Home Moeder en dochter

Moeder en dochter

Door Alexandra van Ditmars op 03 januari 2017

Moeder en dochter
Cover van 01-2017
01-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Rodante heeft met haar eigen handen baby’s op de wereld gezet.’ Een gesprek tussen filosoof Joke Hermsen en haar dochter, vroedvrouw Rodante van der Waal. Over weeën, de vluchtelingencrisis en opnieuw beginnen.

De helft van de houten eettafel van filosoof en schrijfster Joke Hermsen (55) is bezaaid met boeken, heel veel boeken. Aan de andere helft zitten Hermsen en haar dochter Rodante van der Waal (24), met een schaaltje macarons en een pot thee tussen hen in. De schemer valt en de twee zitten klaar voor een dubbelgesprek over geboorte. Een thema dat in al die opgestapelde filosofieboeken op tafel vrijwel nooit aan de orde komt. En dat is ontzettend zonde, vinden beiden. 

Zelf schreven zij wel over geboorte. Hermsen in haar laatste boek Kairos, Van der Waal tijdens haar studie filosofie – zij rondt haar onderzoeksmaster aan de Universiteit van Amsterdam komend jaar af. ‘Waar ik een beetje jaloers op ben’, zegt Hermsen, ‘is dat Rodante daarnaast ook met haar eigen handen baby’s op de wereld heeft gezet.’ Vijfentwintig om precies te zijn, in de drie jaar tijd dat zij naast filosofie ook verloskunde studeert. 

De thee is ingeschonken, het gesprek over geboorte gaat beginnen. Daarbij gaat het Hermsen en Van der Waal niet alleen om de fysieke bevalling. Ook de symbolische geboorte, oftewel veranderingen in ons denken, speelt een belangrijke rol in hun filosofie. Of het nou de opvang van vluchtelingen of Trump betreft – wie vindt dat deze zaken om oplossingen vragen, kan volgens moeder en dochter juist nu veel hebben aan het thema geboorte. 

Fotografie: Martin Dijkstra

Hermsen is daarbij geïnspireerd door de filosoof Hannah Arendt. Hermsen: ‘Zij wijst ons op de tweede geboorte. Als mensen hebben wij altijd de mogelijkheid opnieuw te beginnen.’ Van der Waal ziet de geboorte als vruchtbare grond voor een nieuw soort denken. ‘Een denken dat fundamenteel niet-individualistisch is’, licht ze toe. Maar om bij die symbolische geboorte uit te komen, moet eerst de fysieke geboorte besproken worden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Barende mannen

Binnen de filosofie is de dood altijd aanzienlijk populairder geweest dan de geboorte. De reden daarvoor is praktisch, zegt van der Waal. ‘Filosofen waren vroeger altijd mannen. En mannen waren lange tijd niet aanwezig bij de bevalling en zorgden niet voor de kinderen. De geboorte is daardoor nooit in de boeken beland.’ De dood heeft daarentegen veel invloed gehad op de filosofie. Zo zag Plato de filosofie als voorbereiding op de dood. Schopenhauer noemde de dood liefkozend ‘de muze van de filosofie’. En Kierkegaard stelde dat de mens alleen zinvol kan leven als hij vooruitloopt op de dood. 

Hermsen: ‘Als mannen ook zouden baren, had de geboorte zeker meer ruimte in ons denken en onze cultuur verkregen.’

Waarom is het erg dat de geboorte die ruimte nu niet heeft?

Van der Waal: ‘Wij hebben daardoor weinig betekenisgeving rondom de geboorte ontwikkeld. Ze heeft geen eigen taal. In de literatuur, muziek en poëzie komt de baring nauwelijks voor.’

Hermsen: ‘In de schilderkunst ook niet.’

Van der Waal: ‘Dat is toch vreemd, voor iets wat de helft van de mensheid meemaakt?’

Hermsen: ‘De enige traditie die wij hebben bij een geboorte is het kraamfeestje, waarbij we zo veel mogelijk cadeautjes geven. Daar komt weinig cultuur bij kijken.’ 

Aan die cultuur hebben vrouwen wel behoefte, merkt Van der Waal. In de verloskundepraktijk spreekt ze regelmatig vrouwen die niet goed weten hoe zij hun zwangerschap en bevalling moeten duiden. Ze kunnen er geen woorden voor vinden, en voelen zich daardoor soms eenzaam.

Er zijn toch wel boeken over zwangerschap die ze kunnen lezen?
Van der Waal: ‘Jawel, maar die boeken richten zich met name op de biologie en praktische tips: Hoe snel groeit de baby in je buik? Hoe richt je een babykamer in? Er bestaan geen boeken over wat het betekent om een ander mens in jouw eigen lichaam te dragen, of het op de wereld zetten van iemand die voor altijd bij jou blijft horen.’ 

De bevalling ziet Van der Waal als een van de laatste sublieme ervaringen in onze cultuur. Die ervaring splitst ze in haar werk op in twee niveaus. 

Van der Waal: ‘Op het niveau van de taal ontstijgt de geboorte onze betekeniskaders, zoals je ook ziet bij de vrouwen die ik spreek in de praktijk. Het lukt niet haar in woorden te vangen. Daarnaast ontstijgt een vrouw tijdens het baren zichzelf en haar lichamelijke grenzen. Ze kan dan ook in een soort extase raken.’ 

