Home Nu vergeef ik je nog
Levenskunst

Nu vergeef ik je nog

Klaas Rozemond verzamelde ‘de beste ideeën om je moraal te verbeteren’. Michel Dijkstra treft weinig goede ideeën aan, en nog minder filosofische.

Door Michel Dijkstra op 24 maart 2023

moraal ethiek goed het goede beeld Brett Jordan

Klaas Rozemond verzamelde ‘de beste ideeën om je moraal te verbeteren’. Michel Dijkstra treft weinig goede ideeën aan, en nog minder filosofische.

FM4 2023 erkenning maand van de filosofie
04-2023 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Je moet het maar durven: een boek schrijven over morele verbetering. Filosoof en jurist Klaas Rozemond, bekend van het voor de Socratesbeker genomineerde boek Filosofie voor de zwijnen (2004) en Het menselijke kwaad (2020), durfde het aan. In de inleiding van zijn recente De beste filosofische ideeën om je moraal te verbeteren haalt hij slim alle kou uit de lucht: ‘Wil je jezelf moreel verbeteren? Er klinkt een vorm van moralisme in deze vraag door: het opgeheven vingertje van de pastoor, dominee of filosoof die vindt dat wij ons leven moeten veranderen. Dat maken wij zelf wel uit.’ Rozemond herformuleert daarom de vraag tot het veel sympathieker klinkende ‘Waar ben je mee bezig?’. Het is een bescheiden uitnodiging na te denken over je gedrag. En wie zijn eigen morele standaard niet blijkt te halen, kan zichzelf vervolgens ter verantwoording roepen met Seneca’s voorzichtige appel: ‘Nu vergeef ik je nog, maar probeer het de volgende keer beter te doen.’ Zo verleidt Rozemond ons haast spelenderwijs tot moreel zelfonderzoek.

Rozemond is vooral bezig met het halen van de ethische eindstreep

Maar een paar pagina’s verder schrijft hij al zonder blikken of blozen: ‘Wie er bewust voor kiest om de moraal aan zijn of haar laars te lappen, is een slecht mens die kan worden veroordeeld om hem of haar met zijn of haar immorele en misdadige activiteiten te laten stoppen. Dat geldt ook voor wie zich uit wilszwakte niet aan morele regels kan houden. Als het om de moraal gaat, moet iedereen sterk zijn.’ Toe maar! Is dit niet precies de donderpreek die Rozemond ons zou onthouden?

Verbeteringsdrift

Het wordt er niet beter op als hij ook nog stelt dat mensen op het gebied van moraal veel van sporters en (uitvoerend) kunstenaars kunnen leren. Deze types richten zich volgens Rozemond met een ijzeren wil en 200 procent inzet op het verbeteren van hun prestaties, hetgeen zich groots uitbetaalt: ‘De hardloopster die ineens haar wedstrijden wint, de dirigent die bij het Concertgebouw voor het eerst een symfonie van Mahler dirigeert, de student die een briljante scriptie schrijft, de docent die voor het eerst college geeft voor een volle zaal.’

Even tussendoor… Wil je meer lezen over ethiek? Schrijf je dan in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Om te beginnen zijn de voorbeelden nogal elitair: een symfonie van Mahler voor het Concertgebouw dirigeren is niet voor iedereen weggelegd. Bovendien vuurt hij een verbeteringsdrift aan voor een maatschappij die mijns inziens in bepaalde segmenten reeds kraakt in haar voegen. Ik denk bijvoorbeeld aan de zorg en het onderwijs, twee fundamentele beroepsgroepen waar de burn-out alomtegenwoordig is en waar mensen hun uiterste best doen om de machine draaiende te houden en niets meer dan dat. Dus zo’n pleidooi voor aristotelische morele virtuositeit stuit hier, vrees ik, op weinig begrip.

Rozemond lijkt voorbij te gaan aan het feit dat het (doorgeslagen) doel-middeldenken veel problemen heeft veroorzaakt, zoals de steeds zwaardere belasting van het milieu, die hij met eenzelfde soort doel-middeldenken wil oplossen, alleen dan ‘moreel’. En wat als het ons niet lukt om de felbegeerde morele vooruitgang te boeken? Dan zijn we dus mislukkelingen en voelen we ons schuldig. Hiermee smelt elke motivatie tot verbetering als sneeuw voor de zon. Over dit gevoel rept Rozemond nauwelijks; hij lijkt vooral geïnteresseerd te zijn in het halen van een ethische eindstreep. In een maatschappij waarin met name de jongere generaties imperfect en feilbaar durven te zijn komt zijn boodschap minder prettig over. In dit verband moet ik ook denken aan de woorden van een van mijn oudere cursisten: ‘Ik heb vandaag mijn bed opgemaakt. Die is weer afgetikt!’

