Home Coen Simon: ‘Waar denken we aan als we aan denken denken?’
Bewustzijn

Coen Simon: ‘Waar denken we aan als we aan denken denken?’

Coen Simon is schrijver en hoofdredacteur van Filosofie Magazine.

Door Coen Simon op 24 februari 2023

Coen Simon

Coen Simon is schrijver en hoofdredacteur van Filosofie Magazine.

FM3 2023 cover
03-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Toen ik mijn moeder hielp bij het opruimen van de boekenkasten vond ik een briefje in mijn vaders handschrift. Er stonden lukraak straatnamen en richtingen genoemd en in blokletters de naam van een kennis wiens adres hij blijkbaar de volgende keer wilde terugvinden. Het was uit de tijd dat hij nog zelf kon fietsen, maar door zijn dementie niet langer kon terugvallen op het vanzelfsprekende richtingsgevoel dat hij altijd had gehad. Mijn hoofd ging onmiddellijk naar de juiste plek, omdat ik een keer samen met hem naar de kennis was gefietst. Met de genoteerde coördinaten zou je er onmogelijk zijn gekomen, maar dat maakte niet uit: hij vond zijn briefjes meestal toch niet terug.

Toen zijn Alzheimer net was gediagnosticeerd, merkte ik dat ik ook vaker twijfelde aan mijn eigen cognitieve vermogens. Niet zozeer aan mijn geheugen, maar vooral aan de coherentie van mijn denken. En hoe kon je dat eigenlijk nagaan? Want dat maakt van de ziekte de meeste indruk op me, hoe machteloos je tegenover de grillen van je brein staat.

Meer columns lezen van Coen Simon? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Wie gaat denken over denken loopt sowieso het gevaar in een geestelijk vacuüm te vallen. Want waar denken we aan als we aan denken denken? Het denken waar we doorgaans gebruik van maken is toegepast. Hoe kom ik van A naar B? Hoeveel moet ik verdienen om de rekeningen te kunnen betalen? Bij het oplossen van zulke vragen geven de feiten houvast, maar zodra we willen weten waar we zijn als we denken, dan voelen we onszelf volgens Hannah Arendt (1906-1975) al snel als Zhuang Zi (ca. 369-286 v.Chr.) die droomt dat hij een vlinder is, maar zodra hij wakker wordt niet zeker weet of hij niet een vlinder is die droomt Zhuang Zi te zijn.

Het denken is grondeloos, omdat we onwetend blijven over de vraag waar het bestaan zich bevindt. Wij zijn op een plek in de wereld, maar het bestaan zelf kent geen coördinaten.

Wie kent niet de ontluistering na alles te begrijpen, de onzinnigheid ervan in te zien. Daarom is volgens Arendt het denken ‘als het weefsel van Penelope: het maakt iedere ochtend weer ongedaan wat het de vorige avond heeft voltooid.’ Wat er wél overblijft als het denken alles heeft ontrafeld, is de zekerheid dat het bestaan geen puzzel is.