Home Eenzaamheid 5 filosofische handreikingen: Leer de kunst van het alleen-zijn
Eenzaamheid

5 filosofische handreikingen: Leer de kunst van het alleen-zijn

Door Merel Kamp op 01 februari 2018

5 filosofische handreikingen: Leer de kunst van het alleen-zijn
Cover van 02-2018
02-2018 Filosofie magazine Lees het magazine

Is alleen-zijn zielig, ongezellig en dus bij voorkeur te vermijden? Of kunnen we ons juist in die afzondering ontplooien? Dat kan, maar het is soms wel iets wat je moet leren – zeggen de grote filosofen. 

Er zijn talloze liedjes over sneue eenzaamheid geschreven en maar weinig over de positieve kanten van het alleen zijn. ‘Why don’t you come to your senses?’ vragen de Eagles hun solitaire desperado zelfs, en ze voegen toe: ‘Your prison is walking through this world all alone.’ Voor wie geen zelfverkozen of zelfgenoegzame desperado is, voelt alleen-zijn inderdaad meer dan eens als een vorm van eenzame opsluiting of als een falen of beproeving. Misschien vind je jezelf stiekem een beetje mislukt als er op vrijdagavond niemand is om mee af te spreken, of vind je het moeilijk of eng om alleen te zijn. Dat kan het ook zeker zijn. In afwezigheid van sociale ruis wordt het rumoer in de eigen binnenwereld niet langer overstemd en word je soms geconfronteerd met zaken waar je liever niet aan denkt. De pijn van het verlies van een geliefde bijvoorbeeld, of de existentiële eenzaamheid die wij allemaal bij ons dragen – het fundamentele inzicht dat je als mens in feite altijd ten diepste van alles en iedereen afgescheiden en dus alleen bent. Dingen waar haast niemand graag bij stilstaat. 

Toch zijn er mensen die het alleen-zijn vrijwillig verkiezen boven sociale gezelligheid. Wie dat doet wordt al snel zielig, raar of egoïstisch genoemd, merkt filosoof Sara Maitland op in haar boekje Alleen zijn, hoe doe je dat (2016). En zij kan het weten. Maitland woont in een klein huisje in een van de dunst bevolkte gebieden in Schotland. Ze woont daar alleen. Niet omdat ze zielig is, maar omdat ze daarvoor koos. Die keuze werd lang niet door iedereen begrepen en leverde haar veel kritiek op. Samenzijn is de norm en het alleen-zijn zijn we verleerd, zo constateerden ook de initiatiefnemers van pop-up restaurant Eenmaal. Bij dit restaurant mocht je zo vaak komen eten als je wilde, maar wel… in je eentje. Ontwerper Marina van Goor ontwikkelde dit concept samen met creatief bureau Vandejong. Eenmaal was expliciet ‘niet bedoeld om mensen met elkaar in contact te brengen, maar om ze te laten ervaren dat alleen eten zo gek niet is’.  

Alleen-zijn is niet per definitie een ervaring van gebrek. De afzondering kan ook een ongekend gevoel van (geestelijke) ruimte opleveren. Ze kan je dichter bij jezelf, bij het Leven Zelf en uiteindelijk dichter bij anderen brengen. Hier vijf filosofische handreikingen om het alleen-zijn als een plezierige, vruchtbare én zelfs noodzakelijke ervaring te denken:

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

1. Trek je terug en wees echt jezelf

‘Zich in gezelschap bevinden, zelfs in het beste, brengt algauw verveling met zich mee en leidt af. Ik hou ervan alleen te zijn. Ik heb nooit een kameraad gevonden die zo kameraadschappelijk was als de eenzaamheid.’ Aan het woord is Henry David Thoreau (1817-1862), de filosoof en dichter die zich twee jaar lang terugtrok in een blokhut bij Walden Pond en daar zijn beroemde werk WaldenDe plicht tot burgerlijke ongehoorzaamheid (1854) schreef. In de afzondering vind je volgens romantische zielen het échte leven – een ware, authentieke manier van zijn. Thoreau, maar uiteraard ook dé romanticus bij uitstek Jean-Jaqcues Rousseau (1712-1778), dragen authenticiteit hoog in het vaandel. Hoewel we er ook tegenwoordig de mond van vol hebben – geregeld letterlijk in de vorm van ‘authentieke’ voedingswaren – is authenticiteit een moeilijk definieerbaar begrip. Wanneer leef je authentiek? Wanneer je leeft vanuit je eigen uniciteit en volgens je eigen levensontwerp? Wanneer je je niet laat verleiden tot maatschappelijk conformisme en buiten sleetse, gebaande paden treedt. Wanneer je, boven alles, jezelf bent. En dat gaat volgens romantische denkers toch vaak het best wanneer je alleen bent (in de natuur). In zijn Overpeinzingen van een eenzame wandelaar schrijft Rousseau: ‘Deze uren van eenzaamheid en meditatie zijn de enige van de dag waarin ik, zonder te worden afgeleid en zonder te worden gehinderd, volkomen mijzelf van mijzelf ben, en waarin ik werkelijk kan zeggen dat ik ben wat de natuur heeft gewild.’

