Home Leiderschap Waarom goede leiders niet voor maar achter de kudde lopen

Waarom goede leiders niet voor maar achter de kudde lopen

Door Alexandra van Ditmars op 29 maart 2017

Waarom goede leiders niet voor maar achter de kudde lopen
Cover van 04-2017
04-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

We kunnen nog wel wat leren van het Afrikaanse denken over leiderschap, vindt de Ivoriaanse filosoof Yacouba Konaté. ‘De herder is speciaal voor de dieren gecreëerd’, zegt de denker uit Ivoorkust, ‘niet andersom.’

Wereldleiders kunnen nog flink wat leren van herders, vindt de Afrikaanse filosoof en kunstcriticus Yacouba Konaté (1953). ‘Wanneer je een herder met een kudde koeien of schapen door een veld ziet lopen, valt direct op waarom’, licht hij telefonisch toe vanuit Ivoorkust. ‘Een goede herder loopt altijd achter aan de kudde, nooit vooraan.’ Een politiek leider zou daar volgens hem een voorbeeld aan moeten nemen. ‘Hoe kun je een groep op een goede manier ergens naartoe brengen als je die groep niet eens kunt zien?’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Een wijs leider zet zichzelf nooit op de eerste plaats. Het is een inzicht dat Konaté dankt aan een mythe die hij jaren geleden te horen kreeg van zijn leermeester Amadou Hampâté Bâ (1901-1991), een van de belangrijkste Afrikaanse geleerden van de twintigste eeuw. ‘In de Afrikaanse traditie wordt veel kennis mondeling overgebracht, vaak aan de hand van verhalen en mythen’, zegt Konaté. ‘Hampâté Bâ zag het als zijn taak deze verhalen ook op te schrijven, om te voorkomen dat die met de filosofen het graf in verdwijnen.’

Een belangrijke missie, vindt Konaté. Afrikaanse mythen zijn meer dan mooie verhalen om bij weg te dromen, mijmerend over een geromantiseerd Afrika. ‘De mythen zijn tijdloos. Ook nu kunnen wij er veel van leren.’ Lachend: ‘En met “wij” bedoel ik niet alleen mensen in Afrika, maar ook in de rest van de wereld.’ Na een diepe zucht, op plots serieuze toon: ‘Kijk naar Trump in de Verenigde Staten. Dan zie je dat de Amerikaanse politiek een behoorlijke dosis Afrikaanse wijsheid kan gebruiken.’

Om dat uit te leggen, moet eerst de mythe van de herder worden verteld. Die speelt zich af aan het begin der tijden, toen God net de wereld had geschapen. Even later creëerde God de dieren, en vervolgens de mens. Op een dag beklaagden de koeien zich bij God. ‘Wij zorgen ervoor dat alle mensen te eten hebben’, zeiden de koeien, ‘dag in dag uit ploegen wij het land en laten we ons melken. Maar er is niemand die ons eens een keer verzorgt.’ God begreep dat de koeien daar ontevreden over waren, en schiep daarom de herder.

Tekst loopt door onder afbeelding

Fotografie: Émilie Régnier

‘De herder is dus speciaal voor de dieren gecreëerd, niet andersom’, vervolgt Konaté. ‘Hij leidt de dieren, maar staat tegelijkertijd volledig in dienst van hen. Dat is de belangrijkste kwaliteit van iedere leider.’

Dat is toch ook het belangrijkste bij een democratie, waarbij het volk zijn eigen vertegenwoordigers kiest?
‘Niet helemaal. Wanneer ik naar de Verenigde Staten kijk, zie ik een land met een goed gefundeerde democratie, maar naar mijn mening absoluut geen goede leider. Je zou dan kunnen zeggen: genoeg anderen zijn het blijkbaar met mij oneens, want Trump is eerlijk als leider verkozen. Maar er valt denk ik meer over te zeggen. In het Westen wordt veel nadruk gelegd op overheidsinstellingen, valt me op. Dat is begrijpelijk; die zijn hard nodig voor een werkende democratie. Maar soms lijkt het bijna alleen om “het systeem” te gaan. Dat kan gevaarlijk zijn. Het kan omslaan in het idee dat zolang we een mooi, stabiel bouwwerk hebben, het niet zoveel uitmaakt wie er aan de macht is.’

