‘Een laaghartige, wrede misdaad’ zo reageerde de Russische president Poetin op bomaanslag waarbij Darja Doegina om het leven kwam. Hij heeft zelfs al een decreet ondertekend om de 29-jarige filosoof en journalist postuum de Orde van Vriendschap ‘voor moed en toewijding’ te geven. Als een heldin van het regime werd Doegina op haar begrafenis door honderden bezoekers geëerd.
Doegina is de dochter van de ultranationalistische filosoof Aleksandr Doegin (1962), in westerse media ook wel de ‘Poetinfluisteraar’ en het ‘brein van Poetin’ genoemd. Doegina populariseerde de ideeën van haar vader, door veel in de Russische nationale media te verschijnen en haar licht te laten schijnen op de ontwikkelingen in Oekraïne. De Doegins zijn grote voorstanders van de ‘militaire operatie’, want daarmee neemt Rusland weer een belangrijke positie in op het wereldtoneel. Aleksandr Doegin ziet de geopolitiek als een botsing van beschavingen, waarin voor Rusland een belangrijke rol is weggelegd.
Eurazianisme
‘Doegins ideologie komt eigenlijk voort uit twee fenomenen die opkwamen rondom de val van de Sovjet-Unie,’ zegt Evert van der Zweerde, Ruslandkenner en hoogleraar politieke filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, die onlangs nog een lijvig boek schreef over de Russische politieke filosofie. ‘Aan de ene kant is dat kul’turologiia, culturologie, dat grote theorieën ontwikkelt over de menselijke beschaving, met de rol die Rusland daarin speelt. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, in de periode dat de onlangs overleden Michail Gorbatsjov partijleider was, ontstond er een ideologisch vacuüm. ‘Het marxisme-leninisme was uitgehold, een nieuwe theorie was nodig. Culturologie werd daarom zelfs een verplicht schoolvak in de jaren ’90.’
‘Daarnaast heb je de ‘historiosofie’,’ vervolgt Van der Zweerde. ‘Dat is een speculatieve vorm van geschiedschrijving, die gaat over de grote verhalen over de geschiedenis. Denk aan de theorieën over de opkomst en ondergang van het Romeinse Rijk, of aan de Der Untergang des Abendlandes van Oswald Spengler.’
‘Rusland heeft altijd een moeilijke verhouding tot de rest van Europa gehad,’ vertelt Van der Zweerde. ‘Het wordt vaak ‘het andere Europa’ genoemd, maar soms ook juist niet Europa.’ Tussen de twee wereldoorlogen ontstond in Rusland het Eurazianisme, dat Rusland voorstelt als een onderdeel van een civilisatie die tussen Europa en Azië inzit, en naast Rusland en Oekraïne ook Gerogië, Armenië en de Centraal-Aziatische republieken als Kazachstan en Kirgizië omvat. ‘Die theorie is later opgepakt door mensen als Doegin. Hij wordt daarom ook wel tot het neo-Eurazianisme gerekend.’
Elke beschaving op het wereldtoneel kent zijn eigen essentie, denkt Doegin. Kenmerkend aan die van Rusland en Eurazië is de sterke centralisatie van de politieke macht. ‘In het Kremlin wordt bepaald welke kant Rusland op gaat. Dat was zo ten tijde van de tsaar, in de Sovjet-Unie was dat hetzelfde, en ook nu is dat opnieuw het geval,’ zegt Van der Zweerde. ‘In het Westen zijn we geneigd dat als slecht te zien, dat het grenst aan dictatuur. Maar volgens Doegin is het juist een van de krachtige pijlers van de Russische beschaving.’
Vierde politieke theorie
Doegin vat die Russische essentie samen in zijn ‘vierde politieke theorie’. Dat is een alternatief voor liberalisme, communisme en fascisme, die volgens Doegin stuk voor stuk gefaald hebben. Het liberalisme heeft het communisme en fascisme wel overwonnen, maar ook dat heeft zijn fatale zwakheden. Het zou leiden tot te veel individualisering, en individuen kwetsbaar maken voor grote financiële structuren. ‘Binnen de liberale ideologie heb je volgens hem geen onderscheiden entiteiten meer als Europeaan, Rus of Amerikaan,’ legt Van der Zweerde uit. ‘Daardoor verwordt je als individu tot BSN-nummers of bankrekeningnummers. Het maakt je inwisselbaar, stelt Doegin.’
