In zijn essay Behutsame Ortsbesttimmung (2006) vertelt de Hongaarse schrijver Péter Nádas hoe hij opgroeide in een klein dorp met in het midden een eeuwenoude wilde perenboom. Die boom vormde een ‘ritueel middelpunt’, een plek waar de dorpelingen keer op keer samenkwamen. Dan voerden ze meditatieve stilterituelen uit, of lieten ze een ritueel gezang horen, ‘zachtjes, om de nacht niet te verstoren’. De eindeloos herhaalde rituelen, schrijft Nádas, verbonden de dorpelingen met elkaar, gaven de ze een ‘gezamenlijk bewustzijn’.
Zulke rituele gemeenschappen zijn verleden tijd, stelt de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han in zijn boek Vom Verschwinden der Rituale (Over het verdwijnen van rituelen) uit 2019. Volgens Han creëren rituelen een rustpunt in de tijd, helpen ze ons om even stil te staan. ‘Rituelen brengen een gemeenschap voort waarin mensen met elkaar kunnen resoneren, waardoor er een gedeeld levensritme ontstaat.’ Maar in onze huidige, snelle wereld is er volgens Han te weinig ruimte voor zulke gezamenlijke momenten van vertraging. Door het neoliberalisme en de sociale media zijn we vooral bezig met consumeren en produceren, met liken en subscriben. Rituelen vereisen een gemeenschap, traditie en gedeelde verhalen. Maar wij zijn geïsoleerde individuen geworden, die vooral gericht zijn op zichzelf. Door het verdwijnen van rituelen verdwijnt er volgens Han iets fundamenteel menselijks: het vermogen om de wereld tot een ‘thuis’ te maken door er samen betekenis aan te geven.
‘Doordat rituelen nutteloos zijn, kunnen ze van betekenis veranderen’
Volgens Victor Kal, emeritus hoofddocent filosofie aan de Universiteit van Amsterdam, geeft Han met zijn boek gestalte aan gevoelens van ongemak of leegte die veel mensen ervaren. ‘Maar klopt het wel dat rituelen zijn verdwenen?’ vraagt hij zich af. ‘De vraag is of rituelen, zoals Han denkt, per se een traditionele gemeenschap vereisen.’ Kal, die zelf praktiserend jood is, denkt van niet. ‘Ik denk dat we tegenwoordig meer ruimte hebben om met rituelen te spelen, juist omdat we als moderne mensen minder last hebben van de traditionele gemeenschap.’
Kal zat midden in een verbouwing toen hij getuige was van een klein ritueel. ‘Telkens als de werklieden een taak hadden afgerond, liep een van hen naar buiten om een sjekkie te draaien. Terwijl ik naar die man keek, dacht ik: hij staat hier niet alleen maar te roken; hij voert een ritueeltje uit. Net was hij nog druk bezig, en nu is het werk onderbroken. Het sjekkie is zijn manier om die pauze te markeren, om er even bij stil te staan.’
Ochtendritueel
Wat is een ritueel precies? Dat is een moeilijke vraag, vindt Martin Hoondert, hoofddocent muziek, religie en rituelen aan Tilburg University. ‘Ik doe al jaren onderzoek naar de rol van rituelen in hedendaagse westerse samenlevingen, maar ik ben nog nooit een definitie tegengekomen die al die verschillende rituelen omvat.’ Volgens Hoondert zijn rituelen vooral een praktijk: ‘Ik spreek liever van ritualiseren dan van rituelen; een ritueel is iets wat je doet. Rituelen kunnen ceremonieel zijn, zoals bij een trouwerij of een begrafenis, maar ook de vorm aannemen van kleine, dagelijkse momenten. Ze kunnen plaatsvinden in een traditionele of religieuze setting, of juist niet. We kunnen ritualiseren in een groep, maar ook in ons eentje.’
