Home Russell Shorto: ‘Het 17e-eeuwse Hollandse denken heeft de wereld veranderd’

Russell Shorto: ‘Het 17e-eeuwse Hollandse denken heeft de wereld veranderd’

Door Florentijn van Rootselaar op 09 september 2015

Russell Shorto: ‘Het 17e-eeuwse Hollandse denken heeft de wereld veranderd’
Cover van 10-2015
10-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

De zeventiende-eeuwse Nederlandse ideeën over vrijheid en tolerantie waren een belangrijk exportproduct, vertelt schrijver Russell Shorto. ‘Je ziet ze nog terug in typisch Nederlandse waarden als gedogen, en in Amerikaanse opvattingen over tolerantie.’


 

Waar is de baksteen? Niet op de schoorsteenmantel, waar die lag in zijn Amsterdamse huis. Dan gaat het de trap op, naar de studeerkamer, maar ook daar is even niets te vinden. De gastheer verzekert: ‘Straks weet ik wel weer waar hij is.’

‘En laten we maar in huis gaan zitten’, zegt hij. Buiten op de veranda – waar de krekels te horen zijn – is het te vochtig en te warm.
Daar komt ook de kat, afkomstig uit een Amsterdams asiel. Met zijn staart omhoog loopt hij door de woonkamer. Russell Shorto – blote voeten, korte broek – gaat zitten, trekt zijn benen op en installeert zich comfortabel in de grote stoel.
De Amerikaanse historicus en schrijver (onder meer voor The New York Times Magazine) Shorto (1959) woonde twee jaar geleden nog in Amsterdam, maar sinds kort heeft hij een huis in het historische deel van het Amerikaanse stadje Cumberland, in Washington Street (George Washington, de eerste Amerikaanse president, had er ooit zijn hoofdkwartier).

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Niet bepaald een voor de hand liggende plek voor grotestadsbewoner Shorto. Maar, zegt hij, zijn vrouw is er geboren, hij komt uit de omgeving (hij is bezig aan een boek over zijn opa, die in de jaren vijftig maffialeider was in een plaatsje in de buurt), zijn ouders wonen in de buurt en het is een belangrijke plek in de Amerikaanse Revolutie (ook daar schrijft hij een boek over, George Washington is maar een van de personages die erin figureert, naast een slaaf).

Na enige tijd is daar dan toch de baksteen: een kleine, lichtgele steen, met een deels donkere zijde. ‘De steen is oorspronkelijk afkomstig uit het oosten van Nederland, en werd in de zeventiende eeuw als ballast meegenomen naar Nieuw-Amsterdam, het fort en de nederzetting die later New York zouden worden. In wat nu het Financial District is, werden toen de eerste stenen huizen gebouwd door de Nederlanders.’ Shorto kreeg de steen van een Amerikaan, die hem had gevonden tijdens de bouw van nieuwe flats in Manhattan in de jaren zestig.
 
En ja, beaamt Shorto, de Nederlanders exporteerden meer dan bakstenen. Ze namen ook ideeën mee, vooral over tolerantie. De Nederlandse huizen staan er niet meer, maar ideeën leven er nog wel, al hebben ze een andere vorm gekregen dan in Nederland. In zijn boeken zegt Shorto dat het denken dat in de zestiende en zeventiende eeuw ontstond in Amsterdam voor een revolutie zorgde in Europa, en ook Amerika zou beïnvloeden, onder meer de Amerikaanse Revolutie waar hij nu een boek over schrijft.

Liberale stad

Wat dat denken is? Amsterdam, zegt Shorto in het gelijknamige boek uit 2013 waarvan meer dan 25.000 exemplaren verkocht werden, is de meest liberale stad. Een van de kernfiguren in die vrijheidslievende beweging is een Amsterdamse filosoof: Spinoza. Zijn ideeën over de grootsheid van de menselijke geest, die zich moest ontworstelen aan de dogma’s van kerk en staat, vormden de basis voor zowel de Franse als de Amerikaanse Revolutie. ‘En het Hollandse denken uit die jaren is nog steeds terug te vinden in typisch Nederlandse zaken als het poldermodel, gedogen, een pragmatische houding en de – voor Amerikanen – onvoorstelbare combinatie van individualisme en gemeenschapsdenken. Dat zijn waardevolle uitgangspunten, ook voor de rest van de wereld.’
 
Maar ideeën ontstaan niet louter uit andere ideeën, zegt de historicus: ‘Toen ik filosofie studeerde beschouwde ik die studie als een gesprek tussen grote geesten: Plato, Spinoza, Locke en Dewey. Die zuivere wereld van ideeën is iets wat je aanspreekt als je jonger bent. Maar pas later realiseerde ik me hoezeer die ideeën geworteld zijn in gebeurtenissen, in plaatsen. Het is niet verbazingwekkend dat Spinoza het product is van Amsterdam; zijn coming of age viel samen met die van zijn stad. Spinoza maakte als handelaar deel uit van het global trading power house dat Amsterdam geworden was. Die handel was gebaseerd op een individualistische en tolerante houding.’
 
