Home Filosoferen met kinderen: ‘In het leger mag je moorden plegen’
Filosoferen met kinderen

Filosoferen met kinderen: ‘In het leger mag je moorden plegen’

Maaike Merckens Bekkers en Sabine Wassenberg runnen samen Wonder-Why, een organisatie met als doelstelling om het filosoferen met kinderen en jongeren te stimuleren. Iedere maand leggen zij een thema voor aan de klas. Deze maand: oorlog.

Door Sabine Wassenberg en Maaike Merckens-Bekkers op 23 oktober 2014

Filosoferen met kinderen: ‘In het leger mag je moorden plegen’

Maaike Merckens Bekkers en Sabine Wassenberg runnen samen Wonder-Why, een organisatie met als doelstelling om het filosoferen met kinderen en jongeren te stimuleren. Iedere maand leggen zij een thema voor aan de klas. Deze maand: oorlog.

Cover van 09-2014
09-2014 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Natuurlijk wil niemand oorlog!’ roepen de meeste kinderen. Ik kijk rond in groep acht op een Amsterdamse basisschool. Tekeningen met vrolijke kleuren aan de muur, stapeltjes boeken op de tafeltjes. Intrigerende kunstwerkjes hangen aan een waslijn voor de ramen.

‘Maar waarom voeren we dan oorlog?’ Ik zeg expres ‘we’ om de oorlog wat dichterbij te halen. De kinderen gaan in op het waarom, niet op wie.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Omdat hun land is afgepakt.’ ‘Of omdat er olie in dat land is!’

‘Of er is een dictator en die is heel rijk, terwijl alle mensen arm zijn en die gaan dan protesteren.’

Ze weten ervan, want ze kijken iedere ochtend naar het jeugdjournaal. Maar bovendien is deze klas op een enkeling na Moslim. Meer dan de helft uit Marokko. De rest uit Afrikaanse en Oost-Europese landen. Misschien komt er wel iemand uit Egypte, Syrië, Irak of Afghanistan. Ik zie hun onschuldige gezichtjes, op de vooravond van hun puberteit.

Het vuur waarmee ze de redenen aandragen, lijkt erop te duiden dat hun ouders erg betrokken zijn met alle onrust in Islamitische landen.

‘Okee, waarom is oorlog precies erg?’ vraag ik naar een goede redenering.

Dat ligt voor de hand en de vingers schieten de lucht in. Vooral de dames zijn verontwaardigd. ‘Omdat er allemaal onschuldige slachtoffers vallen’, weet Naima.

‘Oh, en bestaan er ook schuldige slachtoffers?’ vraag ik.

Mo weet zich goed te verwoorden: ‘De burgers die niet in het leger zitten, de vrouwen en kinderen enzo. Zij zijn onschuldig. Het leger met soldaten, die gaan ook heel vaak dood.’

‘Maar ze zijn ook niet echt schuldig,’ betoogt Destiny. ‘Ze moeten gewoon vechten voor hun land.’

‘Eigenlijk zijn ze wel schuldig…’ peinst Abdelrachman, ‘want ze plegen moorden.’

‘Nee maar als je in het leger zit mág je moorden plegen.’

‘Dat noem je dan niet zo!’

Welles, nietes. Welles, nietes.

Ze discussiëren verwoed verder en bijten zich vast in het probleem of het nog ‘moorden’ heet, als je van de staat een bevel hebt gekregen om mensen neer te schieten of op te blazen. Het is een taalfilosofische vraag. En omdat moorden niet mag, ook een ethische.

Ik ben blij dat de kinderen van een jaar of elf/twaalf hier zo theoretisch over kunnen praten, zonder er bloederige beelden bij te hebben.

We kunnen nog wel een blikje ethiek opentrekken. Ik weet zeker dat we hier nog een half uur over door kunnen praten.

‘Waaróm mag je niet moorden eigenlijk?’