Muziekfilosoof Tomas Serrien: ‘Absolute stilte bestaat niet. Of in elk geval kunnen we die als mensen niet ervaren. Als ik jou in een geluidsdichte ruimte zou plaatsen, zou je van alles horen: je ademhaling, je hartslag, het stromen van je bloed enzovoort. Stilte in de zin van dat je geen enkel geluid hoort bestaat alleen als fysisch gegeven: als ergens in het heelal geen luchtdruk is, zijn er geen geluidstrillingen en gaan we ervan uit dat het stil is. Maar waar mensen zijn is lucht, en waar lucht is, is geluid.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Dit onderzoek gaat niet over fysische stilte, maar over de stilte die we beleven. Toch lijken de onderzoekers die stilte te definiëren als een gebrek aan geluid, als een “niets”. Terwijl “beleefde stilte” zoals gezegd nooit helemaal “stil” is. Sommige componisten hebben daarmee gespeeld. John Cage en vóór hem Erwin Schulhoff maakten muziekstukken die enkel uit stiltes bestaan. De instrumenten blijven onaangeroerd en de luisteraars horen de geluiden van een concertzaal: hoesten, krakende stoelen, gefluister. De stilte bestaat uit het geluid dat toevallig aanwezig is in de ruimte.
Je kunt je zelfs afvragen of stilte per se met geluid te maken heeft. Dove mensen blijken bijvoorbeeld wel degelijk een ervaring van stilte te hebben, een die op andere zintuigen berust. Een ruimte met veel mensen kan voor een dove lawaaierig zijn door de visuele prikkels.’
Tinnitus
‘Als je mensen vraagt wat stilte voor hen betekent, gaan ze aangename geluiden beschrijven: kabbelend water, fluitende vogels, spelende kinderen. Bij lawaai – het tegenovergestelde van stilte – denken mensen juist aan een intrusief, ongewenst geluid. Wat stilte of lawaai is verschilt per mens. Misschien ervaar jij stilte bij het luisteren naar death-metal-muziek, maar voor veel mensen is dat lawaai. Iemand die tinnitus heeft zal minder omgevingsgeluid waarschijnlijk niet als stilte ervaren, want dan hoort hij de piep in zijn hoofd beter. En tegenwoordig zijn ruismachines populair: apparaten die een constante ruis produceren en die mensen gebruiken om beter te slapen.
Lawaai en stilte hebben te maken met voorspelbaarheid. Een ruismachine kan voor stilte zorgen door onverwachte omgevingsgeluiden weg te filteren. En als je naar een natuurpark gaat om “de stilte op te zoeken” doe je dat om bijvoorbeeld luide auto’s te mijden die je doen opschrikken. Het is de voorspelbaarheid die we aangenaam vinden. Je zou je zelfs kunnen voorstellen dat er in de toekomst zo veel omgevingslawaai is dat lawaai en stilte van betekenis wisselen – dat stilte zo onverwacht is geworden dat we het als lawaai gaan ervaren.
Stilte opzoeken in ruismachines, natuurparken of meditatie is een teken dat onze gewone omgeving geen goede stilte-ervaring biedt. We vluchten om stilte te vinden in bijzondere ervaringen. Maar eigenlijk zouden we vormen van stilte moeten installeren in onze dagelijkse routine. Daarbij helpt het om te bedenken dat stilte niet letterlijk een reductie van geluid hoeft te zijn. Ook luisteren naar geliefde muziekstukken kan een weldadige stilte betekenen, is mijn ervaring.’
Bron feit
Goh, R.Z., I.B. Phillips en C. Firestone (2023), ‘The perception of silence’. Proceedings of the National Academy of Sciences 120, 29.