Het lijkt me niet dat mensen willekeurig op Trump gestemd hebben, zonder naar zijn ideeën te kijken.
‘De vraag is: hebben zij ook naar Trump als individu gekeken? Het gaat niet alleen om iemands visie als leider, maar ook of iemand überhaupt de kwaliteiten heeft om te leiden. De Afrikaanse traditie leert ons dat wij naar de persoon zelf moeten kijken. Dan zie je dat er meer nodig is dan een gefundeerd systeem en iemand met wie jij het eens bent.’

Konaté valt even stil, zoekt naar de juiste woorden, en zegt dan vastberaden: ‘Goede overheidsinstellingen zorgen niet direct voor goede leiders. Daarvoor is iets anders nodig: wijsheid. En wijsheid vind je bij mensen, niet bij instellingen.’

Wat heeft de herder hier precies mee te maken?
‘De herder laat zien hoe belangrijk menselijke kwaliteiten zijn bij leiderschap. Hij weet wie er bij zijn kudde hoort, houdt in de gaten hoe het met ze gaat en geeft hun wat zij op dat moment nodig hebben. Deze kennis maakt hem tot een wijs man, en daarmee een goede leider. Ook in de politiek hebben we wijze leiders nodig; dat is denk ik de belangrijkste les die het Westen van de Afrikaanse traditie kan leren. In de politiek draait het niet alleen om instellingen, maar ook om wijsheid. Een politicus die dezelfde idealen als jij nastreeft, is niet per se een goede leider voor jou. De houding van deze politicus bepaalt uiteindelijk of hij of zij goed is voor het volk. Die houding moet in dienst staan van het volk, met kennis over het volk. Kijk daarom niet alleen naar een partijprogramma, maar ook naar het individu erachter. Heeft die denk je genoeg wijsheid om te leiden? Ik vrees dat mensen in de Verenigde Staten hier onvoldoende bij stil hebben gestaan. Trump lijkt zich totaal niet achter aan de kudde op te stellen.’

Emotie

Konaté uit zijn politieke kritiek in artikelen en boeken die hij schrijft als hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Cocody in Ivoorkust. Maar ook buiten zijn studeerkamer is hij actief met het onderwerp bezig. Zo werkt hij samen met lokale politieke organisaties en kunstenaars die kritiek uiten op corrupte politici in Afrika. Naast zijn politieke werk bekleedt hij hoge functies bij het ministerie van Cultuur en tal van andere culturele instellingen, en houdt hij zich bezig met duurzame energie. Zijn dat niet erg veel verschillende ballen om hoog te houden?

Konaté: ‘Wie iets filosofisch over onze wereld wil zeggen, moet zich niet alleen richten op de filosofie. Dan vergeet je namelijk de wereld. Filosofie, politiek, kunst, milieu – ik vind het meer dan logisch om die gebieden met elkaar te verbinden. In mijn denken, maar ook in mijn doen. Natuurlijk kan een filosoof ervoor kiezen enkel het werk van andere filosofen te bestuderen. Dat kan heel interessant en leerzaam zijn. Maar enkel nadenken over wat anderen al zeiden is voor mij niet genoeg. Ik wil vanuit onze huidige maatschappij een kritische bijdrage leveren. Dan moet ik wel weten wat er gebeurt in die maatschappij, welke ontwikkelingen er zijn, hoe gebieden elkaar beïnvloeden. En, ook niet onbelangrijk: wat dat met mij doet. Gevoelens horen ook thuis in de filosofie. In het werk van filosofen die vooral bezig zijn met andermans denken, mis ik vaak emotie. Dat vind ik zonde. Vanuit de emotie ontstaan prachtige filosofische ideeën.’

Hebt u daar een voorbeeld van?
‘Mensen in de rouw zeggen vaak heel interessante dingen. Bijzonder is dat daar een duidelijke ruimte voor is in ons publieke domein; dat heeft lang niet elke emotie. Op een begrafenis kan iedereen een moment nemen om te delen waarom hij of zij verdrietig is dat dit leven tot een eind is gekomen. Maar vaak zeggen ze met hun woorden nog veel meer: wat het eigenlijk betekent om te leven, hoe ze tegen de dood aankijken, wat een leven bijzonder maakte. De sprekers zijn zich er lang niet altijd van bewust dat ze dat doen, en dat hoeft ook niet. Maar het is verrassend wat voor filosofische inzichten die emotie oproept. Het lijkt mij vreemd daar vervolgens niets mee te doen, omdat deze begrafenis en het vakgebied filosofie zogenaamd tot andere hokjes behoren. Filosofen hoeven heus niet altijd rationeel bezig te zijn. Directe emoties zijn vaak een waardevol begin voor grootste gedachten. Emoties uit het dagelijkse leven verbind ik daarom met academische filosofie.’

