Home Mens en techniek Filosoof Éric Sadin: ‘Met de komst van social media werd de ik-tiran geboren’
Mens en techniek

Filosoof Éric Sadin: ‘Met de komst van social media werd de ik-tiran geboren’

Op sociale media kan iedereen een wereld creëren waarin zijn eigen woorden centraal staan en anderen niet meer meetellen, zegt de Franse filosoof Éric Sadin. Hij vindt het hoog tijd om de samenleving hiervan te genezen, door mensen op alternatieve wijzen te laten leven.

Door Florentijn van Rootselaar op 28 januari 2022

Filosoof Éric Sadin: ‘Met de komst van social media werd de ik-tiran geboren’

Op sociale media kan iedereen een wereld creëren waarin zijn eigen woorden centraal staan en anderen niet meer meetellen, zegt de Franse filosoof Éric Sadin. Hij vindt het hoog tijd om de samenleving hiervan te genezen, door mensen op alternatieve wijzen te laten leven.

Cover van 02-2022
02-2022 Filosofie magazine Lees het magazine

Hoe het tegenwoordig is in zijn stad, in Parijs? Ze zijn er nog steeds, ondanks corona: door de stad dolende individuen, die zich koning wanen dankzij hun smartphone, zegt filosoof Éric Sadin. En zijn wij niet allemaal zulke individuen? De smartphone geeft ons de snelste route naar het restaurant van onze dromen, dat we eerder ook al via onze telefoon hadden gevonden.

Als het diner dan toch niet is bevallen, serveren we het online in één klik af met een negatieve recensie. En misschien delen we onze mening meteen via sociale netwerken, op zoek naar bijval. ‘Corona dwingt de mensen om meer thuis te blijven, maar dat maakt de rol van sociale netwerken alleen maar groter. We zijn koningen geworden van de twintig vierkante meter waarop we wonen.’

Sadin – lang zwart haar, een wat melancholieke oogopslag – geeft het interview via Skype. Hij zit in zijn werkkamer, om­geven door boeken. De mens verkeert in een deplorabele staat, analyseert de filosoof. Vanwege onze telefoons en de online sociale netwerken gedragen we ons niet alleen als koningen maar ook als tirannen, schrijft hij in zijn boek dat onlangs in het Nederlands verscheen als Het tijdperk van de ik-tiran. Maar, voegt hij daar meteen aan toe: ‘We proberen dan wel als tirannen te leven, maar dat is niet meer dan een stuiptrekking van de mens die eigenlijk alle macht heeft verloren. Het is een vergeefse poging om de macht te herwinnen.’

In welk opzicht hebben we macht verloren?
‘Dat begon al in de jaren tachtig, met de opkomst van het neoliberalisme. Grote bedrijven richtten zich steeds meer louter op winst en mensen werkten steeds vaker als zzp’er in plaats van in dienstverband, waardoor ze het in toenemende mate zonder de bescherming van bijvoorbeeld een cao moesten stellen. Dat is uitgemond in onze platformeconomie.’ In de platformeconomie maken bedrijven als Uber, Amazon en Airbnb de dienst uit.

‘Daar kwam rond 2000 nog iets bij: door de ontwikkeling van informatica – informatietechnologie – konden grote bedrijven hun greep op de werknemer versterken. Vanaf toen werden we als individu helemaal vermorzeld door de grote bedrijven. Alle bedrijfsprocessen werden gerationaliseerd; alles werd vastgelegd en gecontroleerd. De post­bode kon niet meer onbekommerd zijn route lopen, maar moest het voorgeschreven traject volgen, waarbij hij soms zelfs via gps wordt gemonitord. De vraag van de werkgever is daarbij altijd: kan het sneller, is er een betere route? Kortom, kan het nog goedkoper?

Met het neoliberalisme kwam ook een nieuw mensbeeld, dat vooral bestond uit een nieuwe opgave voor de mens. Voortaan moest je aan jezelf werken alsof je een product was. Het leven werd een pitch, waarin je je voortdurend moest bewijzen tegenover anderen.

De vraag is dan: hoe zit het met degenen die er niet in hun eentje in slagen om succesvol te worden of zich op z’n minst te redden? Met de mensen die kwetsbaar zijn en niet dezelfde intellectuele capaciteiten hebben als anderen? Die mensen worden in de steek gelaten. De solidariteit is verdwenen, je kunt niet meer rekenen op anderen, op mensen in je buurt – de sociale orde is koud en onverschillig geworden.’

Het neoliberalisme bracht een nieuw mensbeeld: je moet aan jezelf werken alsof je een product bent

Lachend, op ironische toon: ‘Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. De sociale netwerken werden geïntroduceerd, een wereld waarin we plotseling wél leken mee te tellen. Mensen werden dan wel geminacht door de politiek en vernederd op hun werk, maar ze konden zich volop uiten op sociale media. In het begin was het nog ludiek: je liet foto’s van je etentjes, vakanties en kinderen zien. Maar al snel werden sociale media minder speels en steeds meer van levensbelang. Iedereen kon op zijn eigen pagina zeggen wat hij wilde. We werden weer gezien, dachten we.

De gevolgen daarvan waren desastreus. Want wat creëer je met sociale media? Een wereld waarin je eigen woorden – of je eigen beelden – centraal staan, waarin anderen niet meer meetellen. Zo zie je hoe, zoals ik het noem, de ik-tiran werd geboren.’

En zo werden we allemaal koningen in socialemedialand?
‘Niet echt. Dat zie je aan mensen die de hele dag als bezetenen aan het klikken zijn; ze blijven maar doorgaan, omdat ze niet krijgen wat ze willen. De industrie die hierachter zit kent onze behoeften: die blijft ons voeden met kunstmatige opiaten, met likes. Maar echt kalm worden we er niet van. Je krijgt een paar likes, maar de wereld zal er niet door veranderen – je posts verdwijnen net zo snel op de vuilnishoop van de geschiedenis als dat je ze hebt getypt.

