Het is waarschijnlijk waar dat de geschriften van Marcus Aurelius ‘nog altijd het leven van miljoenen lezers over de hele wereld verlichten en draaglijker maken’, zoals de Franse filosoof en socioloog Frédéric Lenoir schrijft. De sympathie die Lenoir voor de Romeinse keizer-filosoof (121-180) voelt, is begrijpelijk, net als zijn behoefte om over hem te schrijven, maar waar moet je het in het zoveelste aan Marcus Aurelius gewijde boek nog over hebben?
Gelukkig heeft de Franse filosoof Pierre Vesperini enkele jaren geleden de stelling aangedurfd dat Marcus Aurelius, die menslievende stoïcijnse filosoof, noch filosoof noch stoïcijn noch overdreven menslievend was. Dat biedt Lenoir gelegenheid het debat voort te zetten. In De droom van Marcus Aurelius beschrijft hij het leven en denken van Marcus Aurelius en doet hij pogingen de imagoschade te beperken.
Even tussendoor …
Meer lezen over Marcus Aurelius en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Als je de moderne definitie van een filosoof hanteert, namelijk iemand die nieuwe concepten bedenkt, kun je Marcus Aurelius niet als een echte filosoof beschouwen, erkent Lenoir. Maar in de antieke visie was een filosoof niet zozeer een theoreticus, maar eerder iemand die leefde als een filosoof, dat wil zeggen: die een filosofische leer belichaamde. En dat deed Marcus Aurelius, in elk geval in de ogen van zijn tijdgenoten, die hem al bij leven de vleiende titel ‘filosoof’ gaven (die hij in zijn bescheidenheid natuurlijk afwees). En dat hij veelvuldig naar Socrates, Plato en Epicurus verwees, laat onverlet dat de keizer in zijn beroemde boek Overpeinzingen (soms ook wel vertaald als Meditaties of Persoonlijke notities) de essentie van de stoïcijnse leer heeft uitgedrukt.
Dan blijft het hete hangijzer: als stoïcijn vond Marcus Aurelius dat alle mensen gelijk waren – waarom handelde hij daar dan niet naar als keizer? Hij stond bekend als mild in zijn rechtspraak, maar veranderde niets aan de slavernij en de achterstelling van vrouwen, liet christenen vervolgen en voerde nietsontziend oorlog. Lenoir komt eerst met het bekende excuus dat Marcus Aurelius de stoïcijnse overtuiging had dat hij zijn rol van keizer, die het lot nu eenmaal voor hem bestemd had, zo goed mogelijk moest spelen en dat hij daarom de maatschappelijke orde niet kon verstoren. Maar terecht voegt Lenoir eraan toe dat er ‘een zeker maatschappelijk conservatisme’ verbonden is met het stoïcisme, dat erop gericht is te aanvaarden wat niet in je macht is en liever jezelf te verbeteren dan de samenleving.
De droom van Marcus Aurelius. Van filosofie naar levenskunst
Frédéric Lenoir
Athenaeum
224 blz.
€ 22,50


