Home Mens en techniek Fleur Jongepier: ‘Big Tech beïnvloedt onze manier van handelen’
Mens en techniek

Fleur Jongepier: ‘Big Tech beïnvloedt onze manier van handelen’

Doemdenken over algoritmes is niet nodig, vindt filosoof Fleur Jongepier. ‘Technologie kan onze autonomie beperken, maar ook bevorderen.’

Door Gwendolyn Bolderink op 21 oktober 2022

Fleur Jongepier filosoof Tessa Posthuma de Boer beeld Tessa Posthuma de Boer

Doemdenken over algoritmes is niet nodig, vindt filosoof Fleur Jongepier. ‘Technologie kan onze autonomie beperken, maar ook bevorderen.’

FM11 Filosofie Magazine november
11-2022 Filosofie magazine Lees het magazine

Filosoof Fleur Jongepier (1986) is net terug van een vakantie in de Italiaanse bergen. Mossige bospaden waar je overheen moet klimmen en steile bergen die je fysiek uitputten en laten zweten: dat zijn de omstandigheden waaronder je het best kunt filosoferen, zegt de ethicus. Nee, daarvoor moet je niet aan het strand in Portugal zijn. Jongepier: ‘Iets moet een beetje aan je schudden, het moet schuren. Als je ontspannen en comfortabel bent, is de kans niet zo groot dat je ergens over na gaat denken wat een beetje pijn doet of schuurt.’

In het glazen paviljoen van een Utrechts restaurant vertelt Jongepier over wandelen in de bergen, autonomie en de groeiende macht van algoritmes. Terwijl ze een pizza met knolselderij in kwarten snijdt, vertelt ze hoe verslaafd zij zelf is aan technologie. Zelfs als ze in de bergen is. ‘In de bivakhut waar ik met mijn vriend overnachtte waren we bezig met een klimroute uitzoeken om van die hut naar een bivak hoger te komen – iets wat we van tevoren niet eens van plan waren te gaan doen. Tijdens het googelen zag ik ineens dat er iets in het bed gekerfd stond: no phone. Ik voelde me ontzettend betrapt. Dat is het wrange: kennis over hoe slecht iets is maakt geen verschil voor hoe je met die technologie omgaat. De gemiddelde techniekfilosoof is even verslaafd aan zijn of haar telefoon als ieder ander.’

Online daten

De aanleiding voor het gesprek is de Heineken Young Scientists Award, een prijs van 10.000 euro en een kunstwerk voor veelbelovende jonge wetenschappers in Nederland. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) was verantwoordelijk voor de nominatie- en selectieprocedure. Jongepier kreeg de prijs toegekend voor haar wetenschappelijke onderzoek en haar bijdragen aan het publieke debat. De jury is onder de indruk van haar onderzoek naar de impact van technologie op onze autonomie en zelfkennis, en van de manier waarop ze haar academisch werk vertaalt naar een groter publiek via columns en essays in onder meer de Volkskrant, Trouw en NRC. Als medeoprichter van het filosofisch platform Bij Nader Inzien zag Jongepier al tijdens haar promotieonderzoek een belangrijke taak weggelegd voor de academische filosofie in het publieke debat.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

In 2016 promoveerde Jongepier op het thema zelfkennis: hoe kunnen we weten wat onze verlangens, waarden of standpunten zijn? Identiteit is ook het thema van het publieksfilosofische boek Ik. Filosofie van het zelf (2016), waarvan ze een van de coauteurs is. Havo-scholieren die voor het eerst in aanraking komen met filosofie kregen dit tot 2021 als eindexamenboek.

‘Nog voordat jijzelf weet dat je zwanger bent, is Amazon al op de hoogte’

Na een postdoc in Cambridge is Jongepier nu verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, waar ze de stap maakte naar de ethiek van digitalisering. Wat trok haar het digitale domein in? ‘Technologie stelt veel vragen op scherp. Neem een partner vinden: zonder de komst van technologie zouden we niet snel nadenken over hoe iets als dating werkt. Met Big Tech verschijnt er opeens een groot beest op de bühne dat ons dwingt na te denken over de vraag of er goede en slechte manieren van daten zijn, en of we wel moeten willen dat zoiets als romantiek zich voltrekt door tussenkomst van een bedrijf.’

Toch ziet Jongepier zichzelf niet als een techniekfilosoof, maar als een filosoof die zich op dit moment ‘toevallig’ bezighoudt met algoritmes. Ze schaart zich ook niet achter bekende techniekdenkers als historicus Yuval Noah Harari of filosoof en psycholoog Shoshana Zuboff, die technologie vooral zien als een gevaar. ‘Ik denk dat het heel belangrijk is om dat doemdenken tegen te gaan. Je ziet vaak een schifting tussen mensen die stellen dat technologie verschrikkelijk is en het kamp dat stelt dat technologie fantastisch is. Het is de kunst om daartussenin te blijven zitten.’

