Baruch Spinoza is een filosoof van niemand, en dus van iedereen: zijn gedachtegoed is omarmd door zowel religieuze als atheïstische denkers, door rationalisten en metafysici, door liberalen en despoten. Over één ding zijn ze het allemaal eens: de zeventiende-eeuwse filosoof is een voorvechter van intellectuele vrijheid. Hij verzet zich tegen alle religieuze en ideologische dogma’s.
Volgens journalist Ian Buruma, die het boek Spinoza. Filosoof van de vrijheid schreef, staat de vrijheid van denken nog steeds – of alweer – onder druk. Hij blaast het stof van deze ongrijpbare filosoof. ‘Spinoza was een goeroe-achtige verschijning, die een antwoord wilde geven op de vraag: hoe kunnen we beter leven?’
Ian Buruma (1951) is journalist, schrijver en historicus. Hij publiceert regelmatig in The New Yorker en NRC, en schreef onder meer de boeken Occidentalisme (2004), Hun beloofde land (2016) en In de schaduw van het kwaad (2023).
En hoe doen we dat, beter leven?
‘Volgens Spinoza door kennis op te doen en ons verstand te gebruiken. Op die manier leren we de natuur en onze plaats in de natuur begrijpen. Dat stelt ons in staat om te leven in overeenstemming met onze natuur, wat rust geeft. Als je daarentegen vervreemd raakt van jezelf en je positie in de natuur leidt dat tot angst en onrust.
Spinoza erkent dat de menselijke rede niet perfect is. We kunnen niet alles weten. Maar hij verzet zich tegen het idee dat alles wat we niet begrijpen, irrationeel of mysterieus is. Soms schiet onze kennis gewoon tekort. We moeten dan geen bovennatuurlijke verklaringen gaan zoeken: Spinoza gelooft absoluut niet in wonderen. Alles is te verklaren aan de hand van natuurwetten, zelfs het denken en de wil.’
Dat klinkt tegenstrijdig. Hoe kunnen we autonoom denken als we geen vrije wil hebben?
‘Daar zit inderdaad een schijnbare tegenstelling. Spinoza’s tijdgenoot Descartes gelooft dat God een onbegrensde vrije wil bezit en dat mensen door hun vrije wil uit te oefenen zich kunnen spiegelen aan God. Spinoza heeft niet zo’n metafysisch idee van vrije wil. Hij denkt juist dat de wil onderdeel is van het verstand, en het verstand onderdeel van het lichaam. Spinoza sluit de vrije wil niet uit, maar ziet het niet als zelfstandige kracht buiten het verstand.
Alles wat we doen en denken heeft een voorgeschiedenis, is door iets anders veroorzaakt. Toch hebben we het vermogen om zelf te denken en keuzes te maken – als we tenminste genoeg kennis hebben. Als we weinig kennis hebben, zijn we onszelf niet de baas. Dan laten we ons leiden door wat anderen vinden of door onze emoties, zoals woede of jaloezie. We handelen dan tegen ons eigen belang. Maar wanneer we ons verstand gebruiken, kunnen we keuzes maken die in lijn zijn met onze natuur.’
Is Spinoza antireligieus?
‘Dat wordt vaak gedacht, maar het is een misvatting. Spinoza werd verbannen uit de joodse gemeenschap omdat hij niet gelooft in God als schepper. In plaats daarvan stelt hij God gelijk aan de natuur en beschouwt hij de rede en de wetenschap als noodzakelijk om “God ofwel de natuur” te kennen. Daarom is hij sceptisch over godsdienst als manier om de waarheid te benaderen.
Maar hij is niet principieel tegen religie. Godsdiensten vertellen allerlei verhalen met een moraal waaruit mensen lessen kunnen trekken. Zolang mensen zich daardoor fatsoenlijk gedragen, kan religie van nut zijn. Maar het blijven verhalen, geen echte kennis.’
In het boek schrijft u: ‘Er is een Spinoza voor iedereen.’ Waarom herkennen zoveel mensen zich in zijn denken?
‘Het werk van Spinoza is niet altijd makkelijk te lezen en sommige dingen kunnen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Maar belangrijker is dat filosofie voor Spinoza nooit slechts een spel met ideeën is, hoe abstract zijn werk soms ook lijkt. Hij wil een theorie ontwikkelen die ons leert om beter te leven. Dat heeft altijd veel mensen aangesproken.
In Spinoza’s tijd stonden de regenten, die een min of meer vrijzinnige staat voor ogen hadden, tegenover de gereformeerden, die gesteund werden door de Oranjes. Maar ook op de universiteiten woedde een machtsstrijd, tussen theologen en filosofen. De theologen wilden de waarheid benaderen via de Bijbel, terwijl de filosofen een wetenschappelijke benadering voorstonden. Vergelijkbare dingen spelen zich nu af op universiteiten en in de politiek. Ideologische debatten gaan uiteindelijk over macht en autoriteit. Spinoza is zich zeer bewust van het gevaar dat dogma’s leiden tot fanatisme. Daarom moet een samenleving intellectuele vrijheid bewaken. Dat was in Spinoza’s tijd zo en dat blijft zo.’
Spinoza. Filosoof van de vrijheid
Ian Buruma
Atlas Contact
256 blz.
€ 24,99