‘Over smaak valt wel te twisten.’
Van de uitspraak dat over smaak niet te twisten valt moest Immanuel Kant (1724-1804) weinig hebben. Het is een cliché ‘waarmee iedereen die geen smaak heeft zich tegen berisping meent te kunnen verweren,’ schrijft hij in de Kritiek van het oordeelsvermogen uit 1790. Over smaak valt wel degelijk te twisten. Sterker nog: als we ergens een smaakoordeel over vellen – we vinden iets mooi of lekker – zijn we er diep vanbinnen van overtuigd dat iedereen dat behoort te vinden.
In 2024 is het driehonderd jaar geleden dat Immanuel Kant (1724-1804) werd geboren. De Duitse filosoof is een van de belangrijkste moderne filosofen en hij moedigde iedereen aan om ook zelf te denken. In de online serie ‘Durf te denken’ reageren bekende denkers en doeners op citaten van de Duitse verlichtingsdenker.
Een smaakoordeel is altijd algemeen bedoeld, en tegelijk is het volgens Kant onmogelijk om er bewijzen voor te leveren. Er zijn namelijk geen algemene wetten voor wat mooi en wat lelijk is. ‘Iemand kan alle ingrediënten van een gerecht voor me opnoemen en over allemaal opmerken dat ik ze anders altijd lekker vind,’ schrijft Kant, maar ‘voor al die argumenten ben ik doof.’ Kunnen we onze smaakoordelen dan helemaal niet onderbouwen? Dat ook weer niet, meent Hiske Versprille, culinair journalist bij de Volkskrant en afgestudeerd op de filosofie van Kant. ‘Je kunt geen harde bewijzen leveren dat een gerecht lekker is, maar wel redenen geven.’
Mayonaise
Hoe iets smaakt heeft te maken met balans en techniek, zegt Versprille. Wat dat betreft kun je prima redenen aandragen voor je smaakoordeel. ‘Neem bijvoorbeeld mayonaise. Dat is eigenlijk een wonder: je gooit een eidooier en een heleboel olie bij elkaar en als je het dan op de juiste manier klopt wordt het een soort wolk. Maar als je het verkeerd doet is het geschift. Als je geschifte mayonaise krijgt voorgezet in een restaurant kun je uitstekend beargumenteren waarom het niet goed is.’
Volgens Kant kan een smaakoordeel alleen gebaseerd worden op eigen ervaring. ‘Ik proef het gerecht op mijn eigen tong en gehemelte, en bepaal mijn oordeel op grond daarvan,’ schrijft hij. Maar volgens Versprille speelt bij smaak ook vertrouwen een belangrijke rol. ‘Als recensent krijg je het vertrouwen van je lezers. Die denken: Hiske weet er wat van, die heeft al zoveel verschillende dingen gegeten, die kan wel een goed oordeel vellen. En ik doe dan weer mijn best om mensen mee te nemen in wat ik heb meegemaakt. Mijn recensies zijn altijd een reportage van de hele avond in het restaurant, zodat lezers mijn oordeel kunnen invoelen.’
Even tussendoor… Meer lezen over Kant en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Meld u aan voor onze nieuwsbrief
En juist in het geval van eten is invoelen goed mogelijk. Versprille: ‘Iedereen heeft ervaring met eten. Mensen weten precies hoe het is om iets te eten wat ze lekker vinden en ook hoe het is om ergens te zijn waar je je niet welkom voelt. Dat past dus wel weer goed bij Kant: iedereen heeft het vermogen om over smaak te oordelen.’