Home Vier vragen aan…. Kristien Hemmerechts

Vier vragen aan…. Kristien Hemmerechts

Door Frank Meester op 1 februari 2012

Cover van 02-2012
02-2012 Filosofie magazine Lees het magazine

In juni 2010 verbleef Kristien Hemmerechts op de afdeling Hematologie, het specialisme dat zich bezighoudt met bloedziekten, van het VU Medisch Centrum. Zij was daar in het kader van het ‘Schrijver op de afdeling’-project, dat geleid wordt door filosoof Arko Oderwald. Na Onverklaarbaar bewoond van Bert Keizer en De Verdovers van Anna Enquist is Haar bloed van Kristien Hemmerechts het derde boek dat uit dit project voortvloeit.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Wat kan ik weten?
‘Ik ben niet een vaag iemand. Ik ben een weetgierige schrijver. Zelfs als ik vakantie heb. Toen ik laatst in Madrid was wilde ik alles over Franco weten. Thuis ben ik dat op m’n gemak verder gaan zoeken. En dat ga ik dan ook nog memoriseren. Sommigen zeggen: ‘ach, doe toch niet zo moeilijk’. Maar ik doe wel moeilijk. Zo was het ook toen ik op de hematologie-afdeling meeliep. Ik wist bijna niets van bloed, maar als ik er dan zo rondloop, dan gaat het me fascineren. Dan wil ik alles over dat bloed weten. Daarom heb ik verschillende handboeken doorgewerkt en de artsen de oren van hun hoofd gevraagd. Nu weet ik er inderdaad wel wat van, maar als je me vraagt begrijp je het echt? Dan zeg ik: ‘nee’. Dat hele lichaam van ons blijft een raadsel. We hebben het altijd over de ziel en de geest, maar het ware mirakel is juist ons lichaam of de materie, want feitelijk verschilt ons lichaam nauwelijks van andere materie als een steen. Wetenschappers zijn nu op zoek naar wat ze noemen het God Particle. Als ze dat hebben gevonden, hopen ze eindelijk het mysterie van de materie te kunnen doorgronden.´

Wat moet ik doen?
‘Een lekkere vla maken en daarin het medicijn verstoppen. Zo heb ik dit boek tenminste opgezet. Ik wil graag dat je het makkelijk leest, dat je door het verhaal gegrepen wordt, en dat je zo, zonder dat je het echt in de gaten hebt, de informatie uit een handboek hematologie tot je neemt. Dat bloed moest niet een weetje zijn, maar echt in de personages zitten. En die lekkere vla moet niet uitzonderlijk zijn. Daar hoef ik geen extreem spannende situaties voor te verzinnen, zoals gruwelijke moorden of iets dergelijks. Vaak worden dingen zo uitvergroot. Dan gaat het over de joodse buurt hier in Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog en dan worden er kinderen aan hekken gespietst. Wat daar echt gebeurde is al erg genoeg, daar hoef je echt niets bij te verzinnen om het spannender te maken. De werkelijkheid is al zo complex, zo groot, zo overrompelend. Alles wat Roos (een van de belangrijkste personages uit Haar bloed red.) overkomt, had echt kunnen gebeuren. Het gaat er om dat precies te beschrijven. Ik hou van het subtiele. Dat is wel eens lastig in een cultuur die steeds schreeuweriger wordt.’

Wat mag ik hopen?
‘Dat die cultuur iets minder schreeuwerig wordt en dat mensen vooral wat minder over zichzelf schreeuwen. Bijna niemand is werkelijk geïnteresseerd in de ander. De ander is alleen nog interessant als bevrediger van jouw lusten. Daar heeft de commercie vast een hand in. De reclame is voortdurend bezig de mens het gevoel aan te praten dat hij of zij zo bijzonder is. Jij als bijzondere persoon hebt echt die en die bijzondere producten nodig want die maken jou nog bijzonderder. Vroeger hadden wij gewoon seks, maar nu moet je eerst lingerie kopen en naar een schoonheidssalon om je geslachtsdelen te laten trimmen. Ik geef colleges over creatief schrijven. En een van de dingen die mijn studenten het moeilijkst vinden is om een goede dialoog te schrijven. Dat komt doordat ze zich niet kunnen inleven in een ander. Dat is wel wat je moet doen als schrijver. Daarom is mijn hoop ook gevestigd op zoiets als creatief schrijven. Want dan moet je leren om jezelf helemaal weg te denken en je totaal in te leven in een ander; je moet die ander zijn, in zijn of haar huid kruipen. Vaak wordt gedacht dat schrijvers arrogante mensen zijn, die zichzelf zo belangrijk vinden. Maar dat is dus niet waar. Ik weet nog dat ik lang geleden Doris Lessing interviewde en ze me vroeg: ´vertel me eens over jezelf´. Ik was verbaasd: zij was toch de grote schrijver? Maar nu begrijp ik dat. In ieder mens, hoe ogenschijnlijk onbelangrijk ook, schuilt een personage voor je boek. Ik ben misschien wel hoogmoedig, maar meer zoals lucifer die weigert zijn hoofd te buigen voor het gezag. Dat heb ik altijd gehad.’

Wat is de mens?
‘Als Titus (personage uit Haar Bloed, red.) medicijnen gaat studeren krijgt hij van vier verschillende docenten vier verschillende definities van de mens: een bak cellen, een zak eiwitten, een zak moleculen en een zak dna. Alle vier benadrukken ze de materiële kant van de mens. We vergeten wel eens dat de mens in eerste instantie materie is. Je kunt iets met je lichaam vaak eerder weten dan met je hoofd. Dat lichaam is het grote wonder. Misschien is de ramp van de westerse beschaving wel dat we te veel waarde hebben toegekend aan het geestelijke. Zouden al die trauma’s van ons daar niet uit voortkomen?’