‘We denken vaak dat er een kloof bestaat tussen de stad en het platteland, maar dat klopt niet,’ zegt filosoof Wouter Mensink. In zijn boek Hoe we uit het dorp vertrokken onderzoekt hij de vermeende tegenstellingen tussen stad en platteland. Mensink is naast filosoof ook conflictbemiddelaar en gespreksbegeleider bij spanningen tussen verschillende groepen in de samenleving. ‘Met mijn boek wil ik de relatie tussen stad en platteland helpen herstellen.’
Er is weinig filosofie over het platteland, schrijft u. Hoe komt dat?
‘Westerse filosofen zijn bijna altijd gevestigd in de stad. Dat begint al bij Socrates, die nooit Athene verliet. Daardoor is het denken over het platteland blijven hangen in stereotypen: al sinds de oude Grieken zijn we geneigd te denken dat de stad de plek voor cultuur is en het platteland de plek voor natuur.’
En dat idee is dus versterkt tijdens de industriële revolutie.
‘Toen trokken veel mensen van het platteland naar de steden en begon men te denken dat er een groot verschil is tussen moderne mensen, die in steden wonen, en premoderne mensen, die in harmonie met de natuur op het platteland leven. Zo verbond de Duitse denker Martin Heidegger – een van de weinige filosofen die meer van het platteland hield dan van de stad – het leven op het platteland met authenticiteit en worteling. Het platteland is volgens hem een premodern landschap dat wordt bedreigd door moderne technologieën – je zou tegenwoordig kunnen denken aan zonneparken en graansilo’s.
Nog steeds hechten we aan dit soort mythes over het platteland. Ik moet denken aan de recente roman De beesten, waarin de Achterhoek wordt beschreven als een wilde plek vol met punkers, motorcrossers en stropers. Stadse mensen zoeken in het platteland de vrijheid die ze missen in hun eigen dichtgeregelde levens.’
Tekst loopt door onder afbeelding

Waarom klopt die tegenstelling tussen stad en platteland niet?
‘De Franse filosoof Bruno Latour beschrijft in het boek We zijn nooit modern geweest dat de moderniteit gebaseerd is op een vals onderscheid tussen natuur en cultuur. In werkelijkheid, schrijft Latour, zijn we altijd hybrides van natuur en cultuur geweest. Ik denk dat we ook kunnen zeggen: we zijn nooit stedelijk geweest. We doen alsof bijna de hele wereld verstedelijkt is en alsof het platteland een geheel vormt waar alle mensen ongeveer hetzelfde zijn. Maar in feite vloeien stad en platteland in elkaar over. Een huisarts in een dorp heeft vaak meer gemeen met een huisarts in de stad dan met bijvoorbeeld de loodgieter uit het dorp. En de stad vertoont steeds meer rurale trekjes: werkbroeken zijn in de mode, er is stadslandbouw in kleine plantsoenen en op daken.’
Hoe kunnen we wel over het platteland nadenken?
‘Ik zie het platteland als een tussencategorie tussen wilde natuur en stad. De Amerikaanse historicus Leo Marx schrijft daarover in zijn boek Machine in the garden. Hij beschrijft de lange zoektocht naar een manier om de moderne industrie in te passen in het rurale landschap, zonder dat dat landschap alle onaantrekkelijke kanten van stedelijke gebieden krijgt. Die kwestie zien we nog steeds in huidige discussies over windmolenparken en zonneweides. De “rationele stadsmens” vindt het vanzelfsprekend dat die op het platteland komen. Daar is immers ruimte. Maar dan ben je ongevoelig voor wat er aan schoonheid verloren gaat. Overigens klopt het idee dat stedelingen allemaal zo modern en rationeel zijn ook niet. Dat is eveneens een mythe.’
Moeten we dus af van alle mythes hierover?
‘De oplossing is niet minder mythes, maar juist méér: meer diversiteit in de mythes over stad en platteland. Het doet me denken aan een conflict over de zondagsrust in Hoeksche Waard, waarbij mijn collega’s en ik gesprekken begeleidden. De vraag was: mogen de winkels open op zondag of niet? Liberale en christelijke bewoners leken lijnrecht tegenover elkaar te staan. Toen vormden we een burgerraad en vroegen we de deelnemers wat het voor hen betekende om samen op het eiland te wonen en werken. Liberalen en christenen werden zo uitgenodigd om samen te denken over gedeelde waarden in hun gemeenschap. Dan creëer je samen een nieuwe, gemeenschappelijke mythe.’
Hoe we uit het dorp vertrokken. Filosofie tussen stad en platteland
Wouter Mensink
Boom
192 blz.
€ 23,90