2. Ga offline en voer een innerlijke dialoog

Hoe alleen ben je in dit tijdperk van voortdurende connectiviteit en sociale media eigenlijk ooit nog? ‘Wat is het hier heerlijk rustig #solitarylife #retreat’, post je na tien minuten in je hutje op de hei op Instagram. Wifi, 4G, of bij bittere nood 3G-verbindingen, bedreigen de mogelijkheid van werkelijke afzondering. Alleen-zijn is een schaars goed geworden. Het is dan ook verstandig je digitaal zo nu en dan eens volledig af te zonderen, meent filosoof Hans Schnitzler, auteur van Kleine filosofie van de digitale onthouding (2017). Hij vroeg zijn studenten van de Bildung Academie om een week zonder smartphone te leven. De bevindingen die zij optekenden waren opmerkelijk: ‘Mijn studenten merkten dat er ruimte ontstond voor een innerlijke dialoog. Opeens werd het mogelijk voor ze om hun gevoelens en gedachten te bevragen, van alle kanten te bekijken en te laten indalen.’ Minder digitale en sociale ruis maakt je empathischer, meent Schnitzler. Maar wordt een mens niet juist empathisch in interactie met anderen? ‘Ja, natuurlijk leer je je ook in te leven in anderen middels interactie, maar er moet ook tijd zijn om zelfkennis en kennis van anderen en de wereld gestalte te geven. Tijd voor verdieping in je denken. Daarvoor moet je alleen zijn.’ Die verdieping komt in tijden van hyperconnectiviteit dus in het gedrang. De ‘digitale detox’, de afzondering van sociale media is in dit licht een kans om ‘ruimte in je hoofd’ te creëren, zoals een van de studenten van Schnitzler het verwoordde. Een andere student gaf na de detox aan dat hij beter uit zijn woorden kwam en zich beter begrijpelijk kon maken voor de ander. Digitale afzondering stelt je dus in staat om analoog écht bij de ander te zijn. 

3. Mediteer en stel je open

Mediteren is ook een vorm van alleen zijn. Hoewel bijvoorbeeld in het boeddhisme geregeld in een groep wordt gemediteerd, ben je in de meditatie toch niet bij die anderen. Deze afzondering staat in dienst van de verstilling, meent filosoof Jan Warndorff, auteur van Geen Idee. Filosofie van het boerenverstand (2017). ‘In de verstilling worden we ontvankelijk voor wat voorafgaat aan het denken, de taal en de gemeenschap van mensen.’ De afzondering-in-meditatie maakt het mogelijk je te onttrekken aan het contingente, waar je toevallig bent en de tijd waarin en plek waarop je toevallig bent geboren. ‘In de meditatie kun je je openstellen voor het niet-contingente, datgene wat alle mensen overal in alle tijden gemeen hebben.’ Dat is een besef dat je in meerdere religieuze of levensbeschouwelijke tradities terugvindt, aldus Warndorff. En wat is dat dan, dat niet-contingente? Nou, gewoon ‘dit hier’, zegt Warndorff: ‘Wij komen ergens uit voort, noem het “Het Leven Zelf”; de absolute voorwaarde voor alles.’ Dat wat voorafgaat aan taal en denken is, aldus Warndorff, altijd al onmiddellijk aanwezig, maar vergeten we als we er niet bij stilstaan. ‘Ik zelf doe elke dag een zitmeditatie; daarbij stel ik me open voor wat zich vanzelf aandient. Het is een trouw- en dankbetuiging aan het leven zelf. De meditatie geeft gestalte aan mijn belangstelling daarin, aan de herinnering aan dat waar wij ons eigen bestaan aan danken.’ En even praktisch: wanneer doe je zoiets? ‘De stilte van de vroege ochtend is een goed moment; het helpt als de wereld nog niet op gang is gekomen’, aldus Warndorff. ‘Maar het is ook gewoon handig om het vóór al je bezigheden te doen.’

