Home Tarkovski en de kamer die je diepste – pijnlijke – wens vervult

Tarkovski en de kamer die je diepste – pijnlijke – wens vervult

Door Michel Dijkstra op 04 december 2006

10-2006 Filosofie magazine Lees het magazine

De kamer die alles geeft wat we willen – Tarkovski gebruikt dat beeld als kritiek op onze oppervlakkige, soms destructieve wensen. Maar uiteindelijk wil de regisseur de kijker ‘bewust maken van de behoefte om lief te hebben en liefde te geven’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Een man – Stekelvarken – woont naast een mysterieus stuk land dat niemand mag betreden. Middenin het gebied bevindt zich een kamer die je diepste wens vervult. Ondanks de zware bewaking leidt Stekelvarken mensen illegaal naar deze kamer tegen een forse betaling. Op een dag sterft zijn broer en besluit hij om zelf de kamer binnen te gaan met maar één wens: dat zijn broer weer levend wordt. Als hij thuiskomt, vindt hij een fortuin in plaats van zijn broer. Wanhopig hangt Stekelvarken zichzelf op.

Deze parabel komt uit de film Stalker van de Rus Andrei Tarkovski (1932 – 1986), één van de meest filosofische filmregisseurs van de twintigste eeuw. Zijn boek De verzegelde tijd waarin hij zijn filmtheorie, levensfilosofie en artistieke missie uiteenzet is nu voor het eerst sinds lange tijd weer beschikbaar. Het boek is zeer welkom, want Tarkovski’s films kunnen best wat toelichting van de maker gebruiken.

Stalker is één van zijn breed opgezette, filosofische parabels. Net als bij literaire meesterwerken is het verhaal eenvoudig na te vertellen, maar lastig te interpreteren. Centraal in de meer dan honderdzestig minuten durende film staat de Zone, het afgesloten gebied met de wensvervullende kamer. De Zone werd geïsoleerd omdat er twintig jaar voordat het verhaal begint een geheimzinnige kracht neerstreek. Wat deze kracht is, laat Tarkovski in het midden, misschien buitenaardse wezens of een meteorietinslag. Hoofdpersoon van de vertelling is de opvolger van Stekelvarken, de gids Stalker. Hij is een arme, eenvoudige man met een vrouw en een kreupele dochter.

In de film brengt Stalker twee intellectuelen, simpelweg Schrijver en Professor genaamd, naar de wensvervullende Kamer. Na een tocht vol dreiging bereiken de intellectuelen de Kamer, maar stappen niet over de drempel omdat ze hun diepste wensen niet kennen. Stalker zelf gaat ook niet naar binnen omdat hij belangeloos wil zijn. Hij is er zelf steeds slecht aan toe, maar ziet het als zijn taak om mensen te helpen die volstrekt geen hoop meer hebben. Somber verlaat het drietal de Zone.

Spiritualiteit

Tarkovski omschrijft Stalker als een maatschappijkritische film. Hij heeft een hekel aan de moderne consumptiemaatschappij, die volgens hem oppervlakkig en oneigenlijk is. De mensen zijn teveel bezig met hun ego, geld verdienen en uiterlijkheden. Ze zijn hun innerlijk en centrale waarden zoals hoop en naastenliefde vergeten. Door de secularisatie is de kerk niet meer in staat om de moderne mens op het geestelijke te wijzen. Tarkovski zoekt daarom naar een nieuwe vorm van spiritualiteit. Film is het medium bij uitstek om deze spiritualiteit uit te dragen. Met poëtische beelden kan film zich boven het kille, op winst gerichte verstand verheffen.

Schrijver en Professor zijn exponenten van de door Tarkovski zo verafschuwde consumptiemaatschappij. Hun innerlijk is net zo doods en verrot als het landschap van de Zone waar ze doorheentrekken. Ze hebben het vermogen tot geloof verloren en zijn niet in staat om in hun eigen hart te kijken.
De scène waarin de drie mannen moedeloos voor de drempel van de kamer zitten, is duister en beklemmend. Toch eindigt Stalker niet zonder hoop. Tarkovski’s films zijn namelijk nooit alleen afbrekend kritisch, maar hebben ook een positieve, spirituele boodschap. De regisseur legt in zijn boek uit dat de mannen beide op hun eigen manier een ontwikkeling doormaken. Professor smokkelde in zijn tas een bom mee om de Kamer op te blazen, zodat deze nooit in verkeerde handen kan vallen. Na een gesprek met de intuïtieve, diep gelovige Stalker demonteert hij de bom en gooit hem weg. De cynische schrijver wordt na de terugtocht getroffen door de tragische verschijning van Stalkers vrouw. Voor het eerst toont hij zijn menselijkheid. Aan het eind van de film beseffen Schrijver en Professor hun spirituele armoede. Ze deinsden terug voor de Kamer vanwege het verhaal dat Stalker vertelde over het tragische bezoek van zijn leermeester Stalker aan de zone.

Crisis

Om je diepste wens werkelijk te kennen, moet je door een grote existentiële crisis. Tarkovski schrijft hierover in De verzegelde tijd: ‘Voor mij is een geestelijke crisis altijd een teken van gezondheid. Ze is een poging om zichzelf te vinden, om een nieuw geloof te verwerven. Een ieder die zich bezighoudt met geestelijke vraagstukken maakt een geestelijke crisis door. Hoe kan het anders? De geest dorst naar harmonie, het leven is disharmonisch, en het is deze tegenstelling die voor beweging zorgt. Ze is tegelijkertijd de bron van onze pijn en van onze hoop, maar ook een bevestiging van onze geestelijke diepte en mogelijkheden.’

