Home Verlicht pessimisme

Verlicht pessimisme

Door Verlicht pessimisme en Lodewijk Verduin op 22 januari 2021

Verlicht pessimisme
Cover van 02-2021
02-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Net als andere verlichtingsdenkers pleitte Voltaire voor redelijkheid. Optimistisch over wat die oplevert was hij niet.

Volgens Paul Pelckmans (1953), emeritus hoogleraar Franse literatuur aan de Universiteit Antwerpen, is Candide, ou l’optimisme (1759) van Voltaire tot op heden het meest gedrukte verhaal in Frankrijk – nou ja, na Le Petit Prince (1943) dan. Blijkbaar heeft deze ‘filosofische vertelling’ van Voltaire (schrijversnaam van François-Marie Arouet, 1694-1778) lezers nog altijd iets nieuws te vertellen.

De bijzondere houdbaarheid van die klassieke tekst zou op zich al een aardig onderwerp voor een boek zijn, maar Pelckmans stelt zich iets anders ten doel in Op wereldreis met Voltaire. Filosofen en Frankrijk in de achttiende eeuw. Dit essay neemt Candide namelijk als een ‘concrete casus’ om het over de bredere levensbeschouwelijke stroming van het verlichtingsdenken te hebben. Voltaire is volgens Pelckmans een sleutel­figuur binnen deze traditie, en zijn werk zou daarom inzicht kunnen bieden in de filosofische ontwikkelingen van die tijd: ‘De auteur van Candide was van Londen tot Sint-Petersburg de ongekroonde koning van de Europese Verlichting en kan ons duidelijker dan wie ook vertellen waar het die Verlichting echt om te doen was.’Voor wie het verhaal niet kent: Candide is een korte, komische avonturenroman waarin een gelijknamige man uit een Duits kasteel verbannen wordt na de ontdekking van een clandestiene liefdesaffaire. Hiermee begint een koortsachtige dwaaltocht, die Candide langs allerlei steden en streken op verschillende continenten brengt. Hij maakt kennis met Nederlanders, Fransen en Britten, is getuige van de aardbeving in Lissabon van 1755, krijgt in Zuid-Amerika de verschrikkingen van het kolonialisme te zien en strijkt uiteindelijk in Turkije neer. Candide wordt vergezeld door de filosoof Pangloss, die ondanks al het getoonde leed voortdurend uitroept dat God toch echt een perfecte wereld heeft geschapen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit tamelijk irritante orakel wordt opgevoerd als de representant van het gedachtegoed van de Duitse filosoof en theoloog Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716), wiens bekendste opvatting was ‘dat God de beste van alle mogelijke werelden geschapen zou hebben’. Zijn standpunt was in werkelijkheid wel wat complexer dan dat, schrijft Pelckmans, maar Voltaire voerde deze gesimplificeerde versie doelbewust op om bredere kritiek te leveren: ‘Het “optimisme” van Leibnitz is een handige schietschijf, waarmee de Filosoof alle traditionele vormen van Godsvertrouwen of beroep op de hemel te kijk kon zetten.’

Volgens Voltaire ontkomen we niet aan rampen en geweld

Daarmee komen we volgens Pelckmans bij de kern van de filosofische boodschap van Candide. Net als vele andere verlichtingsdenkers pleitte Voltaire primair voor redelijkheid, die de mens in staat zou stellen om onafhankelijk na te denken en zich van maatschappelijke of religieuze illusies te ontdoen. Maar waar dit vooruitzicht een filosoof als Immanuel Kant (1724-1804) optimistisch stemde, kwam Voltaire juist uit bij pessimisme. Ook al wapent de mens zich met de ratio, dan nog leeft hij in een dreigende wereld waarin het praktisch onmogelijk is om je aan natuurrampen, geweld en menselijke wreedheid te onttrekken, resumeert Pelckmans.

In plaats van hoogdravende idealen te koesteren of metafysica te bedrijven, zou men zich volgens Voltaire uitsluitend met het nu bezig moeten houden: ‘Hij sluit zijn meest bekende filosofische vertelling af met het advies niet te veel na te denken en te “werken zonder te discussiëren”.’ Pelckmans meent hierin de kiem van de moderniteit te ontwaren, aangezien arbeid en productiviteit in die periode de dienst gaan uitmaken, maar blijft voorzichtig met grotere conclusies.

Deze handvol inzichten volgt uit een vrij gedegen lezing van Candide. Pelckmans blijft dicht bij de oorspronkelijke tekst. Hij bespreekt de roman hoofdstuk voor hoofdstuk, wijst op literaire technieken en verwijzingen, biedt hier en daar wat historische context, maar vertelt vooral heel veel na – als gevolg hiervan is dit naslagwerk een stuk langer uitgevallen dan de meest recente Nederlandse vertaling van de roman zelf. Door de overvloedige samenvattingen leest dit boek wat stroperig, ondanks een vlotte schrijfstijl en herhaaldelijke aankondigingen dat de schrijver het kort zal houden.

Daarbij ontbreekt hier een persoonlijke interpretatie, een helder eigen stand­punt of een verrassend perspectief. Pelckmans’ analyses en zijn achtergrondinformatie over Voltaire zijn uiterst degelijk en over het algemeen best onderhoudend, maar op de keper beschouwd is Op wereldreis met Voltaire toch eerder een leesgids dan een essay. Het blijft de vraag of je die bij een weinig gelaagd boek als Candide, dat voortdurend hetzelfde simpele punt maakt, überhaupt wel nodig hebt.

Op wereldreis met Voltaire. Filosofen en Frankrijk in de achttiende eeuw
Paul Pelckmans | Doorbraak Boeken | 183 blz. | € 21,95