Hoe voer je een diepgravend, filosofisch gesprek? Het beeld dat veel mensen daarvan hebben is wat je ziet in het tv-programma Het filosofisch kwintet van Human. Een vriend vroeg of ik daar weleens naar keek en wat ik ervan vond. Ik moest bekennen dat ik het al jaren niet meer had gezien. Ik keek enkele afleveringen terug.
Eerlijk gezegd, ik werd er nog steeds niet vrolijk van. Welke verdiensten het programma ook allemaal mag hebben, het geeft een vertekend beeld van wat praktische filosofie inhoudt. Waarom? Wat is er mis met een uur lang Arnon Grunberg die een aantal deskundige gasten ondervraagt over grote thema’s, zoals waarheid en leugen, verval van de rechtsstaat, het kwaad en het lijden, de mens als roofdier?
‘Voor grondige filosofische reflectie heb je een egel nodig, geen vos’
Allereerst is wat je te zien krijgt geen filosofisch gesprek. Het is een interview, een opvragen van meningen. De gespreksleider bedenkt van tevoren een aantal vragen die hij successievelijk voorlegt aan zijn gasten. Hij springt van de ene vraag op de andere, en van de ene gast naar de andere. Dat hoort zo in een talkshow.
Maar een filosofisch gesprek gaat niet over het debiteren van meningen, het gaat over het toetsen ervan. Het zoekt naar een waardebepaling, een afweging en wat daarvoor de juiste maatstaven zijn. Dat is lastiger, alleen al omdat daarin iedere vraag voortbouwt op eerdere vragen. Het gesprek wordt er trager door, zoekender, minder stellig, en daardoor minder geschikt voor tv. Daar moet alles snel en afwisselend zijn. Filosofische vragen zijn trage vragen.
Even tussendoor …
Meer lezen over praktische filosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Er zijn andere bezwaren. Het programma wekt bijvoorbeeld de indruk dat de rol van de filosoof bestaat uit het zelf ‘duiden’ van de werkelijkheid in plaats van de duidingen van anderen te toetsen. Filosofie is vragen stellen en de antwoorden die je krijgt grondig onderzoeken. Dat is in de praktijk het grote belang van een filosoof: dat hij mensen in staat stelt hun ‘grote begrippen’ te onderzoeken.
Maar wat volgens mij nog het meest misleidt, is het onjuiste beeld van wat filosofische reflectie is. Het lijkt in het programma vooral een intellectueel spel te zijn, een woordenstrijd tussen praatgrage deskundigen over grote, abstracte ideeën, die zo ver van ieders persoonlijke praktijk afstaan dat er geen concrete consequenties aan te verbinden zijn. Terwijl dat nu juist zo hard nodig is.
Wat gaat er mis? Ik denk dat je voor grondige filosofische reflectie een ‘egel’ nodig hebt, niet een ‘vos’. De Britse filosoof Isaiah Berlin deelde de grote denkers in aan de hand van dat criterium: ‘De vos weet van alles, maar de egel weet één groot iets.’ Socrates was, als we Plato mogen geloven, altijd op zoek naar dat ene grote iets. Aristoteles daarentegen was een vos. Grunberg ook. Kan een vos een socratisch gesprek voeren?