En dan was er het water. ‘De Nederlandse denktrant is gevormd in de strijd tegen het water. God creëerde de wereld, zeggen ze, en de Nederlanders Holland. In het waterige land moesten mensen dijken bouwen, waterschappen creëren, watermolens neerzetten. Daar werkten ze samen aan, ze moesten wel, anders zouden ze hun voeten niet droog houden. Zo ontstond een unieke combinatie: Nederlanders vormden al samenwerkend een collectief, dat bestond uit sterke en gelijke individuen. Dat was het begin van het poldermodel.’
 
De Nederlanders, zegt Shorto, droegen niet de last van het feodale verleden, waar de rest van Europa onder gebukt ging. ‘Nederland werd pas relatief laat bewoond. De mensen die door Europa trokken waren zo verstandig om dat waterige gebiedje links te laten liggen. Toen er mensen kwamen, woonden ze niet op de heerlijkheden, waar een heer bescherming bood in ruil voor een deel van de oogst en diensten. Ze kenden ook de bijbehorende onderdanigheid niet. Die heerlijkheden ontbraken in Nederland juist vanwege dat waterige, instabiele en weinig populaire land. Pas toen het werd veroverd op het water werd het eigendom, van de mensen die het samen tot vast land hadden gemaakt.’
‘In Nederland zie je hoe een sterk individualisme ook daarna blijft samengaan met de gemeenschap. Neem de ontwikkeling van het Nederlandse kapitalisme, waarin de vrijheid om handel te drijven samenging met de opkomst van het socialisme en samenwerking. Of denk aan de coffeeshop en het gedoogbeleid: iedereen zat aan tafel en wilde iets krijgen, een verbod of juist de legalisering. Ze verlieten de tafel met een typisch Nederlandse oplossing: iedereen kreeg een beetje.’
 
Het is een mentaliteit waar de rest van Europa in de Gouden Eeuw al moeite mee heeft. ‘De handeldrijvende Nederlanders werden gekarakteriseerd als gulzig, maar ook als goddeloos, omdat ze zich minder dan andere Europeanen gelegen lieten liggen aan het wereldse en aan het religieuze gezag. Mensen buiten Nederland probeerden met die karakterisering een zin te verlenen aan iets wat ze niet konden vatten. Vrije en onafhankelijke mensen, die de menselijke geest plaatsten voor het gezag van kerk en adel. Vrij om te denken, maar ook vrij om rijkdom te vergaren. Slecht, vond men dat.’
 

Spinoza

In die wereld leeft Spinoza. ‘Hij is er zelfs innig mee verbonden, hij werkt er in het familiebedrijf dat rozijnen, olijfolie en andere mediterrane producten importeert. Die wereld is deel van het genetisch materiaal waaruit zijn denken voortkomt. Dan ontstaat de notie van individuele vrijheid, individuele gedachten. Alles wordt onderworpen aan de grootste, rationale geest. In het bijzonder religie en in zijn geval van de Joodse gemeenschap. Hij is vastbesloten om niet meer mee te doen. Hoe liberaal Amsterdam ook is. Dat is een opvallende stap, een onvoorstelbare zelfs. De mens is eigenlijk niet voorstelbaar als iemand buiten zo’n groep; je moet teruggaan naar die tijd om te zien hoe moedig het was om over bijgeloof in religie te spreken, zoals hij deed. Engelen bestonden niet volgens hem. Hij ging uit van een individu dat gegrond is in het individu zelf, dat onafhankelijk is van staat en religie.’
 
Spinoza beïnvloedt de Verlichting op veel manieren. ‘Zijn geschriften werden overal verboden, in heel Europa gebruikte men het woord spinozist om een denker mee aan te duiden die in het voetspoor van Spinoza de waarde en de vrijheid van het individu verdedigde. In Parijs doorzochten agenten de boekhandels op geschriften van Spinoza. Er ontstonden vele studiegroepen en mensen die in de geest van Spinoza de Verlichting belijden.’
 
‘Spinoza zal zo aan de basis staan van twee soorten Verlichting, zoals Jonathan Israel ook zegt: de gematigde en de radicale. Het verschil? Als je het simpel zegt, waren de radicalen tegen kerk en staat, de gematigden waren alleen kritisch naar de staat. Dat zie je terug in de Franse, radicale revolutie en de Amerikaanse gematigde revolutie: George Washington wilde geen kerken slopen. En ja, je ziet het nog steeds terug in huidige debatten, bijvoorbeeld over de hoofddoek in Frankrijk.’
 
Is Spinoza een held voor Shorto? Lachend: ‘Vooruit, ik denk meestal niet in die termen, maar als het moet, ja, dan is Spinoza een held. Hij leek een man zonder angst te zijn, en dat is niet iets wat je veel ziet. Hij sneed de banden door met de groep. Precies in dienst van de notie van een persoonlijke identiteit. Hij moest het leven leiden dat hij voorstond om dat idee verder te ontwikkelen. Dat is gevaarlijk, ja, maar misschien valt de angst weg als je zo’n briljante geest bent.’
‘Hij moest een onontgonnen terrein ontdekken. Als je ziet dat je ideeën over vrijheid zich ontvouwen, moet je het volgen – zo moet het gegaan zijn, stel ik me voor. Spinoza was ingebed in het zeventiende-eeuwse Amsterdam, hij had Descartes bestudeerd, maar nu ging het verder. Dan kun je niet meer stoppen. En ja, hij was al geëxcommuniceerd door de Joodse gemeenschap, maar nu vergrootte hij de afstand met de gemeenschap nog meer. Het werd een obsessie, hij was zo toegewijd aan het leven van de geest.’
 