Wie ritualiseert, zegt Hoondert, voegt een ‘betekenislaag’ toe aan een handeling. ‘Als je ’s ochtends een kopje koffie drinkt om je dagelijkse shot cafeïne binnen te krijgen, dan is er geen sprake van een ritueel. Maar als dat kopje koffie voor jou de manier is om stil te staan bij het begin van de dag, dan kan er sprake zijn van een “ochtendritueel”. Ritualiseren is een manier om datgene wat je doet te markeren in tijd of ruimte: je staat er bij stil en voorziet het van betekenis.’
Spoedcursus: rituelen
Kal vult aan dat er geen causaal verband bestaat tussen het ritueel en de betekenis die wordt ervaren. ‘Ik denk dat we een onderscheid kunnen maken tussen realiserend en voorbereidend handelen. Realiserend handelen is doelgericht: je ruimt je bureau op om orde te scheppen, je draait een sjekkie om lekker te gaan roken. Maar ritueel handelen is enkel voorbereidend: je ruimt bijvoorbeeld je bureau op in de hoop dat je inspiratie krijgt, of je draait een sjekkie in de hoop dat je tot jezelf komt. Dat “in de hoop” zegt het al: bij een ritueel komen de betekenissen die je ervaart – de inspiratie die opkomt, het gevoel tot jezelf te komen – niet voort uit de handeling zelf. De handeling is slechts een manier om jezelf ontvankelijk te maken voor een gebeurtenis die je niet helemaal zelf in de hand hebt. En toch is de handeling nodig; die onderbreekt het dagelijks leven even en biedt op een veilige manier – want veel rituele handelingen zijn makkelijk uitvoerbaar – ruimte om geraakt te kunnen worden.’
In nood proberen we soms zo’n betekenisvol moment af te dwingen, ziet Kal. ‘Als je een deadline hebt, kan het opruimen van je bureau iets verbetens krijgen: nu móét er een idee opkomen. Maar dat werkt vaak averechts.’ Kal ziet die neiging om betekenissen te forceren ook vaak terug in religieuze gemeenschappen. ‘In de vroom-joodse wereld bijvoorbeeld denken sommige mensen dat God je sowieso zal belonen als je met de nodige intensiteit je gebeden zegt. Maar dan verwordt zo’n ritueel gebed tot een soort magie: alsof je een bepaald knopje kunt indrukken om door God geraakt te worden.’
Omdat er geen causaal verband is tussen de rituele handeling en de betekenis ervan ligt de vorm van de rituele handeling niet vast. De een hoopt op inspiratie door onder de douche te gaan staan, de ander maakt een wandeling. ‘In die zin is de rituele handeling zelf geheel nutteloos,’ zegt Kal. ‘Die had net zo goed een andere vorm kunnen aannemen.’ In tegenstelling tot wat Han beweert, hoeft een ritueel volgens Kal dus niet per se een vaste vorm en vaste plek te hebben in een gemeenschap. ‘De nutteloosheid van rituelen, het feit dat ze geen specifiek doel kúnnen dienen, betekent ook dat ze van vorm en betekenis kunnen veranderen.’
Tekst loopt door onder afbeelding
Gender reveal
In het boek Rituals in a digital society (2019) beschrijft Hoondert hoe zijn oudste zoon elke avond zijn dag afsluit met Snapchat; hij stuurt zijn vrienden dan foto’s en korte berichtjes. Byung-Chul Han zou waarschijnlijk zeggen dat rituelen precies hierdoor verdwijnen: door sociale media zijn we vooral met onszelf bezig, en staan we niet meer in contact met anderen. ‘Maar je kunt zo’n Snapchat-moment ook als een ritueeltje zien,’ zegt Hoondert. ‘Als een moment om samen met je vrienden het naar-bed-gaan te markeren.’
De moderne maatschappij en het internet hebben rituelen niet verjaagd, maar veranderd, meent Hoondert. ‘Vroeger bestond er een duidelijke gemeenschap, waarin de rituelen die bij een leven horen zo ongeveer vastlagen: je wordt gedoopt, je doet vormsel, je trouwt, je wordt begraven. Al die rituelen lagen al voor je klaar. Maar die vanzelfsprekendheid is weg, en dat kan lastig zijn. Als je bijna doodgaat, is er geen vaststaand script meer, maar doemen er allerlei vragen op. Wil ik begraven of gecremeerd worden? Wil ik een ceremonie in de kerk of in de kantine van het voetbalstadion?’
