Home Eugenetica in strijd met mensenrechten
Mensenrechten

Eugenetica in strijd met mensenrechten

Door Maja Pellikaan-Engel op 04 januari 2000

01-2000 Filosofie magazine Lees het magazine

Hitlers eugeneticaproject heeft ons tenminste nog iets goeds opgeleverd! En wel de uitgesproken wil om voortaan aan alle mensen op voet van gelijkwaardigheid basisrechten toe te kennen. Dat is de essentie van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens die door vrijwel alle landen ondertekend is. Je moet dus al met heel sterke argumenten aankomen, als je die rechten terzijde wilt schuiven. En Rietdijks eugeneticaconcept voldoet daar beslist niet aan.

Zeker. Bepaalde geaccepteerde opvattingen en praktijken lijken hem misschien gelijk te geven. In een filosofische discussie gaat het er echter niet om wat geaccepteerd is, maar wat moreel acceptabel is. Rietdijk wil – in het belang van het geluk van de samenleving – ruime mogelijkheden voor abortus en voor euthanasie kort na de geboorte in geval van lichamelijk of geestelijk gehandicapte kinderen. Hij plaatst daarmee de menselijke individuen in een hiërarchisch perspectief van het maatschappelijk belang. Het aantal van degenen die daaraan volgens hem het minste bijdragen dient gereduceerd te worden. Het aantal van de door hem hooggewaardeerde intellectueel hoogbegaafden daarentegen zou hij via zaadbanken en gentechnologie willen opvoeren. Deze wat hij noemt ‘humane selectie’ zou het totale geluk in de wereld bevorderen en een beperking van de bevolkingsgroei betekenen. Lariekoek natuurlijk! Al was het alleen al omdat geluk een relatief begrip is.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Eugenetica via gentechnologie 

Stel dat er een ruime beschikbaarheid zou komen van sperma van zijn Harvard-studenten. Er zullen dan eerder méér dan minder kinderen geboren worden. En die kinderen zullen dan waarschijnlijk een wat hoger IQ hebben, maar of ze daarmee gelukkig zullen zijn is nog maar de vraag. Ook hoogbegaafdheid is slechts een relatief begrip en aan inflatie onderhevig. Het wordt dan gewoon wat meer dringen voor nominaties dan de beste in de klas, de studiebeurs et cetera, met alle bijbehorende frustraties. En met extra frustraties voor degenen die zich geconfronteerd zien met een hele drom van al die slimme betwetertjes.

En deze speciaal gefokte betwetertjes zelf? De spermadonoren zullen zich wel niet persoonlijk als hun liefhebbende vaders opwerpen, maar in anonimiteit ondergedoken blijven. Daarmee wordt aan hen allen tekort gedaan wat betreft de elementaire rechten die hun volgens het VN Verdrag van de Rechten van het Kind toekomen. Bijvoorbeeld het recht op identiteit (artikel 8). Dat gaat geheid problemen geven in hun persoonlijkheidsontwikkeling en zal een negatief effect hebben op hun emotionele en sociale welbevinden. Zij zijn het kind van de rekening in de Rietdijks voorstellen op het punt van gentechnologie. Voor hen geen optimalisering van geluk! Verder valt – door onbekendheid met de genetische afkomst – te vrezen voor incesthuwelijken. Wel een contraproductief effect als je nu net uit bent op eugenetica!

Nee, die zaadbanken met sperma van hoogbegaafde studenten zijn toch niet zo’n goed idee. Noch voor een verhoging van de kwaliteit en het geluk van de wereldbevolking, noch voor een reductie van de kwantiteit ervan. Jammer voor de heren studenten, die hadden gedacht er zo gemakkelijk wat geld bij te kunnen verdienen, maar moreel gaat het niet door de beugel. Mijns inziens zou Rietdijk, als hij echt zo bezorgd is over de omvang en groei van de wereldbevolking – en die zorg deel ik met hem – beter voor meer terughoudendheid op het punt van de beschikbaarstelling van sperma kunnen pleiten.

Zelfde morele uitgangspunten. Verschillende gevolgen

Grappig is dat Rietdijk en ik vergelijkbare morele standpunten innemen, maar dat die tot zeer verschillende conclusies en handelwijzen blijken te kunnen leiden. Hij zegt: ‘Als je een morele beslissing moet nemen, dan hoef je je maar één ding af te vragen: hoe kan ik naar redelijkheid zo handelen dat dat het geluk vergroot of het lijden vermindert?’ Dat getuigt van een verantwoordelijkheidsgevoel, waaraan ook ik mijn handelen pleeg te ijken. Daarbij beschouw ik ieder volwassen, normaal begaafd mens verantwoordelijk voor zijn of haar daden en de te verwachten gevolgen daarvan.

