Als ik gebruikmaak van ChatGPT kan ik het niet laten om ‘alsjeblieft’ en ‘dankjewel’ te zeggen. Ik blijf doen alsof er een persoon achter de letters op het scherm zit, ook al weet ik heel goed dat dat niet zo is. Ik vermoed blijkbaar dat achter de verbazingwekkend ‘humaan’ geformuleerde zinnen wel zoiets als empathie moet schuilgaan. Hoe kan een veredelde rekensom anders zulke invoelende antwoorden geven?
Door het ‘bedrog’ van AI, de machine die zich voordoet als mens, bekruipt me steeds vaker de gedachte dat het ook best weleens andersom kan zijn: de mensen om mij heen zijn eigenlijk robots. Want hoe weet ik zeker dat zij emoties en gedachten hebben zoals ik? Zouden het niet computers kunnen zijn, geprogrammeerd om de suggestie te wekken dat er een diepgaand bewustzijn achter hun handelingen zit, dat twijfelt en vreugde en pijn voelt? En hoe kom je daar ooit achter, als de robots om je heen hun rol vlekkeloos blijven spelen?
Het zijn geen nieuwe gedachten. Ver voor alle technologische ontwikkelingen die uiteindelijk AI mogelijk maakten vroeg René Descartes (1596-1650) zich in zijn Meditaties al af of de mensen die hij op straat zag lopen geen zielloze automaten zijn.
Toont de wetenschappelijke kennis van neuronen en hormonen niet aan dat menselijke organismen eigenlijk ook veredelde machines zijn? Dat al onze handelingen en gedachten worden gestuurd door interne processen die we niet zelf waarnemen, of zelfs in gang zetten? Is mijn ervaring van het bewustzijn een illusie die hoort bij het mechanisme van mijn hersenen?
Ben ik zelf misschien, zonder het te beseffen, ook een machine?
Even tussendoor… Meer lezen over mens en techniek? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Of je nu te maken hebt met een mens of een schaakcomputer, volgens Daniel Dennett (1942-2024) is het veel efficiënter om te doen alsof de ander aangedreven wordt door intenties, verlangens en gevoelens, dan om zijn technologische make up uit te pluizen. Je bent namelijk veel meer tijd kwijt om alle fysische en technische processen te ontdekken die achter iemands keuzes schuilgaan, dan wanneer je je verplaatst in zijn gevoelens en redenaties om zijn gedrag te voorspellen.
Pas ik deze intentional stance uiteindelijk ook niet op mezelf toe als ik probeer uit te leggen welke redenen ik heb voor mijn acties? Als ik naar binnen kijk zie ik gedachten en voel ik gevoelens. Maar is dat werkelijk alles wat er intern gebeurt? Kan ik ooit weten wat er precies allemaal achter mijn bewustzijn schuilgaat?
In de online rubriek ‘shortreads’ zoekt Filosofie Magazine elke week in een kort essay naar het antwoord op een alledaagse filosofische vraag.