In uw werk benadrukt u dat kunst een geschikte manier is om gedachten vanuit emotie uit te drukken.
‘Kunst kan emotie en intellect tegelijkertijd uitdrukken. Dat maakt het een bijzondere vorm van informatie overbrengen. Vooral bij muziek komt dat duidelijk naar voren. Veel mensen zijn weleens geraakt door een lied in een taal die ze helemaal niet spreken. De melodie of iemands stem roept dan emotie bij jou op, ook al weet je niet waar iemand over zingt. In kunst kunnen vorm en inhoud los van elkaar opereren, maar versterken elkaar tegelijkertijd ook. Bij geschreven tekst is dat niet het geval. Je kunt natuurlijk op verschillende manieren dezelfde informatie beschrijven. Maar als iemand de taal niet spreekt, houdt het direct op. Kunst is universeler dan het geschreven woord. Het schrijven van teksten is ontzettend belangrijk, begrijp me niet verkeerd. Alleen is het niet nodig om boeken boven kunst te plaatsen. Kunst is soms een betere vorm van expressie dan tekst.’

In wat voor situaties?
‘Kunst is erg geschikt als uiting van protest. Daarom zijn kunst en politiek in mijn werk nauw met elkaar verweven. Afrika heeft een lange traditie van verzet, en kunst speelt daarin een belangrijke rol. Ik heb een boek geschreven over Willie Bester, een Zuid-Afrikaanse kunstenaar. Hij staat bekend om zijn installaties, die hij maakt van gevonden spullen. In 2001 bezocht ik hem een keer in zijn studio in Kaapstad. Hij werkte daar aan een grote installatie, bestaand uit verschillende sculpturen. Die zou deel uitmaken van een expositie die getoond zou worden in het parlement, zei hij.

In de sculpturen zag ik allerlei verwijzingen naar dure, luxe auto’s: BMW, Mercedes, noem maar op. Het bleken eigenlijk verwijzingen te zijn naar de auto’s van Jacob Zuma – die toen nog niet de Zuid-Afrikaanse president was, maar het hoofd van het parlement. Hoe langer ik keek, hoe meer kritiek ik in het werk zag op Zuma’s uitgavenpatroon, en daarmee ook op zijn corrupte praktijken.

Besters verontwaardiging was heel direct zichtbaar, daar waren verder geen woorden bij nodig. Het parlement was natuurlijk in rep en roer, en Besters werk werd verboden in de expositie. Maar het gesprek over het kunstwerk was al op gang gebracht. Een bekende kunstenaar die openlijk van plan was Zuma te bekritiseren, in Zuma’s eigen werkplek – dat zet mensen aan het denken.’

Hoe zorgt het uiten van deze kritiek ervoor dat er vervolgens ook iets verandert?
‘Lang voordat Zuma aan de macht kwam, zei Bester al met zijn werk: pas op voor deze man, hij is niet goed voor ons land. Inmiddels zit Zuid-Afrika opgescheept met een slechte president. Bester zag dit gevaar al aankomen en wees mensen daarop. Kunstenaars zijn politici vaak een stap voor. Dat geeft mensen de mogelijkheid te reageren voordat het te laat is. Politieke verandering en kunst gaan daardoor hand in hand.

De komst van Zuma kon Bester natuurlijk niet in zijn eentje tegenhouden. Maar in Senegal hebben kunstenaars samengewerkt tijdens de verkiezingen in 2012. Toen probeerde Abdoulaye Wade, de toenmalige president, de macht door te geven aan zijn zoon. Heel veel kunstenaars hebben toen protestkunst gemaakt om hun ongenoegen daarover te uiten. Ze gingen met spandoeken de straat op en schreven muziek om daarbij te zingen. De kunstenaars verzamelden steeds meer mensen om zich heen. Deze demonstraties hebben Macky Sall geholpen de verkiezingen te winnen. Zonder de kunstenaars waren die protesten er misschien nooit gekomen. Toen zij zagen dat het politiek rommelde in Senegal, stelden ze hun stem in dienst van het land. Precies zoals een goede leider moet doen.’