Maar Rietdijk zou als jongeman, zijn eigen theorie in praktijk brengend, waarschijnlijk grif zijn sperma beschikbaar hebben gesteld. Genetisch gezien zouden er dan inmiddels honderden halve Rietdijkjes op de wereld rondlopen – vast hele slimmeriken. Terwijl ik met al mijn verstand en verantwoordelijkheidsgevoel de wereldbevolking maar met twee kinderen verrijkt heb. En zou weigeren ook maar één eicelletje af te staan, hoewel ik toch niet te beroerd ben voor een halve liter bloed bij tijd en wijle.

Eugenetica via abortus…

Ook op het punt van abortus en euthanasie hebben Rietdijk en ik gedeeltelijk vergelijkbare opvattingen. Terwijl we in de praktijk veelal totaal verschillend zouden beslissen.

Volgens een simplistische interpretatie van de mensenrechten zijn abortus en euthanasie zonder meer taboe. Artikel 3 van de Universele Verklaring kent aan ieder het recht op leven toe. En volgens de preambule van het Verdrag van de Rechten van het Kind geldt dat recht ook voor het leven vóór de geboorte. Daar ga ik dan met mijn beoordelingscriterium! Maar zo simpel ligt het toch niet. Het gaat er om de verschillende mensenrechten tegen elkaar af te wegen en daar een balans in te vinden. Zo staat in artikel 16 van het VN Vrouwenverdrag dat mannen en vrouwen zelf het recht hebben te bepalen of en hoeveel kinderen ze willen krijgen. En uit datzelfde artikel valt af te leiden dat vrouwen een vetorecht hebben over haar eigen zwangerschappen. Als een vrouw nu tegen haar wil toch zwanger is en meent de verantwoordelijkheid voor haar kind niet op zich te kunnen en/of willen nemen en dat een levensgroot probleem voor haar zou zijn – terwijl een embryo de eerste zes maanden zelfs geen pijn kan ervaren: dan lijkt het toch redelijk in die periode aan de vrouw meer rechten toe te kennen dan aan haar embryo. Het is dan aan de vrouw zelf om af te wegen welk leed voor haar groter zou zijn: dat van het uitdragen van haar problematische zwangerschap of van een abortus. Want opgemerkt mag wel worden dat elke abortus voor de betrokken vrouw een traumatische gebeurtenis is, die ze haar leven lang niet zal vergeten. Liever dus voorkomen! Abortus kan echter in mijn ogen een verantwoorde keuze in een tragisch dilemma zijn. Dat dilemma wens ik niemand toe, maar soms kom je nu eenmaal voor dit soort existentiële beslissingen te staan.

…en euthanasie

Datzelfde geldt ook voor euthanasie. Ik beperk me hier tot euthanasie met betrekking tot op pas geborenen. Natuurlijk, ieder kind dat geboren wordt heeft recht op leven. Dat recht dient gerespecteerd te worden. Maar soms slaagt de medische technologie er met veel kunst- en vliegwerk in een menselijk wezen geboren te laten worden, dat zwaar gehandicapt is en waarvoor het perspectief is dat het in afhankelijkheid van de medische technologie wel in leven gehouden kan worden, maar waarvoor de ouders de verantwoordelijkheid niet kunnen en/of willen dragen. Dat is dan een menselijk wezen, maar niet een mens die vrij en gelijk in rechten geboren is (artikel 1 van de Universele Verklaring). Als in zo’n geval de conclusie van het overleg tussen artsen en ouders is dat in leven houden wreder zou zijn dan het leven te ontnemen – ja, dan vind ik wel dat artsen de moed en de juridische mogelijkheid moeten hebben levenbeëindigend te handelen. Het is per slot de taak van de arts lijden te verlichten en niet te verlengen.

Maar die conclusie dient wel los te staan van overwegingen van het belang of geluk van de samenleving. Of de genetische kwaliteit. Iedere geneticus zou je trouwens kunnen voorrekenen hoe gering het eugenetisch effect zou zijn van zelfs een zeer drastische eliminatie van mongolen. Voor zover ik euthanasie op pasgeborenen verantwoord acht, is dat alleen met het oog op het belang van die kinderen zelf. En in het besef dat het trauma voor de ouders levenslang zal duren.

Dit soort situaties zijn en blijven tragische dilemma’s, waarin van geval tot geval beslist moet worden. Met verstand en geweten. Het enige houvast dat VN-verdragen van de mensenrechten ons in dergelijke omstandigheden bieden is de herhaalde bepaling dat in alle gevallen het belang van de kinderen de doorslag dient te geven.

Eugenetica versus mensenrechten

Al met al ga ik dus best een eindje met Rietdijk mee in zijn pleidooi voor ruimere mogelijkheden voor euthanasie met betrekking tot pas geboren zwaar gehandicapte kinderen. Maar dat doe ik dan wel vanuit een ander perspectief en ik kom ook veel eerder aan een morele grens. Met zijn eugeneticaconcept plaatst Rietdijk de mens in een hiërarchisch perspectief en vindt dat kinderen die volgens hem het minst zullen bijdragen aan het geluk en belang van de samenleving geëlimineerd zouden moeten worden.

