Home Eten Stine Jensen: Echt eten
Eten

Stine Jensen: Echt eten

Door Stine Jensen op 3 november 2014

Stine Jensen: Echt eten
Cover van 11-2013
11-2013 Filosofie Magazine Lees het magazine

Dit artikel krijg je van ons cadeau

Wil je onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? Je bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en je hebt direct toegang.

Eco-food is de nieuwe religie. Het kan een randstedelijk verschijnsel zijn, maar ik zie het overal om me heen. Veel kennissen en vrienden starten de dag met een portie havermout na het lezen van De voedselzandloper, schudden nee als de koekjes op tafel komen, en kiezen bij het diner voor quinoa, mungbonen of groene linzen. Sommigen hebben vastendagen ingelast, of melden op Facebook dat ze aan het sapkuren zijn in Zeeland of Turkije.

Ook ik ben al enige tijd bewuster met voedsel bezig. Al was het maar omdat mijn dochter van drie elke dag wel een ijsje wil. Of twee. En ik mij daartoe moet verhouden. Onlangs kreeg ik in een winkel zelfs een boekje van een filosoof cadeau bij mijn aankopen: Echt eten van Michael Pollan. Ik werd beloond voor het kopen zes wortelen, twee avocado’s en een biologisch afbreekbare fles verse jus d’orange met filosofie voor veel te veel geld. Kapitalisme en eco-food gaan prima samen.

De speciale winkeleditie van Echt eten bestaat voor een deel uit wijze spreuken – eetaforismen. Bijvoorbeeld: ‘Het is geen voedsel als het in elke taal hetzelfde heet. (Denk aan Big Mac, Cheetos of Pringles.)’ Of: ‘Eet geen voedsel dat is gemaakt in gebouwen waar iedereen een operatiemuts op moet.’

Als criticus moet ik de neiging onderdrukken om meteen op te merken dat ik een documentaire zag over moleculair koken in toprestaurant El Bulli, waar alle koks operatiehandschoentjes, kapjes en mutsen droegen, zodat er geen haar terecht zou komen in de haute cuisine die daar werd bereid. Ik zou mij geprivilegieerd en gezond voelen om dat chirurgisch bereide voedsel te mogen nuttigen. Als filosoof ben ik ook meteen waakzaam: de behoefte aan ‘echt’ is immers een obsessie van deze tijd waarin we leven. De Canadese mediafilosoof Andrew Potter schrijft in The Authenticity Hoax (2010) dat alle ‘echt’-bewegingen mislukte pogingen zijn om te ontsnappen aan digitalisering, onechtheid, mediatisering en commercialisering van het leven. De suggestie wordt namelijk gewekt dat er ooit een ‘echt’ leven was, met echte intimiteit, echte gemeenschappen, echte vrienden, echte muziek, echte landschappen en echt eten, en dat dit alles nu weg zou zijn en een nastrevenswaardig ideaal om te hervinden. ‘Echt’ en ‘onecht’ zijn geen feiten, maar waardeoordelen, stelt Potter. Echtheid najagen is net zoiets als de pot met goud aan het eind van de regenboog willen pakken. We moeten echtheid vooral beschouwen als een ideologisch concept dat tegenwoordig wordt ingezet tegen het ‘inauthentieke’ leven van de moderne wereld waarin individualisme en zelfontplooiing hoogtij vieren.

Maar intussen ben ik toch om. Omdat het een ideologie is die wel door feiten wordt ondersteund.