Home Muziek Pythagoras had het mis: mooie muziek draait niet om harmonie
Muziek

Pythagoras had het mis: mooie muziek draait niet om harmonie

Het zijn wiskundige harmonieën die ons doen genieten van muziek, dacht Pythagoras. Nieuw wetenschappelijk onderzoek wijst op iets anders.

Door Frank Meester op 19 maart 2024

Pythagoras muziek orgel klokspel Pythagoras speelt muziek. Uit het boek 'Theorica musicae' van Franchino Gaffurio uit ca. 1492

Het zijn wiskundige harmonieën die ons doen genieten van muziek, dacht Pythagoras. Nieuw wetenschappelijk onderzoek wijst op iets anders.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Hoewel de meeste mensen Pythagoras (ca. 570 – 500 v. Chr.) vooral kennen van de stelling van Pythagoras uit de wiskundeles, was hij meer dan een wiskundige. Waarschijnlijk zouden we hem nu eerder een goeroe noemen. Hij ontwikkelde niet alleen een filosofie over hoe het universum in elkaar steekt, maar ook een manier van leven die daarbij zou passen en die hij samen met zijn volgelingen in de praktijk probeerde te brengen. Wiskunde speelt daarbij een belangrijke rol, net als muziek. Volgens de Griekse filosoof is het universum een harmonieus geheel dat je kon uitdrukken in heldere wiskundige vergelijkingen. Bij de beweging van de planeten, maar ook bij de klanken van instrumenten hoorden ronde getallen.

Onprettige samenklanken

Als je een snaar laat trillen, hoor je een bepaalde toon, zeg een c. Als je datzelfde doet met de helft van die snaar, hoor je weer die c, maar dan precies een octaaf hoger. Dus de octaaf kun je zien als één staat tot twee (deel een snaar door twee en je hebt een octaaf). De kwint, ook zo’n prettige heldere samenklank, hoor je als je twee derde van die snaar laat trillen, dus de kwint kun je zien als twee staat tot drie.

Even tussendoor… Meer lezen over muziekfilosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Volgens Pythagoras zijn alle prettig in het gehoor klinkende intervallen, ook wel consonanten, –  octaaf, kwint, kwart –  in eenvoudige wiskundige vergelijkingen te vatten. Dissonanten, onprettig klinkende samenklanken, zijn minder heldere wiskundige verhoudingen. En inderdaad spelen deze heldere pythagoreïsche samenklanken nog steeds een belangrijke rol in de meeste westerse muziek, van klassieke tot pop.

Nieuwe harmonische taal

Maar vinden we die zogenaamde dissonanten echt niet mooi? Volgens een onderzoek van de universiteiten van Cambridge, Princeton en het Max Planck Instituut voor Empirische Esthetica kunnen we die eigenlijk best waarderen. Vooral als we niet-westerse instrumenten horen blijken we allerlei dissonanten juist mooi te vinden, zo ontdekten de wetenschappers toen ze meer dan vierduizend mensen lieten luisteren naar de bonang – een instrument dat gebruikt wordt in Javaanse gamelanmuziek. En dat biedt volgens de onderzoekers hoop op nieuw muzikaal genot. Ze schrijven: ‘Onze bevindingen suggereren dat wanneer je andere instrumenten gebruikt, je een heel nieuwe harmonische taal kunt ontsluiten die mensen intuïtief appreciëren, en waarvoor ze geen oefening nodig hebben.’