4. Vertrek en kom socialer terug 

‘Je weet niet wat je hebt, tot je het kwijt bent’, gaat het refrein van een populair liedje. ‘Mijn vader, een echte romanticus, besloot met zijn pensioen op het land te gaan wonen’, zegt politiek filosoof Pieter Pekelharing. ‘Daar was hij dicht bij de natuur en was rust. Na drie jaar kwam hij gillend terug. “Niets praatte daar terug”, zei hij.’ Alleen-zijn in de natuur heeft niet op iedereen een louterend effect. We zijn niet allemaal als Thoreau. Bovendien zijn er nogal wat voorwaarden voor een positieve ervaring van de afzondering, die romantici liever niet benoemen, zegt Pekelharing: je moet om te beginnen al gesocialiseerd en opgevoed zijn. En het helpt als je veel geestelijke bagage hebt, zodat je iets hebt om over na te denken of te schrijven als je alleen bent. Pekelharing keert het daarom liever om: de afzondering kan je het sociale leren herwaarderen. ‘Mijn vader leerde appreciëren dat menselijke verhoudingen altijd schuren. Wie meent dat er tussen mensen altijd harmonie zou moeten zijn, of zich door afzondering aan de complexiteit van het intermenselijke probeert te onttrekken, heeft geen oog voor het inherent moeizame karakter van menselijk samenleven. Waar wederkerigheid is, is altijd onenigheid. Niet meer kunnen ruziën is helemaal niet zo leuk.’ Die wederkerigheid duidt op nog een ander aspect van het sociale dat de eenzaamheid je leert herwaarderen: ‘Ouderen met zorgrobots worden helemaal niet minder eenzaam van robots die voor hen zorgen, maar van robots die hen om zorg vragen.’ Door tijdelijke, zelfverkozen eenzaamheid of afzondering kun je er opnieuw van gaan houden dat er een beroep op je gedaan wordt. Dus zonder je af en kom socialer terug.

5. Breek met de kelderende alledaagsheid

‘Alleen-zijn kan je helpen breken met een kelderende alledaagsheid’, zegt filosoof Awee Prins. ‘Zo’n gedachte vind je bij Heidegger. Er komt een moment, zegt deze, dat tijdverdrijf ons niet meer lukt. Dat leidt tot een diepe verveling, waarin de wereld op ons overkomt als een kleurloos, amorf geheel. Soms kan deze radicale impasse omslaan in verstilling en vinden we daarin vervolgens een nieuwe openheid naar de wereld, aldus Heidegger.’ Het probleem is alleen dat je deze ervaring niet kunt forceren; ze moet je overkomen. De kans dat ze je overkomt is wel groter als je alleen bent. Prins is er geen voorstander van om krampachtig de sociale luwte op te zoeken: ‘De rust en afzondering die de moderne westerse mens zichzelf oplegt, lijken haast een soort postchristelijke vorm van zelfkastijding, een utopisch masochisme; we denken dat we na die retraite een ander, beter mens zullen zijn.’ Maar het wordt niet beter. Mensen zijn nu eenmaal niet graag alleen, meent Prins. Als we de eenzaamheid toch opzoeken, duidt dat er dikwijls op dat er eigenlijk elders iets mis is: ‘Als je een bestaan leidt waarin je voortdurend achter andermans feiten aan loopt en bezig bent met wat anderen van je denken, kan het misschien nodig zijn om te breken met die hyperalertheid.’ Dus toch de luwte opzoeken? ‘Ja, maar dat doen we dan vooral omdat we zo misselijk worden van ons leven.’ Een nogal treurige gedachte, vindt Prins. Het zou beter zijn om eenzaamheid of het alleen-zijn te accepteren als ‘een van de modi van ons bestaan’, meent Prins. ‘Je hoeft haar niet op te zoeken, ze is er gewoon. Accepteer dat.’