De grote crisis vormt het hart van Tarkovski’s levens- en filmfilosofie. Alleen door fundamentele pijn, angst en verwarring kan de mens tot een nieuwe zekerheid komen. Stalkers kreupele dochter belichaamt dit innerlijke proces. In de slotscène draagt zij aan tafel een somber gedicht voor van Tarkovski’s vader, de miskende dichter Arseni Tarkovski. Daarna leunt ze op haar ellebogen en kijkt naar een paar glazen die aan het eind van de tafel staan. Uit haar ogen spreekt groot verdriet en pijn. Diezelfde ogen krijgen plotseling de wonderbaarlijke kracht om de glazen van tafel te schuiven. Zo transformeert leed in nieuwe, innerlijke sterkte. De geest overwint de materie. Tarkovski onderstreept de triomf met het slotkoor van Beethovens Negende Symfonie: ‘Freude schöner Götterfunke!’

Ook Tarkovski’s leven was niet zonder crises. Zijn jeugd werd overschaduwd door de scheiding van zijn ouders en Tweede Wereldoorlog. De jonge Andrei had de neiging om uit het gewone leven te vluchten in de wereld van de kunst en de natuur. Als tiener hield hij zich vooral bezig met het lezen van Dostojevski, het bestuderen van Renaissancekunst en het luisteren naar de muziek van J.S. Bach. Pas na een mislukte studie Oriëntalistiek vond Tarkovski zijn roeping in de filmkunst.

Zijn carrière verliep bepaald niet voorspoedig. Het Sovjetregime was niet gecharmeerd van zijn eigenzinnige, vooruitstrevende ideeën en werkte hem constant tegen, waardoor hij maar zeven films maakte. De totstandkoming van elke film ging gepaard met enorme ruzies van de regisseur met de overheid en de censuur. Verder waardeerde de Russische kritiek zijn werk nauwelijks, terwijl hij in het Westen de ene prijs na de andere won. Uiteindelijk werd het Tarkovski teveel en week hij naar Zweden uit. In ballingschap lukte het hem zijn laatste film Het offer te voltooien, waarna hij aan longkanker stierf. Vanaf zijn eerste film De jeugd van Ivan  (1962) tot de laatste probeerde hij consequent een persoonlijke beeldtaal op te bouwen.

Symbolen

Tarkovski verzet zich in zijn boek sterk tegen mensen die symbolen in zijn werk zoeken. Over de Zone schrijft hij: ‘In geen van mijn films wordt ook maar iets gesymboliseerd, dus ook de Zone is geen symbool. De Zone is de Zone. Ze is het leven zelf, waarin de mens ten gronde gaat of zich handhaaft. En of een mens kan volharden, is afhankelijk van zijn gevoel van eigenwaarde, van zijn vermogen het tijdelijke van het wezenlijke te onderscheiden.’ Als lezer kun je met zulke uitspraken genoegen nemen of niet.

De bekende postmoderne filosoof Slavoj Zizek staat enigszins kritisch tegenover Tarkovski’s eigen uitleg. Hij geeft een psychoanalytische interpretatie van Stalker. Volgens hem staat de Zone symbool voor ‘het Reële’, een aan psychose grenzende toestand waarin de mens direct met de chaos van leven wordt geconfronteerd. In het Reële betreedt je het onbekende; er gelden geen wetten of regels. Ook de taal kan geen grip krijgen op de ervaring van het Reële. In Stalker is het hart van deze verwarrende toestand de Kamer, die volgens Zizek de kern van het menselijk driftleven symboliseert.

Zizek stelt dat er zich in de Kamer letterlijk niets bevindt. De Kamer is het knagende gevoel van gemis, de leegte waaruit al onze wensen voortkomen. Zonder gemis heb je immers geen verlangens. Omdat je nooit tot een zuivere, onzelfzuchtige wens kunt komen, bevredigt de Kamer je hebberige lusten. Ook als je het idee hebt dat je niet door lage driften wordt geregeerd, vertelt de Kamer je dat het ‘ik geen baas in eigen huis’ is. Zizek voert het verhaal van Stekelvarken aan als argument voor zijn psycho-analytische duiding.

Tarkovski zou Zizeks duiding van Stalker misschien als een nuttige aanvulling hebben gezien, maar meer de nadruk leggen op de spirituele aspecten. In één van de laatste essays uit zijn boek schrijft hij: ‘Ik beschouw het als mijn plicht de mens tot nadenken te bewegen over het wezenlijke en eeuwige dat in ieder mens aanwezig is, en dat hij al te gemakkelijk negeert. Ik beschouw het als mijn plicht de mensen die mijn films zien bewust te maken van de behoefte om lief te hebben en liefde te geven, en bewust te maken van de schoonheid die hen wenkt.’

Door de scherpe uitspraken over de maatschappij, diepzinnige analyses van de filmkunst en verhandelingen over de taak van de kunstenaar vult De verzegelde tijd Tarkoviski’s cineastische werk op voortreffelijke wijze aan. Bovendien vormen beide onderdelen een krachtige twee-eenheid. Het filosofisch-theoretische boek werpt helder licht op de mysterieuze films. De films vormen op hun beurt de schitterende uitwerking van Tarkovski’s filosofie, waarin je vanaf het eerste shot wordt ondergedompeld.

Michel Dijkstra

De verzegelde tijd, door Andrei Tarkovski, Historische Uitgeverij, 224 blz., € 35. Met twee DVD’s.