechten kennen, die net als hij interesse heeft in onder meer alchemie: Leibniz. Eigenlijk was Leibniz op doorreis naar Holland, maar de vriendschap met de minister opent nieuwe perspectieven. Vliegensvlug schrijft hij, aan cafétafels, een Nieuwe methode voor het onderwijs in de rechtswetenschap, waarin hij ook zijn kennis van de moderne theorieën van Descartes en Hobbes verwerkt. Leibniz draagt het werk op aan de keurvorst, die de filosoof vervolgens vraagt hem te assisteren bij zijn hervormingsplannen van het Duitse recht. Leibniz probeert de minister ook te steunen bij een diplomatieke missie: de Duitse vorsten stellen dat een van hen recht heeft op de vacant gekomen Poolse kroon. Leibniz levert hiervoor een uitvoerig, logisch deductief bewijs, maar de Polen laten zich weinig aan de wetten van de logica gelegen liggen. Van Schönborn krijgt Leibniz wel erkenning; de keurvorst benoemt hem tot raadsheer.

In 1670 bezet Lodewijk XIV Lotharingen en bereidt een aanval op Holland voor. Leibniz bedenkt een plan om de fragiele stabiliteit in Europa te handhaven: Lodewijk zou er beter aan doen een veldtocht tegen Egypte te organiseren. Leibniz mag het geheime plan aan Lodewijk gaan voorleggen, maar hij arriveert door talloze vertragingen pas in maart ’72 in Parijs. Lodewijk is dan al niet meer te stoppen; op 6 april verklaart hij de Republiek de oorlog, waarna hij met een reusachtig leger binnenvalt.

Leibniz heeft het ondertussen in Parijs prima naar zijn zin; hij maakt kennis met vele wetenschappers en werpt zich op de wiskunde en logica. Maar, als eind ’73 zijn goede vriend de minister sterft, en enkele maanden later ook keurvorst Schönborn, lijkt Leibniz’ rol in Parijs uitgespeeld. Zijn reputatie is inmiddels zo groot, dat verschillende (Duitse) hoven dingen naar zijn diensten. Leibniz gaat in op de uitnodiging van hertog Johann Friedrich van Hannover, hoewel hij zijn vertrek uit Parijs nog drie jaar uit weet te stellen.

Nadat de Franse invasie in Nederland is vastgelopen op de Waterlinie, zijn er sinds ’76 vredesonderhandelingen gaande, die twee jaar later uitmonden in de Vrede van Nijmegen. De Duitse keizer, sinds kort bondgenoot van Holland, sluit ook een akkoord met Frankrijk, dat voor Duitsland nadelig is,  terwijl de Duitse vorsten, die zichzelf als soevereinen beschouwen, toch al verbolgen zijn over het feit dat de keizer in Nijmegen het Duitse Rijk vertegenwoordigde. Leibniz schrijft, anoniem, een lang pamflet waarin hij de moderne ‘hobbesiaanse’ (absolute) opvatting van soevereiniteit relativeert: een soeverein kan een alliantie aangaan onder leiding van bijvoorbeeld een keizer, en desondanks heer en meester in zijn eigen domein zijn, en als zodanig internationaal opereren. Leibniz beschouwt moderne verschijnselen, zoals absolute macht, vanuit het middeleeuwse kader, met zijn ideaal van een universele christelijke gemeenschap.

In december 1679 overlijdt Johann Friedrich van Hannover. Hij wordt opgevolgd door zijn broer die Leibniz aanhoudt als (politiek) adviseur.