Home Volgens deze moraalfilosoof zijn we niet verantwoordelijk voor onze daden 
Schuld Vrijheid

Volgens deze moraalfilosoof zijn we niet verantwoordelijk voor onze daden 

Kunnen mensen eigenlijk wel verantwoordelijkheid dragen voor hun daden en dus ‘schuldig’ zijn? De Vlaamse moraalfilosoof Jan Verplaetse pleit voor een schuldloze samenleving.

Door Frank Meester op 24 oktober 2017

Volgens deze moraalfilosoof zijn we niet verantwoordelijk voor onze daden 

Kunnen mensen eigenlijk wel verantwoordelijkheid dragen voor hun daden en dus ‘schuldig’ zijn? De Vlaamse moraalfilosoof Jan Verplaetse pleit voor een schuldloze samenleving.

Cover van 11-2017
11-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

Veel mensen voelen zich schuldig. Ze lijden daaronder. Ik heb een geruststellende boodschap voor hen: schuld bestaat niet. Dus je hoeft je niet schuldig te voelen. We zeggen ook niet dat een glas water, een dier of een baby schuldig is. Waarom niet? Omdat ze niet verantwoordelijk kunnen zijn; hoogstens zijn ze de oorzaak van iets. Ze kunnen iets erg vervelends hebben veroorzaakt, maar niemand zal echt boos op ze worden. Niemand verwijt ze iets. Het wonderlijke is dat wanneer volwassenen de oorzaak zijn van iets, we er opeens nog wat aan toevoegen: verantwoordelijkheid en daarmee ook schuld. Dat heb ik altijd bizar gevonden. Op welk moment in je leven verander je van een wezen dat niet alleen oorzaak is, maar ook verantwoordelijk en verwijtbaar is voor zijn eigen daden? Binnen religies bestaan daar overgangsrituelen voor. Mensen hebben constructies bedacht die de plotselinge verantwoordelijkheid plausibel zouden moeten maken. Je zou bijvoorbeeld op een bepaalde leeftijd een ziel krijgen. En vanaf dat moment kan die ziel schuldig worden bevonden. Maar hoe kom je dan ineens aan die ziel?

Tekst loopt door onder afbeelding

Illustratie: StudioVonq

Verantwoordelijkheid en schuld hangen samen met het idee van vermijdbaarheid. Je bent met een paar glaasjes te veel op in de auto gestapt en je hebt iemand aangereden. Veel mensen denken dat je het had kunnen vermijden. Dat is ook verleidelijk om te denken. Misschien heb je weleens de auto laten staan toen je meende dat je te veel op had. Als het toen lukte, had je het gisteren toch ook kunnen doen? Waarom heb je het niet gedaan? Waarom ben je zo stom geweest om toch achter het stuur te gaan zitten? Jij en ook de mensen die in de rij staan om je te beschuldigen, zijn niet in staat om in te zien dat er ongelooflijk veel factoren meespeelden op die bewuste avond. Factoren die gezamenlijk veroorzaakten dat jij deed wat je deed. Je kon dus niet anders. Ik denk dat we in dat opzicht niet wezenlijk verschillen van dat glas water, die baby of dat dier.’

Zombie

‘Laten we eens wat beter naar schuld kijken. Welke voorwaarden zijn er nodig om schuldig te kunnen zijn? Je hebt natuurlijk een bewustzijn nodig. Zonder je bewust te zijn van je daden kun je er niet verantwoordelijk voor worden gehouden. Een slaapwandelende zombie die een hond schopt nemen we niets kwalijk. Voorts is besef van goed en kwaad noodzakelijk voor schuld. Je kunt nu eenmaal niet voor het goede kiezen als je niet weet wat dat is. Daarbij moet je ook het vermogen hebben om jezelf te rechtvaardigen: je moet kunnen uitleggen waarom je voor het een en niet voor het ander hebt gekozen. Dat de meeste volwassenen aan deze voorwaarden voldoen, wil ik aannemen. Sommige mensen denken dat deze eigenschappen al voldoende zijn om iemand schuldig te kunnen verklaren. Maar ik denk dat er nog iets essentieels ontbreekt. Je hebt namelijk ook nog de vrije wil nodig. Zonder die vrije wil valt er niets te kiezen. Dan wordt er voor je gekozen. En ik denk dat we die vrije wil niet hebben. Het lijkt misschien alsof je wel had kunnen kiezen, alsof je gisteren perfect in staat was om niet dronken in de wagen te stappen, maar ik acht de kans miniem dat je werkelijk een keuze had.