Zelf willen

Jongepier is een atypische filosoof. Hoogdravende discussies over de precieze definitie van autonomie vindt ze niet interessant. Als haar gevraagd wordt wat het verschil is tussen autonomie en zelfbeschikking, kaatst ze de vraag terug: ‘Wat versta jíj onder zelfbeschikking?’

Het maakt Jongepier ‘niet zoveel uit’ hoe we iets noemen. ‘Het gaat mij meer om de inhoud en om wat die voor jou betekent. Als je veel waarde hecht aan de naam, loop je het risico dat je vooral bezig bent elkaar te corrigeren en heb je het niet meer echt over vrijheid of autonomie.’

Toch moet er één definitie helder worden voordat het gesprek over de invloed van technologie op de menselijke autonomie kan gaan: wat verstaat Jongepier onder autonomie? ‘Volgens mij maken filosofen die vraag veel te ingewikkeld. Autonomie is niet veel meer dan leven volgens de waarden die je er zelf op na houdt. Daarvoor moet je eerst een basaal idee hebben van wat je graag zou willen doen: vind je het belangrijk om een goede ouder te zijn, regelmatig te wandelen met de hond, carrière te maken of een roman te schrijven? Vervolgens moet je, binnen bepaalde grenzen, de mogelijkheid hebben om die dingen te doen.’

Discriminatie, onderdrukking en manipulatie zijn omstandigheden die het voor mensen moeilijk maken om te achterhalen wat ze willen. ‘Voor sommige mensen is studeren en carrière maken geen denkbare optie, terwijl ze het wel graag hadden willen doen als ze de kans hadden gehad.’ Wanneer de mogelijkheid tot zelfkennis onder druk staat, wordt ook de autonomie belemmerd.

Maar is onze autonomie niet altijd in zekere mate beperkt? Zorgen familie, partners, vrienden niet altijd voor sturing en beïnvloeding? ‘Absoluut. Beïnvloeding is als zodanig niet autonomiebeperkend. Achterhalen wat belangrijk voor ons is, bedenken we niet in ons eentje thuis; dat doen we in dialoog. Het vermogen om jezelf te kennen is door en door sociaal.’ Jongepier maakt een vergelijking met klimmen, een van haar hobby’s: ‘Ik ben ooit gaan boulderen omdat een vriend zei dat ik toch een keer mee moest. Ik ben beïnvloed, maar daarin is mijn autonomie totaal niet in het gedrang geweest.’

Gevoelige data

Niet alleen onze omgeving, maar ook technologie kan ons helpen bij onze autonomie, denkt Jongepier. Neem apps om de menstruatiecyclus bij te houden, zoals Clue of Period Tracker. Die vragen niet alleen naar de menstruatie, maar ook naar de psychische gemoedstoestand, het slaappatroon en eventuele lichamelijke pijn. Ook hierover is Jongepier niet onverdeeld negatief: ‘Er is vrij weinig aandacht voor de psychische klachten waar veel vrouwen rond hun menstruatie last van hebben. Zo’n app kan in theorie een middel voor vrouwen zijn om inzicht te krijgen in die klachten en te leren erop in te spelen. Op welke dagen kun je bijvoorbeeld maar beter even niet sporten, of beter wat minder werken? Dat kan enorm autonomiebevorderend zijn, maar helaas is de praktijk anders.’

Gevoelige data over wanneer je menstrueert of misschien zelfs zwanger bent kunnen doorverkocht worden aan bedrijven, die vervolgens op precies het juiste moment een gepersonaliseerde advertentie laten zien op sociale media of Google. Nog voordat jijzelf weet dat je zwanger bent, is Amazon al op de hoogte en ligt er een zwik advertenties voor zwangerschapstesten en rompertjes klaar. Dat is juist niet autonomiebevorderend: onze gevoelige gegevens worden tegen ons gebruikt om ons ertoe aan te zetten meer spullen te kopen. Jongepier zegt bijna terloops dat we ‘in zekere zin worden uitgebuit’, omdat een bedrijf winst maakt met onze data.

‘Voor digitale autonomie moet je de controle juist loslaten’

Zijn we dan ‘hackbare dieren’? Wel als we Harari moeten geloven; onze keuzes en verlangens zijn volgens hem volledig te hacken en te manipuleren. Facebook neemt de plek in van de amygdala – een onderdeel van ons brein dat informatie aan emoties koppelt – en de eerstvolgende gedachte die in je opkomt is het gevolg van een algoritme van Google. Jongepier: ‘Ik vind dat een boude bewering. Het helpt mij om me af te vragen hoe mijn dag eruitziet en welke keuzes ik gemaakt heb. Is deze handeling, dat ik hier aan deze tafel zit te praten, het gevolg van Big Tech? Nee. Is mijn keuze om op vakantie te gaan naar de bergen het gevolg van Big Tech? Nee. Als ik naar mijn dag kijk, concludeer ik niet dat ik een soort marionet ben waarbij Mark Zuckerberg aan de touwtjes trekt.’