Experts

Na de wat barse inleiding is het des te verbazender dat de door Rozemond geanalyseerde filosofische ideeën weinig strijdvaardig overkomen. Bijvoorbeeld een hoofdstuk over ‘de terugkeer van Plato’s verbeteridee’. Dit onderdeel begint met een even toegankelijke als weinig originele beschrijving van Plato’s ideaal van de filosoof-koning, die dankzij zijn kennis van het ultiem Goede altijd het goede doet. Op deze Griekse visie valt veel af te dingen, maar die is volgens Rozemond bij het maken van snelle politieke besluiten te verkiezen boven een socratische dialoog, want die verzandt steevast in een ‘aporie (perplexiteit)’. Met alleen twijfelen verbeter je nu eenmaal niets.

Vervolgens schrijft Rozemond, in een passage waarvan ik niet zeker weet of het zijn mening is of een weergave van filosofische literatuur: ‘Maatschappelijke problemen moeten worden opgelost met de specialistische kennis van experts en niet met de eindeloze debatten tussen politici en burgers die onderling verdeeld zijn en daarom nooit tot een akkoord komen over de aanpak van een crisis.’ De moderne politiek filosoof Robert Dahl wijst echter op het gevaar voor de democratie als problemen worden overgelaten aan de expert. Hij stelt dat experts vaak alleen oog hebben voor hun eigen kennisgebied en daardoor het grote plaatje niet zien. Bovendien vereist het nemen van het juiste politieke besluit een moreel kompas dat je niet zomaar door een bepaalde expertise verwerft. Het is jammer dat Rozemond dergelijke fundamentele bezwaren niet in zijn betoog verwerkt. Het had een genuanceerdere argumentatie opgeleverd.

Kritische reflectie is de verbetertechniek van de filosofie

Zo lijkt het erop dat Rozemond wel iets ziet in Plato’s daadkrachtige bestuurders, alleen dan in een modern jasje. Niet zo modern dat hij meegaat met de hedendaagse filosofen Persson en Savulesca, die een sciencefictionachtige bio-ethische verbetering voorstaan. Dat toch liever niet, want ‘ik zou willen weten wat de geleerden met mijn hersens gingen doen’. Maar wat blijft er dan over van ‘de terugkeer van Plato’s verbeteringsidee’? Alleen dit: ‘Filosofen kunnen proberen mensen aan het denken te zetten in de hoop dat het denken tot een goed resultaat zal leiden wanneer nieuwe neurotechnieken worden ontwikkeld. Misschien is dat de enige verbetertechniek die de filosofie te bieden heeft: kritische zelfreflectie.’ Voor een ‘goed idee dat je moreel verbetert’ komen we er dan toch wel wat bekaaid vanaf.

Verwarring

Hetzelfde geldt voor een hoofdstuk over ‘een beter klimaatbewustzijn’, dat eindigt met de opmerking dat we niet alleen over abstracte principes moeten nadenken, maar ook over hoe we in Nederland met de natuur willen samenleven. Hier valt weinig tegen in te brengen, maar waarom dit nu precies een moraal verbeterend idee is, laat staan een filosofisch idee?

Dit probleem vergroot zich in de slotpassage van het boek, waarin Rozemond terugkomt op de ‘afgrond’ waar de wereld op afstevent. Hij heeft dit punt, waarbij je opnieuw weinig bedenkingen kunt hebben, regelmatig gemaakt. Nu komt hij echter ineens met socratische twijfel, een denkstijl die eerder werd gediskwalificeerd. Rozemond wijst er namelijk op dat wij ons ‘met ons feilbare verstand richting de afgrond begeven. Of dat inderdaad het geval is, kunnen we alleen met ons verstand vaststellen terwijl we druk bezig zijn om het te verbeteren. Daarom moeten we het nu meteen gaan gebruiken.’

Impliceren deze woorden dat de mensheid als geheel niet nadenkt over het milieu? Dat er nergens initiatieven worden ondernomen die het tij willen keren? Onjuist, wat mij betreft – kijk maar eens naar het werk van de hedendaagse Nederlands filosoof Henk Oosterling. Zo laten de slotwoorden van De beste ideeën de lezer in grote verwarring achter. Iets zegt mij dat deze verwarring niet de door Rozemond beoogde morele verbetering is.

De beste filosofische ideeën om je moraal te verbeteren, Klaas Rozemond  |... | bol.com

De beste filosofische ideeën om je moraal te verbeteren
Klaas Rozemond
Noordboek
240 blz.
€ 24,90