Zo wordt ons gevoel van onvermogen alleen maar bevestigd, en zelfs vergroot. Dat leidt tot frustratie en uiteindelijk tot geweld. Het is het idee van de oorlog van allen tegen allen, waar de zeventiende-eeuwse filosoof Thomas Hobbes over schreef. Afgelopen jaar zag je dat zijn werk meer is dan een theorie. Neem de bestorming van het Capitool. Dat is waar een wereld vol ik-tirannen toe leidt.’

Mensen bestempelen als ‘ik-tirannen’ klinkt niet zo aardig.
‘Het is niet onaardig bedoeld, ik geef enkel een diagnose van de wereld waarin de mens zo’n tiran kon worden. Het is geen beschuldiging van die mens, maar een aanklacht jegens die wereld. Het is niet zo gek dat de mens gebruikmaakt van de schijnbare redding van sociale media als de wereld in brand staat.

Mijn remedie schuilt dan ook niet in een genezing van de mens. Het is de samenleving die we moeten genezen. Wat mij betreft doen we dat door mensen in staat te stellen om op alternatieve manieren te leven, waarbij ook onze aarde wordt gerespecteerd.’

Hoe moeten we dat doen? Moet iedereen een basisinkomen krijgen?
‘Het basisinkomen is sinds een jaar of tien een populair uitgangspunt. Maar ik zie er niets in. Als iedereen een beetje geld krijgt zal de wereld niet veranderen. Iedereen wordt naar zichzelf terugverwezen: iedereen blijft dezelfde baantjes houden, maar met iets meer geld. Het basisinkomen is ook een geliefd idee van de Silicon Valley-goeroes, maar dat is niet uit naastenliefde. Met dat beetje geld willen ze vrede kopen, opstanden voorkomen, als er door de toenemende robotisering straks geen werk meer is.

Ik zie dat mensen in deze tijd van verwarring behoefte hebben aan iets anders, een andere manier van leven. Denk aan jonge mensen die stoppen met hun werk in de stad en ervoor kiezen om aan permacultuur te gaan doen – duurzame landbouw op kleine schaal. Of ze openen winkeltjes, of bibliotheken in kleine plaatsen.

Het grote probleem is dat niet iedereen zich kan veroorloven om te zeggen: “Ik heb genoeg van mijn werk bij een communicatiebureau, ik ga met wat vrienden een stukje land bewerken.” Daarom moeten we als samenleving zo veel mogelijk van dit soort alternatieve projecten ondersteunen. Projecten van mensen die uitgaan van meer gelijkheid tussen de deelnemers; activiteiten die zinvol, creatief, en respectvol naar de biosfeer zijn.

Voor mij is het ook een vorm van verzet tegen de grote schaal die tegenwoordig dominant is en waardoor we als individu geen zeggenschap meer kunnen uitoefenen over het arbeidsproces.

Vergelijk dat met de ambachtsman: die beheerst het hele proces, van begin tot eind. Terwijl we onder onze manager niet meer dan pionnen zijn in een onoverzichtelijk proces – en ook nog eens vervangbare pionnen. Dat gaat ten koste van de mens. Je verliest daardoor je zelfrespect.’

Dat klinkt als het socialisme van Marx.
Voilà, absolument. En ook in deze tijd geldt nog steeds dat we als mens beter af zijn als we gelijkwaardig en samen met anderen ergens aan werken of leven. Als het aan mij ligt, worden mensen daarin ondersteund. Als ze slagen in hun opzet kunnen ze het ontvangen geld teruggeven of aan een ander collectief geven.’

Deze oplossing klinkt ook als een vlucht voor de grote problemen van deze tijd. Hoe zit het bijvoorbeeld met de solidariteit met de mensen die niet het leven kunnen leiden dat u schetst, bijvoorbeeld omdat ze arbeidsongeschikt zijn?
‘Daar ben ik me van bewust, dit is dan ook niet het hele verhaal. We moeten ook de oude verzorgingsstaat weer in ere herstellen. We moeten erop kunnen vertrouwen dat we als land, als wereld, gericht zijn op het gemeenschappelijk goed. Er moeten goede ziekenhuizen zijn waar iedereen terechtkan, en goed onderwijs voor iedereen.’

Terug naar het eerste deel van uw plan. Zou het ook iets voor u zijn, zo’n alternatief leven?
‘Ik ben een tegenvoorbeeld, waarschijnlijk omdat ik schrijver ben. Ik zie mijzelf niet snel deel uitmaken van een collectief. Maar wat ik wel heb is iets wat veel mensen nu missen, en wat ze in dat alternatieve leven meer kunnen vinden: creativiteit.

Verder ben ik nu al, anders dan de mensen die ik zojuist beschreef, onafhankelijk van anderen die macht over mij zouden kunnen uitoefenen. Ik heb geen manager. Ik leid dus in veel op-zichten al het leven dat ik anderen toewens.’

Het tijdperk van de ik-tiran. Het einde van een gemeenschappelijke wereld
Éric Sadin | Wereldbibliotheek | 272 blz. | € 24,99


Éric Sadin (1973) is een Franse techniekfilosoof en schrijver. In zijn boeken en essays onderzoekt hij de invloed van nieuwe technologieën op de maatschappij. Van zijn hand verschenen naast Het tijdperk van de ik-tiran (dat in 2020 reeds in het Frans verscheen) onder andere La vie algorithmique. Critique de la raison numérique (2015) en La silicolonisation du monde (2016). Ook gaf hij enige tijd les aan de kunstacademie in Toulon.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.