Ons onvermijdelijke falen
Volgens cabaretier en filosoof Tim Fransen biedt humor een ander perspectief op ons onvermijdelijke falen. De mens is niet in staat tot morele perfectie, zegt hij: zowel het goede als het kwade zitten diep in ons verankerd. Maar net als filosofie kan humor ons leren hoe we ons tot onze tekortkomingen moeten verhouden. ‘Het stelt ons in staat om het tragische onder ogen te komen in plaats van een uitvlucht te zoeken in de vaak destructieve ontkenning ervan.’
Satire
‘Satire is nodig om ons ingewikkelde politieke systeem gezond te houden,’ stelt schrijver en classicus Peter Wierenga. Volgens hem moet satire zich richten op het doorprikken van taboes om te kijken of ze niet verrot zijn. Maar hoe ver mag satire gaan? ‘Goede satire speelt zo min mogelijk op de man,’ zegt Wierenga. ‘Grappen door witte cabaretiers over andere bevolkingsgroepen moeten kunnen – zolang ze niet gericht zijn tegen de groep, maar tegen de opvattingen die binnen de groep leven.’
Troost
Humor en depressie lijken op elkaar, vindt de Engelse filosoof Simon Critchley: we kijken van buitenaf naar onszelf en geven een oordeel. Maar Critchley ziet ook een belangrijk verschil. Bij een depressie zien we onszelf als een waardeloos individu, terwijl humor deze vernietigende zelfanalyse verzacht. ‘Humor is een soort antidepressivum: het biedt troost voor het feit dat we beperkt en eindig zijn.’
Zelfspot
Volgens cabaretier Martijn Koning is humor de perfecte manier om mensen te raken. ‘Maar waarom dat zo werkt weet ik eigenlijk niet.’ Wat hij wel weet is dat humoristische zelfspot een vorm van verzet is. ‘De meeste mensen nemen zichzelf serieus en omringen zich graag met mensen die hen ook serieus nemen; dat bepaalt eigenlijk elke discussie en ook elke grap.’ Als ieder mens zelfspot zou hebben, zouden er veel minder oorlogen zijn, stelt Koning.
Lachen en uitlachen
‘Waarom lachen we?’ vraagt hoofdredacteur Coen Simon zich af. Als we Thomas Hobbes en Henri Bergson moeten geloven is lachen altijd uitlachen. De ander gaat af en wij voelen ons boven diegene verheven. Maar: ‘We voelen allemaal aan dat er een verschil bestaat tussen lachen en uitlachen.’ Bij Immanuel Kant en Helmuth Plessner vindt Simon een betere verklaring.