Waarom hebben we geen vrije wil? Er zijn vele argumenten te geven tegen het bestaan van de vrije wil. Een van de belangrijkste heeft te maken met wat binnen de filosofie “broncontrole” heet. Iets of iemand moet de keuze maken. Dat iets of die iemand mag zelf niet volledig bepaald zijn, want dan is het geen eigen keuze meer, maar de keuze van iemands neurale processen, of van iemands opvoeding of omgeving, of een combinatie daarvan. Als de vrije wil zou bestaan, zou er ergens iets moeten zijn dat niet aan die touwtjes vasthaakt. Maar daar is geen enkele aanwijzing voor.

Mensen zeggen soms tegen mij: “Ik volg je wel, maar ik denk dat we tóch een heel klein beetje vrije wil hebben. Wat mij betreft zou slechts één hersencel die onafhankelijk beslist al genoeg zijn voor een vrije wil.” Maar die ene cel hebben we nog nooit ontdekt. En ik acht de kans dat het nog eens zal gebeuren bijzonder klein. Je kunt je toch ook nauwelijks iets voorstellen dat nergens door wordt veroorzaakt? Alsof er een soort Baron von Münchhausen is die zichzelf uit het spel van oorzaken trekt, maar zelf wel dat spel kan beïnvloeden en zeggen: “Alle factoren drijven weliswaar die kant uit, maar nee, nee, ik ga toch dit doen.” Maar goed, als er vanavond in Science staat dat het vrije-wilneuron is ontdekt, dat ene neuron dat echt totaal niet bepaald wordt door andere oorzaken, dan geef ik geen toestemming om dit interview te publiceren.’

Straf

‘Of de vrije wil wel of niet bestaat mag misschien een wat specialistische filosofische discussie lijken, dat neemt niet weg dat de consequenties vergaand zijn. Zonder vrije wil geen schuld, en precies die schuld speelt een belangrijke rol in onze cultuur. Zonder schuld moet er veel veranderen. Het eerste waar mensen aan denken is het rechtssysteem, dat inderdaad op schuld is gebaseerd. Toch is dat waarschijnlijk het eenvoudigste om te veranderen. We moeten van een strafsysteem naar een maatregelsysteem. Mensen krijgen dan geen straffen meer omdat ze schuldig zijn, maar we kijken welke maatregelen genomen moeten worden, zodat we kunnen voorkomen dat het nog een keer gebeurt. Straf is een maatregel die in bepaalde gevallen werkt. En stel daarbij dus vooral niet de occulte vraag: wat kon hij of zij eraan doen? Het antwoord is overigens verrassend eenvoudig: niemand kon er iets aan doen. Ga liever na hoe het gekomen is. Kijk hoe de persoon valt te beïnvloeden door maatregelen. Probeer daarbij alle belangen mee te wegen. Ook die van het slachtoffer. Dat zijn lastpakken die geneigd zijn karrenvrachten schuld over die dader te kieperen. Heel begrijpelijk natuurlijk. Die slachtoffers zullen er dus van overtuigd moeten worden dat de dader er niets aan kon doen. Slachtoffers willen graag dat de dader schuld bekent en berouw betoont. Mea culpa, nietwaar? Een dader die dat niet doet, veroordelen we des te meer. Toch is dit ook iets wat cultureel bepaald is. Vroeger was schuld bekennen juist het ergste wat je kon doen. Dat betekende dat je het verweten misdrijf had begaan. Schuldgevoel was geen teken van je betere ik, maar het bewijs van je criminele daad.

Tekst loopt door onder afbeelding

Illustratie: StudioVonq

Zo’n maatregelrecht klinkt mild, maar ik weet niet of het in de praktijk milder is dan schuldstrafrecht. Maatregelrecht kijkt, binnen het kader van de mensenrechten, naar de effectiviteit van de maatregelen. Dat zou in sommige gevallen hardere straffen kunnen opleveren. Mensen die we momenteel niet straffen omdat ze niet verwijtbaar zijn – denk maar aan minderjarigen – zijn soms wel strafgevoelig en kunnen in een maatregelrecht dus wel met straffen aangepakt worden. Op voorwaarde weliswaar dat die strafaanpak werkt.’

