Wil je jezelf perfectioneren à la Aristoteles en een gewoonte maken van je goede daad, of ontluiken als een Nietzscheaan die zichzelf telkens opnieuw uitvindt? Joep Dohmen en Maarten van Buuren over hun favoriete denkers.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Ze werken duidelijk al jaren samen. ‘Kijk, Maarten heeft hier zo’n Francis Bacon-achtig schilderij hangen’, wijst Joep Dohmen boven de tafel waar we aan zitten. ‘Hij is meer van het sombere, weerbarstige.’ Maarten van Buuren: ‘Dat ís Francis Bacon’
Dohmen daarentegen is volgens Van Buuren een liefhebber van stillevens: ‘Hij heeft een voorkeur voor het positieve, gematigde’.
De filosofen maakten voor de tweede keer een luistercd, nadat de eerste, Levenslot of levenskunst, ook nog in het boek De prijs van de vrijheid resulteerde. De nieuwe cd-box gaat over deugdethiek.
Joep Dohmen: ‘We hadden het idee dat er bij ons eerste project iets was blijven liggen. Die hoorcolleges gingen over hoe je je leven kunt vormgeven nu de grote idealen zijn weggevallen. Ze benadrukten de vrijheid waarin we op het moment leven. Maar er zijn tegenwoordig ook problemen die niet bij meer vrijheid gebaat zijn: denk aan de zelfverrijking van bankiers, dopinggebruik, het doodschoppen van een scheidsrechter. Deugdethiek is een aanvulling op levenskunst van de eerste cd.’
Ridder
Wie luistert naar de stemmen van Van Buuren en Dohmen, licht-galmend door de collegezaal, krijgt al snel een idee van hun verschillende stijl en benadering van de deugdethiek. Joep Dohmen, hoogleraar ethiek aan de Universiteit voor Humanistiek, lijkt de deugdethiek te verdedigen als een ridder te paard: doelgericht en geroutineerd. Hij behandelt de klassieke deugdethici, die de deugd vaak zien als iets wat het individu disciplineert ten behoeve van de maatschappij.
Dat begint bij Aristoteles, de aartsvader van de deugd. ‘Deugdelijkheid heeft bij hem niets te maken met opoffering’, zo vertelt Dohmen in zijn college, ‘maar met perfectionisme, met het gestaag inslijpen van bepaalde gewoontes, zodat iemand karakter krijgt’. Dohmen vervolgt zijn colleges met onder meer MacIntyre, die Aristoteles’ ethiek in de jaren 80 nieuwe leven inblies. ‘MacIntyre is een conservatieveling, daarom plaats ik Richard Sennett tegenover hem. Sennett is een neo-Marxist, die door een herleving van vakmanschap een deugd als respect wil terugbrengen in de maatschappij.’
Maarten van Buuren, als hoogleraar moderne Franse letterkunde verbonden aan de Universiteit van Utrecht, doceert meer als een jonge hond, die steeds enthousiast met de mooiste stokken van de deugdethiek komt aanrennen. Hij behandelt de onstuimige, tegendraadse denkers als Machiavelli, Nietzsche en Epicurus. Van Buuren: ‘Bij die filosofen draait het meer om zelfontwikkeling dan disciplinering van bovenaf. Iemand als Epicurus bijvoorbeeld, van hem vragen sommige luisteraars zich misschien af wat hij in de reeks deugdethiek doet – hij zet zich namelijk af tegen Aristoteles. Epicurus behandelt echter dezelfde deugden als Aristoteles, alleen zijn ze niet dienstbaar aan de gevestigde orde zoals bij Aristoteles, maar aan een tegencultuur die zich tegen de gevestigde orde afzet. Epicurus zat niet voor niets buiten de stad, in een tuin.
Verrassingen
Waren er nog filosofen die verrasten binnen het onderzoek voor de hoorcolleges? Van Buuren: ‘Nietzsche verraste me. Hij heeft het altijd over de Übermensch en jezelf overstijgen, en toen ik dat herlas, kwam het beeld op van de amaryllisbollen die mijn grootmoeder kweekte. Amaryllis is zo’n onooglijke bol, waar op een gegeven moment een bloem uitkomt, terwijl de bol verschompelt en sterft. Die bloem overstijgt zichzelf in een schepping ten koste van zichzelf. De betekenis van de Übermensch bleek bij nader inzien daarin te liggen dat hij niet “über” anderen uit stijgt, maar “über” zichzelf.’
Maar niet alle filosofen kwamen er tijdens het voorbereiden van de colleges positief uit. Van Buuren: ‘Ik vond Rorty tegenvallen. Ik dacht dat die goed binnen de deugdethiek zou passen omdat hij zich beroept op het Amerikaanse pragmatisme, dat praktische oplossingen aan wil dragen voor de grote sociale problemen. Volgens Rorty kunnen die problemen worden opgelost als zogenoemde “discoursen” met elkaar in gesprek gaan. Dat lijkt mij geen oplossing voor de sociale problemen. Toen ik zover was gevorderd met Rorty, besloot ik het betoog open te gooien en in mijn hoorcollege alternatieven aan te dragen die wel de titel van pragmatische deugden verdienen.
Mededogen
‘Het belang van deugdethiek is dat die heel goed kan worden opgepikt door bijvoorbeeld media en onderwijs’, zegt Dohmen. In zijn college over Martha Nussbaum vertelt Dohmen hoe belangrijk het is dat jonge mensen in het onderwijs niet alleen zelfstandig leren oordelen, maar ook de deugd van mededogen ontwikkelen.
Is er een deugd die de heren zelf meer willen ontwikkelen, in het kader van het persoonlijke nut van hun onderneming? Dohmen: ‘Ik zou iets met mijn woede willen – als ik iets onrechtvaardig vind, bijvoorbeeld binnen de politiek van een faculteit, dan kan ik uit mijn slof schieten. Ik zou de zelfbeheersing van Aristoteles willen leren, die zegt dat het prima is om boos te worden, maar op het juiste moment, op de juiste persoon en in de juiste mate. En vriendschap: als academicus ben ik altijd maar aan het werk geweest en nu ik ouder word bedenk ik meer met wie ik nog wat ga doen.’ Van Buuren: ‘Ik zou mij verder willen ontwikkelen als de Nietzscheaanse bloembol. Leven in het besef dat je alle energie investeert in een poging om jezelf te overstijgen: in mijn werk, in mijn kinderen.’
Wenken voor het goede leven
Joep Dohmen en Maarten van Buuren
(Home Academy)
10 cd’s / € 59,95