Maar in zijn geluksberekening laat hij de debetzijde van het verdriet te weinig meewegen. Dat is niet fair: als je een emotionele waarde als geluk erkent en nastreeft, dan hoor je ook de tegengestelde waarde te erkennen. Misschien dat Rietdijk als man aan dat verdriet wat minder zwaar tilt. Het leeuwendeel van dat verdriet komt namelijk wel bij vrouwen terecht. Zij zijn het die haar zwangerschap zien eindigen in de rationele beslissing haar eigen kind te laten doden. De twijfel over de juistheid van die beslissing blijft knagen. Desnoods kun je dan wel je eigen kind laten elimineren. Maar het trauma dat je daarbij oploopt laat zich niet elimineren. Mensen zijn nu eenmaal begiftigd met verstand en geweten (art. 1 UV) .

Bij mij staan de belangen en rechten van ieder individu voorop. Het recht op leven in de eerste plaats. Ik vind dat de samenleving al die belangen en rechten zoveel mogelijk moet dienen en beschermen. Met als uitgangspunt de principiële gelijkwaardigheid van alle mensen. Zo is dat vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Ik geef toe, die Universele Verklaring levert ons ook geen absolute, onveranderlijke, objectieve norm voor het handelen. Maar het is wel de beste richtlijn die de mensen recentelijk, na zorgvuldige overwegingen en met vrijwel algehele instemming hebben kunnen bedenken. En dat is toch beduidend meer dan een beroep op ‘de publieke opinie’, zoals die bijvoorbeeld uit een Volkskrant-enquête zou blijken.

Bevolkingsgroei

De optimalisering van het geluk van de samenleving is een ideaal dat Rietdijk en ik beiden koesteren. Maar hoe verschillend zijn de wegen waarlangs we daarnaar willen streven! Hij via zijn eugeneticaconcept. Ik via de implementatie van de mensenrechten. Voor ons beiden geldt dat we daarbij een beperking van de bevolkingsgroei als belangrijk positief neveneffect zien. Maar volgens mij zou zijn eugeneticaconcept helemaal niet zulke positieve effecten opleveren! Via die zaadbanken zou je alleen maar meer in plaats van minder kindertjes krijgen. Ze zouden wat slimmer zijn, dat wel, maar daarmee nog niet persé gelukkig. De door hen toegenomen bevolkingsgroei zou dan misschien gecompenseerd worden door de eliminatie van de zwaar gehandicapte kinderen. Maar zo’n eliminatie is ook niet bepaald gelukbevorderend. Daarvoor is de prijs die ons geweten moet betalen te hoog.

Nee, iedereen die zich maar een beetje heeft verdiept in de problemen van de bevolkingsgroei weet waar de knelpunten zitten en hoe die het meest effectief bestreden kunnen worden. Door onderwijs aan vrouwen. Door vrouwen op de hoogte te stellen van middelen voor geboortebeperking. En door die middelen beschikbaar te stellen. Beroerd genoeg, maar die vorm van ontwikkelingswerk wordt in veel landen tegengewerkt. Onder andere door bepaalde kerkelijke leiders. Zelf claimen die kerkelijke leiders wel het recht op godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Akkoord. Daar hebben ze recht op. Maar ze hebben er geen recht op anderen hun recht om zelf te beslissen over het eigen doen en laten te ontnemen. Dat is religieuze dictatuur. De paus is zo een van de grootste schenders van de mensenrechten. Het zou goed zijn als iemand als Rietdijk zijn energie stortte in de strijd voor het elementaire mensenrecht van vrouwen om samen met hun partners in vrijheid en verantwoordelijkheid zelf te bepalen of en hoeveel kinderen ze zouden willen krijgen. De implementatie van dat recht is veruit het meest effectief om de wereldbevolkingsgroei te stuiten.

Maar ik heb nog een andere invalshoek voor Rietdijk in petto als hij de bevolkingsgroei wil bestrijden. Dat is een beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel van zijn seksegenoten. Ik kom weer even terug op dat uitgangspunt van mij. Ik houd ieder volwassen, normaal begaafd mens verantwoordelijk voor zijn / haar daden en de daarvan te verwachten gevolgen. Maar mannen zijn soms al te kwistig met hun sperma, zonder zich te bekommeren om de gevolgen. Voor de ene cultuur geldt dat meer dan voor de andere. Ik zou hen expliciet (mede-)verantwoordelijk willen stellen voor elk kind dat uit hun sperma geboren wordt. Zowel voor de praktische als de financiële zorg. Wedden dat dat de bevolkingsgroei aardig zou reduceren?

Conclusie

Kortom: ik beschouw Rietdijks eugeneticaconcept als een heilloze heilsleer. Verantwoordelijkheidsbesef en mensenrechten zouden volgens mij op een meer humane wijze kunnen leiden tot een beperking van de bevolkingsgroei en de optimalisering van het geluk van de samenleving.