Tolerantie

Naast de vrijheid was tolerantie een van de cruciale waarden in het zeventiende-eeuwse Amsterdam. Shorto: ‘Het ontbreken van een feodale structuur, samen met de Nederlandse handelsgeest, zorgde ervoor dat er voor iedereen een plek was. Vandaar ook de Nederlandse tolerantie voor alles en iedereen. Die houding zie je tegenwoordig nog terug in het typisch Nederlandse gedogen, en het heeft een grote invloed uitgeoefend op de Amerikaanse Revolutie.’

‘John Locke, die nog niets had gepubliceerd toen hij op 51-jarige leeftijd naar Amsterdam vluchtte, onderging daar de invloed van het ethos van tolerantie. Hij las ook Spinoza. Zijn ideeën over tolerantie hadden een rechtstreekse invloed op de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring, al zie je daar wel in dat Amerikanen de zaken veel principiëler opvatten dan Nederlanders. “Wij achten deze waarheden onbetwistbaar…”, staat daarin. Het is een idealistische houding die nog steeds tekenend is voor Amerika.’
 
‘Maar gedogen hoeft helemaal geen hooggestemd ideaal te zijn, zoals Amerikanen vaak denken als ik het probeer uit te leggen. Het is een pragmatische benadering van een probleem. Misschien is het zo moeilijk voorstelbaar voor Amerikanen omdat ze meer uitgaan van een ideologie, gebaseerd op bijvoorbeeld de Bijbel. Men vecht een strijd uit, zet de hakken in het zand, en geeft niets toe. Dan zijn er alleen winnaars en verliezers.’
 
‘Dat zie je terug in de recente Amerikaanse politiek. Daar is het ook alles of niets, het gaat erom mensen te winnen voor grootse idealen. Neem de vraag aan Hillary Clinton van activisten van Black Lives Matter, die protesteren tegen politiegeweld jegens Afro-Amerikanen. Ze vroegen Clinton om de harten van hun tegenstanders te winnen. Ze zei terecht: harten kun je niet veranderen, je verandert een politiek. Verzamel iedereen en stem voor een nieuwe politiek. Datzelfde gold voor ObamaCare, mensen zitten zo vastgeroest in hun ideologie dat ze daar niet aan willen. Maar neem maar aan dat als er nieuwe wetten komen, die binnen een generatie – zolang duurt het meestal – geaccepteerd worden.’

 

Watermanager

De volgende ochtend heeft de trein terug naar Washington anderhalf uur vertraging. Dan maar even naar de lokale markt, waar boeren courgettes en andere groenten verkopen. Er is ook zelfgebakken bosbessentaart.
Shorto blijkt even verderop met zijn vrouw op een terrasje te zitten. We drinken nog een koffie, voor de trein vertrekt.

De vraag, na een nacht slapen: heeft Shorto Amsterdam niet geïdealiseerd? Zijn we werkelijk zo vrijheidslievend, zijn we tolerant en laten we ons echt niet meeslepen in een grote ideologische strijd? ‘Toen ik in Nederland kwam, was dat een land in grote verandering. Het ging over het einde van het multiculturalisme, er woedde ook in de polder een ideologische strijd. Toch – ondanks alles – is Nederland nog steeds het land van het poldermodel en van het individualisme.’
 
‘Dat het nog zo sterk in Nederland aanwezig is, bleek laatst ook weer in een kleine aanvaring met de VS. De Nederlandse watermanager Henk Ovink was naar de VS gehaald na de orkaan Sandy. Hij werd er onder meer geconfronteerd met mensen in New Jersey die allemaal hun eigen stukje land wilden verhogen. Ovink – afkomstig uit het land waar al honderden jaren waterschappen allesbepalend zijn – zei dat ze het anders moesten aanpakken, er was volgens hem een andere mentaliteit nodig. Mensen konden beter samen voorkomen dat er weer zo’n dreiging zou ontstaan. Weet je wat de reactie van de bewoners was: “Dat is socialisme, dat doen we niet.”’
 
‘Voor mij was het een verfrissende ervaring om in Nederland te zijn. Je krijgt er gereedschappen voor een andere aanpak van de politiek en samenleving. Je ziet dat het niet hoeft te gaan om grootse ideeën, zoals de Amerikanen denken. Als je dat wel doet, beschouw je bijvoorbeeld ObamaCare als een val, een verraad aan het Amerikaanse individualisme. Maar dat is het niet, het is een manier om een probleem op te lossen – dat kun je van Nederland leren. En ook dat het heel goed kan samengaan met individualisme. Dat is in Amsterdam bedacht.’