De Canal Parade, die vorige week in Amsterdam zou plaatsvinden, kon niet doorgaan in de anderhalvemetersamenleving. Om toch de boodschap van de lhbti+’ers uit te dragen zetten we hier enkele filosofen in het zonnetje die schreven over of worstelden met homoseksualiteit, gender en identiteit.
Charles Hupperts (1951)
In De macht van Eros schrijft Charles Hupperts over de homo-erotische aspecten van de Griekse samenleving in de tijd van Socrates en Plato. In de Oudheid was de wereldstad Athene haar tijd in één opzicht honderden jaren vooruit: openlijke homoseksualiteit werd er normaal gevonden. Met de opkomst van het christendom verdween deze kennis en openheid voor eeuwen ‘in de kast’. In de negentiende eeuw werd de deur naar homoseksualiteit weer op een kier gezet, en herleefde de interesse in ‘ruimdenkende werken’ zoals het Symposium van Plato.
Simone de Beauvoir (1908 – 1986)
Het verschil tussen man en vrouw is niet natuurlijk bepaald, maar aangeleerd, schrijft De Beauvoir in De Tweede Sekse (1949). In dit werk beschrijft de feministe de klassieke rolverdeling en de tweederangs plaats die de vrouw inneemt in de maatschappij in de eerste helft van de twintigste eeuw.
Anno 2020 wordt vrouw in theorie beschouwd als gelijkwaardig aan de man – althans, in Nederland – maar de praktijk wijst uit dat er nog altijd werk aan de winkel is. De Beauvoir laat ons nadenken over identiteitsvragen en vragen over rolverdeling.
Lees hier meer over De Beauvoir.
Alan Turing (1912 – 1954)
Tot 1967 was homoseksualiteit in Engeland illegaal. Toen Alan Turing, Britse wiskundige en uitvinder van de Turing Machine, een mechanisme dat (zelf) symbolen manipuleert, in 1952 aangifte deed van een inbraak werd zijn seksuele geaardheid bekend bij de politie. Dit leidde tot zijn arrestatie. Een zware depressie zorgde ervoor dat hij zijn eigen leven nam.
Nog steeds levert de Turing Machine discussies op over de vraag ‘kunnen machines denken?’
Michel Foucault (1926 – 1984)
Politiek filosoof Michel Foucault worstelde met zijn seksuele geaardheid. In zijn werk focust hij zich op de moderne verhouding van de mens tot homoseksualiteit en seksualiteit in het algemeen. Dé klassieker van zijn hand, De geschiedenis van de seksualiteit, verscheen in 2018 in een moderne vertaling bij Boom. In dit werk zijn we getuige van een omwenteling in zijn denken, waarbij een analyse van machtsstructuren gaandeweg wordt aangevuld met bestaansesthetica.
Lees hier meer over Michel Foucault.
Judith Butler (1956)
Als toonaangevende feministe beweegt Judith Butler zich in het genderdebat. De sociale werkelijkheid, stelt Butler, is niet gegeven, maar wordt gecreëerd in taal, gebaar en teken. In onze taal liggen de machtsstructuren van de sociale werkelijkheid als het ware al besloten. Hoe moeten we hiermee omgaan? Hebben we wel de vrijheid om onze eigen identiteit vorm te geven?
Filosofen Annemie Halsema en Karen Vintges lieten zich door Butler inspireren. De vraag wie we zijn gaat vaak gepaard met de vraag wie we moeten zijn. Onze identiteit – man of vrouw, homo of hetero en alles daartussenin en daaromheen – wordt dus niet door onszelf gekozen, maar ons van buitenaf opgelegd. Op welke manier kunnen we kijken naar onze eigen identiteit?
Lees hier meer over Judith Butler en hier over de ideeën van Halsema en Vintges over identiteit.