Home Politiek Een samenleving van winnaars en verliezers | recensie
Economie Politiek Rechtvaardigheid

Een samenleving van winnaars en verliezers | recensie

De Amerikaanse filosoof Michael Sandel constateerde in de jaren negentig al een diepe ontevredenheid in het democratisch bestel.

Door Daan Roovers op 14 juli 2023

bestorming Capitool januari 2021 Trump aanhang het onbehagen in de democratie De bestorming van het Capitool in januari 2021. Beeld Tyler Merbler

De Amerikaanse filosoof Michael Sandel constateerde in de jaren negentig al een diepe ontevredenheid in het democratisch bestel.

FM 07/08
07/08-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Het onbehagen in de democratie – het is de juiste titel op het juiste moment. Toch schreef Harvard-filosoof Michael Sandel (1953) eind vorige eeuw al een lijvig boek over democracy’s discontent. De nieuwe, recent vertaalde editie bundelt eerder werk uit 1996. Sandel herzag de teksten grondig en schreef ook een uitgebreide nabeschouwing, waarin hij op de eerste twee decennia van deze eeuw reflecteert. De terminologie is in de loop der jaren iets veranderd – ook Sandel spreekt nu van neoliberalisme –; de diagnose blijft dezelfde, al is de toestand ondertussen verslechterd.

Drie grote bewegingen liggen aan de basis van de maatschappelijke ongelijkheid, die sinds de jaren tachtig enorm is toegenomen: globalisering, financialisering en de meritocratie. Concurrentie werd wereldwijde concurrentie, kapitaal flitst ongehinderd de wereld rond op zoek naar het laagste belastingpunt, en tegelijkertijd maken de rijken zichzelf (ten onrechte) wijs dat ze hun succes zelf hebben verdiend – een herkenbaar sandeliaans thema, dat hij eerder uitwerkte in De tirannie van verdienste. Dat creëert, zegt Sandel, een steeds diepere kloof – niet alleen economisch, maar ook sociaal. Je ziet het terug in de uitslagen van de verkiezingen. Waar tot twee decennia geleden vooral ­sociaal-economische thema’s de verkiezingsuitslag bepaalden, speelt nu de strijd om sociale erkenning een grote rol: gehoord willen worden.

Bevoordeelde rijken

Om het recente onbehagen te begrijpen gaat Sandel terug in de geschiedenis. Hij onderscheidt twee vormen van ‘politieke economie’. De eerste vorm wortelt in de Amerikaanse onafhankelijkheid en staat in dienst van burgerschap en zelfbestuur, waarbij het vooral van belang is dat iedere burger kan deelnemen en een gelijkwaardige stem heeft. Het tweede begrip van politieke economie draait om economische groei en de verdelende rechtvaardigheid. Het is de politieke economie die dominant werd vanaf de Tweede Wereldoorlog. Daar begint Sandels kritische verhaal.

Opvallend is dat Sandel niet alleen uithaalt naar de Republikeinse presidenten Reagan, Bush en Trump; hij ziet Clinton en Obama als een neoliberale voortzetting van hetzelfde economische beleid. In 1980, bijvoorbeeld, toen Reagan werd verkozen, verdienden CEO’s van grote bedrijven 35 keer zoveel als de gemiddelde werknemer. In 1992, toen Clinton aantrad, was dat 109 keer zoveel. Aan het einde van zijn regeerperiode was die ratio verdrievoudigd: een CEO verdiende gemiddeld 366 keer meer dan zijn werknemers.

Ook Obama verliet al snel zijn belofte van verandering en continueerde, ook na de economische crisis van 2008, de technocratische politiek van de­ regering-Bush. Op een bozere toon dan we van hem gewend zijn schrijft Sandel over ‘de speculatieve braspartij’ van ­Wallstreet-bankiers die werd afgewenteld op gewone Amerikanen. Obama redde de banken, maar deed niets voor de gewone huizenbezitters. Daardoor groeide het wantrouwen tegen het politieke systeem, dat – terecht, schrijft Sandel – werd gezien als een netwerk dat de rijken bevoordeelt. Het bereidde de weg voor Trump. Hij was geen breuk met het systeem, hij was de vrucht ervan en stond klaar om de wrok oogsten. Joe Biden – in de ogen van Sandel net iets minder elitair – krijgt nog een klein beetje krediet omdat hij de waardigheid van werk weer vooropstelt en werk maakt van publieke investeringen.

Krachteloze politiek

Sandels analyse van een neoliberale, politieke economie die resulteert in een ongeïnspireerde, krachteloze politiek doet denken aan wat minister van Staat Herman Tjeenk Willink – een ander geweten dat al decennialang over dit thema schrijft – zei in het tv-programma Buitenhof. Politici, zei hij, spreken te veel de taal van economen en managers. Het getuigt van een armetierige opvatting van politiek als je alle belangen bij elkaar aan tafel zet (zoals bij het Landbouwakkoord) en dan hoopt dat het algemeen belang als vanzelf komt bovendrijven. Zo werkt dat niet. Het doel van de politiek is niet om te bemiddelen tussen concurrerende belangen, maar om die te overstijgen en om te streven naar het welzijn van de gemeenschap als geheel. Een politieke gemeenschap vraagt om het formuleren en verdedigen van overstijgende publieke belangen, in plaats van het najagen van eigenbelang tot centrale kracht te maken.

Even tussendoor… Meer lezen over politieke filosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

De krachteloze politiek van de laatste decennia komt amper verder dan het volgen van de wetten van de markt en weet haar burgers onvoldoende te beschermen tegen de groeiende economische ongelijkheid. Als de rijken ook nog menen dat hun vermogen zelfverdiend is, verdiept de kloof zich verder door gevoelens van sociale vernedering. Sandel heeft veel begrip voor de rancune die dit oproept.

Het tij keren vraagt om erkenning van dit diepgevoelde ongenoegen en het heroveren van een moreel geïnspireerde politieke economie van burgerschap.

Het onbehagen in de democratie. Denken in tijden van crisis
Michael J. Sandel
Ten Have
448 blz.
€ 24,99