Onzichtbare hand
Adam Smith (1723-1790)
Onbedoeld stelt zich een optimale sociaal-economische ordening in.
Wat is het?
Het najagen van eigenbelang brengt onbedoeld veel goeds voort.
Wat doet het?
Eigenbelang – het principe van de vrije markt – is niet immoreel. Sterker nog, het draagt bij aan de gemeenschap.
Een geslaagde samenleving veronderstelt dat mensen iets voor elkaar over hebben. Het lijkt zo evident dat verder argumentatie overbodig lijkt. Toch ligt het niet zo eenvoudig. Een samenleving kan namelijk evenmin zonder een stevige dosis egoïsme onder haar burgers. De scherpste waarnemer van deze paradox was de Schotse filosoof Adam Smith, die signaleert hoe een ‘onzichtbare hand’ egoïsme omsmeedt tot een motor achter het algemeen belang.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Zijn filosofie
Smith vraagt aandacht voor de drijfveer van de slager, de brouwer en de bakker. Waarom doen zij hun best op het vlees, bier en brood dat ze bereiden? Niet uit deugdzaamheid. Ze weten dat klanten hun producten elders halen als deze van slechte kwaliteit of te duur zijn. Deze gerichtheid op het eigenbelang zorgt voor een goede prijs-kwaliteitverhouding. Aan dit proces komt geen toezichthouder te pas die de regie voert. Onbedoeld, via een ‘onzichtbare hand’, stelt zich een optimale sociaal-economische ordening in.
Historische achtergrond
Het eigenbelang rehabiliteert Smith onder meer in zijn hoofdwerk Rijkdom der naties (1776). Zijn conclusie was zo revolutionair omdat die in tegenspraak was met de christelijke ethiek. Deze predikte onbaatzuchtigheid; hebzucht gold als één van de zeven doodzonden. Dankzij de ontdekking van ‘de onzichtbare hand’ zou hij uitgroeien tot de filosoof van de vrije markteconomie. Overigens heeft hij ook veel aandacht voor de omstandigheden waarin het eigenbelang verkeerd uitpakt.
Het probleem
Het blijft lastig voorstelbaar dat processen ook prima kunnen verlopen zonder dat iemand de touwtjes strak in handen heeft. Deze overtuiging beperkt zich niet tot economische kwesties, maar manifesteert zich op uiteenlopende terreinen. Een treffende illustratie is de scepsis waarmee doorgaans wordt gesproken over de internetencyclopedie Wikipedia: hoe is de kwaliteit gewaarborgd zonder centraal toezicht? Intuïtief wantrouwen we het als iets spontaan tot stand komt.
De oplossing
Smith legt bloot hoe zich zonder centrale regie een ordening kan instellen waar iedereen van profiteert. Wikipedia is hiervan een treffend voorbeeld, liet Nature niet zo lang geleden zien. Het meeste gezaghebbende tijdschrift ter wereld nam de internetencyclopedie de maat. Wat bleek? Wikipedia kon zich prima meten met de gerenommeerde Encyclopedia Britannica. Het grote verschil: waar de eerste tot stand komt via vrijwilligers met elk hun eigen interessegebied, staat de tweede onder strenge supervisie van een redactie. Iets meer vertrouwen in spontane maatschappelijke krachten is dus gerechtvaardigd.