Home Mens en natuur Zoeken naar nieuwe, ongetemde vormen
Mens en natuur

Zoeken naar nieuwe, ongetemde vormen

Filosoof Rick Dolphijn probeert een manier van denken te vinden die aanzet tot een broederlijke verhouding tot de aarde.

Door Martijn Meijer op 23 september 2022

Baruch de Spinoza filosoof Ethica Nederland Verlichting

Filosoof Rick Dolphijn probeert een manier van denken te vinden die aanzet tot een broederlijke verhouding tot de aarde.

filosofie magazine 10-2022
10-2022 Filosofie magazine Lees het magazine

De grote Spinoza-revival werd zo’n twintig jaar geleden ingezet met het werk van Jonathan Israel, die deze filosoof als een voorloper van de achttiende-eeuwse radicale Verlichting neerzette. Het dominante beeld is sindsdien dat wij onze moderne, democratische waarden voor een belangrijk deel te danken hebben aan Spinoza. Het is dan ook verfrissend om eens een boek te lezen van een denker die in Spinoza iets anders ziet: een filosoof die een revolutionaire ‘onderstroom’ in de filosofiegeschiedenis representeert en in wiens werk juist munitie kan worden gevonden om de moderniteit mee te bestrijden.

‘Een tegendraads en naturalistisch denken dat altijd het geloof in de Aarde heeft weten te behouden’, dat is wat filosoof Rick Dolphijn zoekt in het werk van Spinoza. Dolphijn, universitair docent bij de faculteit media en cultuurstudies aan de Universiteit Utrecht, schreef een lang essay (zelf noemt hij het een ‘meditatie’), getiteld Filosofie van de materie, waarin hij op zoek is naar een andere manier van denken die ‘de macht van het heden kan doorbreken’. Zijn zoektocht begint bij Spinoza, wiens denken ‘nooit dienstbaar zal zijn aan de heersende machten’ van de religie, het humanisme en het kapitalisme. De manier van kijken van het spinozisme weet ‘het presente’ open te breken, schrijft Dolphijn, de ‘macht van wat-er-is’, waardoor er ‘wilde en ongetemde vormen van het onvoorziene ontstaan’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Als ik deze raadselachtige woorden goed begrijp (er is veel in dit boek dat zich aan mijn begrip onttrekt, vandaar dit voorbehoud), bedoelt de schrijver dat er met de andere manier van denken die het spinozisme biedt ook een andere verhouding tot de wereld kan ontstaan. Een verhouding die ‘vriendelijk en broederlijk’ is, in plaats van de egocentrische wijze waarop de mens tot nu toe de aarde gekoloniseerd heeft.

Vrije geesten

In het modernistische wereldbeeld, dat grofweg begint bij Descartes, zo legt Dolphijn uit, staat de mens centraal: de werkelijkheid bestaat alleen voor zover die verschijnt voor het menselijk bewustzijn. Tegenover dit ‘botte antropocentrisme’ dat de wereld opdeelt in subject en object plaatst Spinoza een relationeel denken, dat de mens als slechts één soort levend wezen ziet te midden van vele andere soorten. Voor de spinozist behoort de aarde niet langer toe aan de mens, die de natuur rücksichtslos gebruikt om zijn behoeften te bevredigen; dieren, planten en zelfs niet-organische lichamen hebben evenzeer recht op een volwaardig bestaan. ‘Geofilosofie’ noemt Dolphijn deze manier van denken, ‘een vrijheidsfilosofie voor allen, menselijk en niet-menselijk’.

Niet de ratio, maar de verbeelding is het belangrijkste voor de geofilosoof

Het gaat niet alleen over Spinoza in Filosofie van de materie; ook Nietzsche, Deleuze, Serres en allerlei schrijvers en kunstenaars rekent Dolphijn tot de ‘vrije geesten’ die in de onderstroom verblijven. Erg deleuziaans klinkt in elk geval het begrip ‘de nieuwe aarde’, die nog niet ‘geterritorialiseerd’ is door de mens en die buiten alle wetenschappelijke, filosofische en politieke kaders valt.

Tussen de bestaande orde van het territorium en ‘de chaos van de nieuwe aarde’ vindt het geofilosofische denken plaats, schrijft Dolphijn, het denken dat zich op onbekend terrein durft te begeven. Maar daarvoor moet deze filosofie eerst ‘haar grootste bezit’ opofferen: het bewustzijn en de taal waar ze zich altijd van bediend heeft om de wereld te begrijpen. Niet de ratio, maar de verbeelding is de belangrijkste vorm van kennis voor de geofilosoof. Want het is de verbeelding die ‘het vertrekpunt kan zijn voor het vitaliseren van nieuwe omgevingen die de aarde ontdoen van haar groeven en deterritorialiseren’.

Onbeheersbaar

Het programma dat Dolphijn schetst is zeer abstract. Hij probeert zijn geofilosofie wel te concretiseren met behulp van verhalen die hij vindt in romans van Michel Tournier en Haruki Murakami, maar ik moet bekennen dat ik de schrijver daar niet langer kon volgen in al zijn denkstappen en associaties. Dat ik toch geboeid doorlas, kwam doordat ik bij hem een oprecht verlangen bespeurde om dat onbekende terrein te betreden en daar een nieuwe taal en nieuwe ideeën te vinden.

Misschien geldt voor dit boek wel hetzelfde als wat over het werk van Deleuze is gezegd: je moet tijdens het lezen niet alles willen begrijpen en beheersen, zoals bij conventionele teksten gebruikelijk is. De uitdaging is hier om het geschrevene op niet-rationeel niveau te ervaren en het uiteindelijk te worden, de ideeën in je op te nemen en te gebruiken voor iets nieuws, zodat er ‘wilde en ongetemde vormen van het onvoorziene ontstaan’.

Filosofie van de materie
Rick Dolphijn
vert. Rutger H. Cornets de Groot
Noordboek
144 blz.
€ 19,90