Volgens Hoondert is ritualiseren gefragmenteerd geraakt. Huidige rituelen zijn vaak een mengelmoes van traditionele handelingen en nieuwe producten en technologieën – zoals een bruid die in het wit trouwt, maar een tattoo neemt in plaats van een ring, terwijl er een livestream van de bruiloft is voor mensen die niet ter plekke aanwezig kunnen zijn. Nieuwe producten en sociale media vormen dus niet per se een bedreiging voor rituelen, maar worden door mensen aangewend om nieuwe rituelen te creëren. Daarbij, zegt Hoondert, zie je opnieuw dat de betekenis die mensen bij een ritueel ervaren niet vastligt. ‘Denk maar aan de doop: vroeger was dat een ritueel om een kind op te nemen in de geloofsgemeenschap. Tegenwoordig is het veeleer een manier om iemand welkom te heten in het leven en in de familiekring.’
‘Het internet speelt een speciale rol in ritueel samenzijn’
Het valt Hoondert op dat veel huidige rituelen draaien om verbintenis, juist nu er minder sprake is van een vanzelfsprekende gemeenschap. ‘Samen met een student deed ik onderzoek naar de presentatie van gender reveal parties op TikTok. Het grappige is: het ging tijdens die feestjes niet echt om de onthulling van het geslacht van het ongeboren kind. De feestjes lijken eerder een manier om mensen bij elkaar te brengen en om een moment te creëren waarin je samen met je vrienden de transformatie naar vader of moeder worden doormaakt.’
Het internet speelt een speciale rol in ritueel samenzijn, ziet Hoondert. ‘Han zegt dat het internet ons isoleert. Maar het internet is denk ik eerder een manier om tegelijkertijd alleen en samen te zijn. Zo bestaan er op TikTok allerlei filmpjes waarin mensen vragen wat ze aan moeten naar een uitvaart. Dat is een voorbeeld van hoe mensen op een gefragmenteerde manier leren ritualiseren over de dood; en dat is samen, want anderen reageren en adviseren, en alleen – je zit in je eentje op je telefoon.’
Kunststukje
Volgens Kal denken we vaak dat wij als moderne mensen niet aan rituelen doen, omdat we net als Han geneigd zijn rituelen te associëren met traditionele gemeenschappen vol sociale controle. ‘Daarom hebben moderne, westerse filosofen ook nauwelijks over rituelen geschreven. Zo zag verlichtingsfilosoof Immanuel Kant rituelen als puur uiterlijke handelingen, die van bovenaf worden opgelegd. En dat gaat niet goed samen met moderne ideeën over de vrijheid van het individu.’
Kal denkt dat rituelen in de moderne tijd juist een manier kunnen zijn om samen te komen zonder een dogmatische gemeenschap te vormen. ‘Er is een groot verschil tussen de traditionele gemeenschap waarover Han het heeft – waarin je levenspad van geboorte tot dood vastligt – en een ritueel collectief in een liberale samenleving. In een ritueel collectief voer je gezamenlijk een rituele handeling uit, maar wat dat met jou als individu doet ligt niet vast. Als we in de synagoge een ritueel uitvoeren, staan we naast elkaar, doen we dezelfde handelingen, en toch kan het zijn dat ieder individu daarbij iets eigens ervaart. En dan, na het ritueel, gaat iedereen weer zijns weegs.’
Het is, zegt Kal, een ‘kunststukje’ om samen rituelen uit te voeren zonder terug te vallen op dogmatisme. ‘Rituelen kunnen een manier zijn om te spelen met de spanning tussen een vrij individu willen zijn en in verbinding met anderen willen staan. Dat spel krijgt volgens mij vooral de ruimte in een moderne, liberale maatschappij. En dus juist minder in de traditionele gemeenschap.’