‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt,’ zei Cruyff. Je neemt iets pas waar als je snapt waar je naar moet kijken. Alleen dan ga je zien wat er is. Maar klopt die gevleugelde uitspraak wel?
Neem dit voorbeeld. Ik voerde jaren geleden een socratisch gesprek over de vraag welke dingen je kunt beïnvloeden als stedenbouwkundige. Aan tafel zaten experts uit politiek, architectuur en stedenbouw. Het voorbeeld betrof de ontwikkeling van het Java-eiland in Amsterdam en de ervaringen van stedenbouwkundige Ton Schaap en architect Sjoerd Soeters.
‘Een idee omvat niet alleen de wereld buiten je, maar ook je innerlijke werkelijkheid’
Hun plan voor bebouwing van het eiland ontstond niet uit spreadsheets of vergaderrapporten, maar op een bootje. Vanaf de Oostelijke Handelskade voeren ze naar het toen nog lege eiland. Daar kregen ze het plan om de langgerekte strook land verticaal te doorsnijden met smalle grachten. Dit eenvoudige maar krachtige idee bracht esthetiek, ruimte en verbinding teweeg. Kwam dat enkel voort uit zien en snappen? Of was er meer voor nodig, een visionaire blik die naast kijken en begrijpen ook verbeelding vereist?
Een idee is letterlijk een visie, een speciale manier van kijken waarin je de werkelijkheid ziet zoals ze in vorm is. Het woord ‘idee’ betekent oorspronkelijk ‘vorm’ (Grieks: eidos, idea). Plato’s ideeënleer is in feite een vormleer. Een idee overstijgt de simpele dialectiek van kijken en begrijpen. Volgens Immanuel Kant is het een synthese van waarneming, verstand en rede. Met andere woorden, zien en begrijpen worden pas een idee als ze geïntegreerd worden met verbeelding.
Die verbeelding was cruciaal in het verhaal van Soeters en Schaap. Zij zagen meer dan een kaal eiland en een plan voor bebouwing. Ze zagen de potentie van het gebied, de uitbouw ervan tot een esthetisch geheel. Ideeën ontwikkelen vergt zien met je geestesoog, dat is het kenmerk van elke zoektocht naar inzicht. Plato noemde dit het ‘schouwen’ van een abstracte eenheid: zien en denken, voelen en verbeelden versmolten tot een visie die de werkelijkheid niet alleen begrijpt, maar ook herschept.
Een idee omvat niet alleen de werkelijkheid buiten je, maar ook je innerlijke werkelijkheid, jou als persoon. Zolang je jezelf niet goed kent, kun je de wereld niet goed kennen. Dat was het uitgangspunt van Socrates, en tevens zijn favoriete onderzoeksthema: zelfkennis. Ook in het gesprek over het Java-eiland speelde dat thema een centrale rol, zoals altijd. Het ging niet slechts over wat je wel en niet kunt sturen als stedenbouwkundige, maar ook en vooral over Soeters en Schaap. Voldeden zijzelf als persoon aan de eisen die je aan een visie stelt, dat ze niet alleen doordacht is maar ook authentiek en doorleefd? Belichaamden zij als professionals wat ze voor zich zagen?
Een idee is pas overtuigend als je zelf bent wat je zegt, als jij de verpersoonlijking bent van een denkbeeld. Socrates was veeleisend. Ga maar na, hoe vaak ben je daar zelf toe in staat?