Home Twintig beste ideeën Trias politica
Politiek Rechtvaardigheid Twintig beste ideeën Vrijheid

Trias politica

De burger kan alleen vrij zijn als de macht wordt verdeeld tussen de regering, het parlement en de rechters, bedacht Montesquieu.

Door Sebastien Valkenberg op 10 juli 2012

trias politica Montesquieu

De burger kan alleen vrij zijn als de macht wordt verdeeld tussen de regering, het parlement en de rechters, bedacht Montesquieu.

Cover van 07/08-2012
07/08-2012 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Trias politica

Montesquieu (1669-1755)
Een pleidooi voor de scheiding van de machten over verschillende groepen en personen.

Wat is het?
Zorg voor een scheiding tussen de regering, het parlement en de rechters. Minstens zo belangrijk is een zeker evenwicht tussen de machten.

Wat doet het?
Beschermt de vrijheid van burgers.  

Waarom weten we dat de regering dubieus handelde toen ze tijdens het uitbreken van de kredietcrisis het parlement buitenspel zette en Fortis overnam? Waarom organiseren we een enquêtecommissie om de gang van zaken te onderzoeken? Omdat we beseffen dat er een gevaar dreigt als de regering – de ‘uitvoerende macht’ –  het parlement – de ‘wetgevende macht’ – buitenspel zet. Namelijk het gevaar van tirannie. Montesquieu spreekt daarom van drie ‘machten’ die in evenwicht dienen te zijn. Hoogleraar rechtsfilosofie Willem Witteveen begeleidde de totstandkoming van de Nederlandse vertaling van De l’esprit des lois (Over de geest van de wetten) (1748), het magnum opus van Montesquieu. Met zulke canonieke denkers is voorzichtigheid geboden, waarschuwt hij. We moeten oppassen dat we hen geen woorden in de mond leggen. De moeilijkheden beginnen al met de term zelf. Nergens verwijst Montesquieu naar de term die wij met hem zijn gaan associëren: de trias politica

Des te belangrijker om scherp in beeld te krijgen wat Montesquieu precies beoogde.
‘Het ging hem om de vraag naar de staatsinrichting die het mogelijk maakt dat burgers vrij kunnen zijn. Dit kon alleen als werd voorkomen dat alle macht komt te liggen bij één persoon of groep die geen tegenspraak duldt. Die tegenspraak wilde Montesquieu inbouwen in het staatsbestel. Beducht voor despotisme bepleitte hij een scheiding tussen de regering, het parlement en de rechters. Maar wil deze scheiding werken, is nog een element nodig: een zeker evenwicht tussen de machten. Ze moeten ongeveer even sterk zijn. Gaandeweg zijn we de trias politica – laten we de term gemakshalve maar blijven hanteren – gelijk gaan stellen aan de scheiding der machten, maar het evenwicht hiertussen is net zo belangrijk om een opeenhoping van macht te vermijden. Met dit model wilde hij zijn tijdgenoten een alternatief staatsbestel voorspiegelen.’

Wat was er destijds mis in Frankrijk?
‘Tijdens zijn reizen door Engeland zag Montesquieu dat daar de vrijheid groter was. Burgers hadden meer rechten en waren beter beschermd tegen machtsdromen van de monarchie dan in zijn eigen land. In de eerste plaats wilde hij beschrijven wat hij daar aantrof. Vanwege deze aanpak geldt hij ook wel als de eerste socioloog uit de geschiedenis, die onderzoekt hoe een omgeving van invloed is op onze ideeën. Maar hij had ook een boodschap voor de lezers in Frankrijk: hoe verhoudt zich de situatie ten opzichte van Engeland? Montesquieu vreesde dat Frankrijk zou afglijden naar het model van Spanje, waar sprake was van een tirannieke monarchie.’

Even tussendoor… Meer lezen over Montesquieu en andere grote denkers? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Tegenwoordig heeft het koningshuis vooral een ceremoniële functie. Waarin is de actualiteit van de trias politica nu gelegen?
‘Laten we om te beginnen constateren dat het mede te danken is aan Montesquieu dat de macht van de monarchie is ingeperkt. Tegelijk moeten we stellen dat mensen nu eenmaal de neiging hebben om macht naar zich toe te trekken, óók als ze deel uitmaken van de wetgevende of rechterlijke macht. De scheiding der machten is nog steeds zo relevant omdat zij zich vertaalt in een aantal duidelijke verbodsbepalingen voor alle partijen. Kamerleden mogen niet op de stoel van de rechter gaan zitten; het bestuur mag de wetgever niet domineren; de rechter mag geen wetten maken enzovoort. In alle richtingen staan er verbodsborden, die de werkterreinen van de machten afbakenen ten opzichte van elkaar.’

De scheiding der machten blijft dus relevant. Hoe zit het met dat andere onderdeel van de trias politica: het evenwicht tussen de machten?
‘Met alleen maar verbodsborden krijgen we geen soepele doorstroming van het verkeer en zo moet er ook een zekere interactie bestaan tussen de drie machten. Hiervoor hebben we geboden nodig, die aangeven hoe we ons moeten opstellen. Zo krijgen rechters de aanbeveling mee om rekening te houden met wat de wetgever heeft willen zeggen toen zij wetten maakte. Tegelijk zijn de omstandigheden waarin deze worden toegepast nooit helemaal identiek. Dat vraagt om een zekere mate van interpretatie. Hoewel rechters geen onbeperkte vrijheid hebben in het uitleggen van wetten – ze moeten handelen in de geest der wetten – laat deze activiteit eigen afwegingen toe. Deze vrijheid kan wrevel opwekken bij de politici. Voor een deel is dit begrijpelijk: het is niet leuk om te horen dat hun beleid onrechtmatig is. Maar dat moet dan maar leiden tot nieuwe debatten over betere wetgeving. Deze dynamiek komt op gang dankzij het evenwicht tussen de staatsmachten.’

We moeten dus accepteren dat vertraging inherent is aan ons staatsbestel?
‘Onze manier van besluitvorming is tijdrovend en voor een deel is dat te wijten aan de grote hoeveelheid regels in dit land. Maar tot op zekere hoogte is het de bedoeling dergelijke gevoelens op te wekken. De Chinese overheid ervaart deze niet, want zij laat haar macht geen halt toeroepen. Als er een dorpje op de route van de geplande snelweg ligt, wordt dat gewoon platgegooid. De snelheid van handelen gaat hier echter ten koste van de rechten van burgers. Laten we dus proberen om de ergernis die de trias politica veroorzaakt toch te waarderen. Ze is een teken dat er vrijheden in het geding zijn.’