Fictie

‘De felste tegenstanders van mijn filosofie zitten in de hulpverlening. Om kwetsbare mensen ertoe aan te zetten niet toe te geven aan hun aandrang zeggen hulpverleners dingen als: “Je kunt het wel zelf, je bent in staat om een andere keuze te maken, je hebt je eigen lot in handen.” In welke mate heb je het idee van verantwoordelijkheid – het geloof in je eigen aandeel – nodig om je gedrag te veranderen? Moeilijk punt. Ik ken psychiaters die zeggen: “‘s Avonds kan ik je gelijk geven, maar overdag heb je volkomen ongelijk.”

Daarom zijn er mensen die net als ik sceptisch zijn over het bestaan van de vrije wil, maar die toch menen dat we wel moeten blijven doen alsof hij bestaat. Ze zien de vrije wil als een noodzakelijke fictie. Maar dat vind ik een beetje flauw. Als je eenmaal beseft dat het een fictie is, zul je er ook niet meer in geloven. Ik wil mijn filosofische positie serieus nemen en onderzoeken of we niet zonder die vrije wil en het principe van schuld kunnen. Je kunt tegen een drugverslaafde zeggen: “Ik begrijp dat je zo in elkaar zit, maar als je je gedrag niet aanpast zijn dit en dat de consequenties.” Je brengt deze gevolgen in beeld en je bekijkt haalbare remedies. Dit lijkt me gepaster dan hem in te prenten dat hij kan veranderen, als hij het maar echt wil. Als dat hem vervolgens niet lukt, moet je wel in die fictie blijven. Je moet hem dan vertellen dat hij anders had gekund, ook al weet je dat dit niet waar is. Mensen wijsmaken dat ze zelf de kracht tot veranderen bezitten, als ze maar hard genoeg willen, is misplaatst voluntarisme, even ergerlijk als mensen die alle schuld en verantwoordelijkheid op anderen afschuiven. Leven in de fictie van de vrije wil is niet alleen flauw, het is bij momenten ook immoreel: “Geachte misdadiger, we weten dat u er niets aan kunt doen, maar we doen net alsof u dat wel kunt en we verklaren u schuldig. Vanwege deze fictie krijgt u 18 jaar gevangenisstraf.”

Ik zit een stuurgroep herstelbemiddeling. Binnen herstelbemiddeling hoopt men op communicatie tussen daders en slachtoffers. Erg interessant zijn methodes waarbij niet de daders en slachtoffers van exact hetzelfde misdrijf, maar wel van soortgelijke misdrijven in dialoog gaan. Het slachtoffer krijgt de ruimte om mee te delen hoezeer hij of zij door die gebeurtenis getekend is. Omgekeerd kan de dader vertellen hoe het allemaal heeft kunnen gebeuren. Zo wordt veel tot de juiste proporties teruggebracht. Die wereldbeelden zijn aangetast en ze moeten worden hersteld. Als het slachtoffer bereid is even door de bril van de dader te kijken dan ziet alles er anders uit. Hij ziet dan dat die bepaalde beslissingen heeft genomen op basis van redenen die ook te begrijpen zijn. Deze methode blijkt zowel slachtoffers als daders veel goed te doen. Mensen die de straat niet meer op durfden, zijn na deze gesprekken hun angst kwijt.

We zitten nogal in een normatieve modus, en dat heeft volgens mij erg veel negatieve gevolgen. Mensen zijn snel geneigd op elkaar in te hakken, elkaar verwijten te maken en met de vinger te zwaaien. Daar komen veel conflicten uit voort. Hoe los je die conflicten op? Doe je eigen beschuldigende bril eens af en probeer door de bril van de ander te kijken. Heb niet direct je oordeel klaar, maar probeer die ander te begrijpen. Ter vervanging van de beschuldigende vinger zou ik willen pleiten voor een meer onderzoekende houding. Wanneer je nauwkeurig kijkt, blijken de meeste dingen een keerzijde te hebben. Zo zal er ook meer solidariteit ontstaan met mensen die op de een of andere manier niet mee kunnen komen in onze maatschappij en telkens weer de volle emmer schuld over zich heen krijgen. Mijn filosofie is er vooral voor de falende mens, zodat die in het reine kan komen met wat er is gebeurd en kan zoeken naar nieuwe wegen.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.