Toch heeft Big Tech wel degelijk invloed op bepaalde handelingen: een broek aanschaffen die je eigenlijk niet van plan was te kopen bijvoorbeeld, of uren ‘doemscrollen’ op sociale media. Dan wordt je autonomie wél negatief beïnvloed. ‘Als ik liever zou lezen, schrijven of met de hond lopen, maar toch uren kwijt ben aan scrollen op Instagram, handel ik niet naar hoe ik eigenlijk zou willen handelen.’

Digitale manipulatie

Onze autonomie staat volgens veel denkers ook onder druk in het politieke domein. Big Tech zou Trump het Witte Huis in geholpen hebben, en zonder de techreuzen zou de Brexit nooit hebben plaatsgevonden. Volgens Jongepier zit het niet zo simpel in elkaar. ‘Het gevaar is dat je een sociaal fenomeen platslaat tot digitale manipulatie. Het is zorgelijk dat bedrijven als Cambridge Analytica en Facebook zoveel politieke invloed hebben, maar ze hebben ook grip op iets. Je kunt niet zomaar vanuit het niets mensen ertoe bewegen om op Trump te gaan stemmen.’

Gevaren voor de samenleving ziet Jongepier wel. Tijdens de campagne van de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 gaven Nederlandse politieke partijen recordbedragen uit aan gepersonaliseerde advertenties op Facebook en Google. Op basis van persoonlijke data krijgen burgers thema’s en stellingen te zien die passen bij hun profiel – politieke microtargeting. Zo kan een partij een boodschap sturen die past bij het individu. ‘Van oudsher is er een partijprogramma dat toont waar de partij voor staat; nu kan het partijprogramma aangepast worden aan wat de mensen willen. Je kunt een advertentie zo op maat maken dat een partij de burger naar de mond gaat praten.’ Een jonge student krijgt bijvoorbeeld gepersonaliseerde advertenties te zien over studiefinanciering, een 65+’er over pensioenen, en een starter op de woningmarkt over sociale huurwoningen. ‘De politiek ziet burgers dan niet meer als burgers, maar als gereedschap om een partij in het zadel te helpen. Het brengt het idee van democratie in gevaar.’

Is het niet handig dat een burger precies die thema’s te zien krijgt die hij of zij interessant vindt? ‘Dergelijke microtargeting heeft de potentie om politieke apathie tegen te gaan: partijen kunnen met jou in gesprek over thema’s die jou aan het hart gaan. Dat is fantastisch. Maar de vraag is ook of gepersonaliseerde advertenties het makkelijker maken om in je eigen belang te gaan stemmen, omdat je meer punten krijgt voorgeschoteld die over jouw eigen belang gaan.’

De evidente vraag is of en hoe we ons hiertegen kunnen weren. Jongepier valt even stil. ‘Ik weet niet zo goed wat de oplossing is. De hoop is dat thema’s als microtargeting hoger op de politieke agenda komen of dat daar een ban op komt. De oplossing is in elk geval niet om het dan maar bij de burger neer te leggen en te hopen dat die zich beter leert wapenen tegen Big Tech. Dat vind ik een vorm van victim blaming.

Jongepier vindt het ook niet legitiem om van burgers te verwachten dat ze in hun AVG-rechten duiken, of dat ze weten hoe cookies werken. Uitzoeken of een website privacyvriendelijk is ingericht of nergens meer cookies accepteren noemt ze ‘digitale deugdzaamheid’. En die deugdzaamheid maakt juist minder autonoom: wie de volledige controle over zijn of haar digitale privacy in eigen hand moet nemen, komt nooit meer toe aan datgene wat hij eigenlijk zou willen doen. ‘Het is best oké om digitaal lui te zijn. Als ik eerst moet uitzoeken of een website mij niet trackt, hoelang die mijn data opslaat en wat daarmee gebeurt, dan kan ik niet googelen wat ik wil googelen.’

De controle loslaten kan ons niet alleen digitaal autonomer maken. Voor Jongepier is het ook een waarde die ze in haar dagelijks leven nastreeft. ‘In plaats van de hele tijd zo veel mogelijk grip op alles te hebben is het belangrijk om dingen soms los te laten. Zodat je niet vastzit en dingen kunt doen die je leuk vindt.’ De bergen zijn voor haar een belangrijke oefening in autonomie – daar moet je altijd maar kijken wat er op je pad komt.