Van Doegin mag het Westen best liberaal blijven, maar de wereldwijde Amerikaanse hegemonie moet volgens hem wel doorbroken worden. ‘En daar wordt het eng. Doegin zegt dat Rusland actief de confrontatie moet opzoeken met Amerika. Daarom is hij ook blij met de inval in Oekraïne. Vanuit zijn perceptie valt Oekraïne onder het Euraziatische blok, maar werd het de laatste jaren met de toenadering tot de NAVO steeds meer door de Amerikaanse beschaving gekaapt.’
Het verschil tussen het fascisme en de vierde politieke theorie vindt Van der Zweerde moeilijk aan te wijzen. Nazisme is het duidelijk niet, want Doegin wijst racisme en antisemitisme af. ‘Eigenlijk is het een variant van het fascisme, een beetje zoals het Spanje onder Franco, het Portugal van Salazar of het Italië van Mussolini. Maar het blijft een labelkwestie: wanneer is iets echt fascisme?’
Dat Doegins filosofie zo fascistisch lijkt, is niet gek als je kijkt naar zijn inspiratiebronnen. Naast de fascistische denker Julius Evola (1898-1974) en de nazistische pseudowetenschapper Herman Wirth (1885-1981) over wie Doegin een dik boek schreef, is dat filosoof Martin Heidegger (1889-1976). In zijn Schwarze Hefte, notitieboeken uit de tijd dat hij de NSDAP steunde, nam Heidegger een zeer antiliberale positie in. ‘Heidegger beschrijft het liberalisme daarin als een ontkenning van het Sein. De verovering van Europa was dan weer goed, want dat was de bevrijding van dat Sein,’ legt Van der Zweerde uit. ‘Doegin leest daarin dat ook de Rus bevrijd moet worden tot zijn eigen essentie, en inderdaad vind je bij Heidegger woorden van die strekking.’ En net als Doegin was Heidegger zeer anti-Amerikaans.
Te oorlogszuchtig
Al met al wordt de invloed van de Doegins op het Kremlin in de westerse media zwaar overdreven, vindt Van der Zweerde. Hij is op het moment van het interview net terug van een bezoek aan Sint Petersburg. ‘Ik denk eigenlijk dat het Kremlin bij verschillende ideologieën aan het shoppen is, en niet naar één stem luistert. Als je beweert dat Poetin zou worden ingefluisterd door zo’n denker, krijg je een samenzweringstheorie. Ik betwijfel of dat ooit zo werkt.’ Politiek filosofen hebben nooit een grote invloed gehad op de Russische politiek. Op één uitzondering na: oprichter van de Sovjet-Unie Vladimir Lenin. ‘Lenin, hoewel zelf geen filosoof, had veel filosofie gelezen, onder andere Hegel.’
Om echt invloedrijk te kunnen zijn in de Russische politiek laat Doegin zich te oorlogszuchtig uit, vervolgt Van der Zweerde. ‘Een echt agressieve oorlog is in Rusland niet te verkopen. Daar heerst toch een sterke traditie dat Rusland, op een paar uitzonderingen na, nooit de agressor is geweest, maar zich altijd verdedigt als het wordt aangevallen. Denk aan de inval van Napoleon en die van Hitler in 1941.’ Zo zien de Russen de inval in Oekraïne ook. Bijna alle Russen die Van der Zweerde sprak in Sint Petersburg, kritisch of niet, vonden de Oekraïense acties van de afgelopen jaren onacceptabel. ‘Oekraïne verbood de Russische taal, terwijl 40 procent van de bevolking die spreekt. De Russen zien dat echt als een anti-Russische politiek. Wat niet betekent dat men automatisch voor de invasie is.’
Waarom Doegina een doelwit was, en van wie, dat durft Van der Zweerde niet te zeggen. ‘Rusland zegt dat de Oekraïense geheime dienst erachter zit. Dat zou een terreurdaad op Russische bodem zijn, en militair ingrijpen legitimeren. Maar die militaire interventie is er al. Misschien probeert men hiermee de publieke opinie te beïnvloeden.’ Rusland zal er in ieder geval niet minder oorlogszuchtig om worden. De Russische minister van Buitenlandse zaken heeft al bekend gemaakt ‘geen genade’ te hebben voor de mensen die Doegina hebben gedood.
Russian Political Philosophy. Anarchy, Authority, Autocracy
Evert van der Zweerde
Edinburgh University Press
280 blz.