Hebt u dat ook zo ervaren?
Hermsen: ‘Absoluut. Rodante en haar jongere broer zijn allebei op de etage hierboven geboren. Tijdens de bevallingen wilde ik het liefst wegkruipen in een hoekje van mijn bed. Dat heeft te maken met de concentratie die ik nodig had; het opvangen van de eerste weeën was bijna meditatief. En toen trok bij de perswee een oerdonder door mijn lijf, waarbij ik in een soort roes raakte. Je hebt niets meer te zeggen, je lichaam neemt het over van je bewustzijn.’

Van der Waal: ‘Ik denk dat je op dat moment de oude perceptie van je “ik” verliest. Dat “ik” komt ook nooit meer terug. Voortaan is het altijd “wij”. Het is alsof jouw persoon zich tijdens de baring verdeelt over jezelf en je kind, met wie je altijd mee zult voelen.’

Hermsen, lachend: ‘“Je bent zo gelukkig als je ongelukkigste kind”, zei schrijfster Toni Morrison ooit. Met die van mij gaat het gelukkig meestal wel goed.’

Extase, oerkrachten – als de geboorte zo ongrijpbaar is, is het dan wel mogelijk haar intellectueel te duiden?
Van der Waal: ‘Zeker, met de liefde doen wij iets soortgelijks. Juist omdat de liefde moeilijk te vatten is, leent ze zich goed als inspiratie voor bijvoorbeeld gedichten en muziek.’ 

Hermsen: ‘Als ervaringen geen ruimte krijgen in onze cultuur, zoals bij de geboorte het geval is, heb je geen handvatten om erover in gesprek te gaan.’

Het interview wordt onderbroken door de fotograaf. Of hij tussendoor al een van de dames mag fotograferen? Hermsen veegt snel wat plukken haar naar achteren en staat op. ‘Ik ga wel eerst. Praten jullie vooral door.’

Fotografie: Martin Dijkstra

De Franse filosoof Jean-Luc Nancy zegt juist: om iets onbepaald te laten, moet je het onbesproken laten.
Van der Waal: ‘Nancy ziet betekenis of zin op twee niveaus. Er is zin op het niveau van taal en betekenis, en zin op het niveau van de ervaring: het zinnelijke. De ervaring van de zon die op je gezicht schijnt, is volgens hem al betekenisvol van zichzelf. Daar zijn verder geen woorden bij nodig. Voor de ervaring van de geboorte zou hetzelfde gelden. Een interessante gedachte. Ik ben het er alleen niet mee eens.’

Als we de lichamelijke geboorte geen plek in ons denken geven, is Van der Waal bang dat de ervaring ervan verdwijnt. ‘Je kunt het weer vergelijken met de liefde. Ik denk dat die juist ongrijpbaar kan blijven, omdat wij in onze cultuur die ongrijpbaarheid een plaats geven.
De geboorte krijgt die plek niet. Zij bestaat alleen in het achterkamertje van onze cultuur. Om het ongrijpbare van de geboorte te behouden, moeten we ook haar intellectueel en cultureel duiden. Daarom is het belangrijk over de geboorte te denken, schilderen en schrijven – dat voorkomt dat ze gereduceerd wordt tot het biologische.’

Vroede 

Terwijl de woonkamer elke paar seconden wit oplicht door het flitsen van de camera van de fotograaf, komt het gesprek op de combinatie van Van der Waals studies filosofie en verloskunde. Een idee dat ze tijdens een gesprek met haar moeder kreeg. ‘Ik zat met Joke aan de keukentafel en we hadden het over het woord “vroedvrouw”. We wisten allebei niet waar dat woord vandaan kwam.’

Ze besloten het op te zoeken. ‘Vroede’ bleek ‘kundige’ en ‘wijze’ te betekenen. Een vroedvrouw is dus letterlijk een wijze vrouw. ‘Dat vond ik mooi, en ik was op zoek naar een tweede studie om vanuit de filosofie een slag naar de wereld te maken.’ 

Hermsen schuift weer aan. ‘Ik zeg weleens voor de grap dat Rodante Socrates en zijn moeder ineen is. De moeder van Socrates was een beroemde vroedvrouw. Zij is ook degene die hem aan de metafoor hielp dat denken het baren van ideeën is.’ 

Van der Waal staat op van tafel om op de foto te gaan. Buiten is het inmiddels bijna donker. De contouren van de vazen, exotische beeldjes en schilderijen in de woonkamer worden steeds zachter. 

‘Weet je dat het woord “geboortelijk” niet bestaat in het Nederlands?’ zegt Hermsen, terwijl ze nog een kop thee inschenkt. ‘Zonde vind ik dat, het is zo’n belangrijk en veelzeggend woord. “De mens is een geboortelijk wezen”, schreef Hannah Arendt. Het is belangrijk om die nataliteit, zoals zij dat noemt, in gedachten te houden.’

Waarom is dat belangrijk?
Hermsen: ‘Omdat de mens nooit voltooid is, maar steeds bezig is met worden. Na onze fysieke geboorte zijn we nog lang niet klaar. Alle levende wezens zijn sterfelijk, maar typisch aan ons mensen is dat wij telkens opnieuw kunnen beginnen. 

Elke keer als een mens een nieuwe weg inslaat of een nieuw initiatief neemt, wordt hij of zij opnieuw geboren. Arendt benadrukt daarbij het belang van spontaniteit: het beginnen aan iets nieuws, terwijl je niet weet waar het in uitmondt.’

Deze mogelijkheid tot verandering noemt Arendt ‘de tweede geboorte’. Die zorgt voor de menselijke vrijheid: wij kunnen, hoe erg het tij ook tegenzit, toch altijd het roer omgooien. De mens is namelijk niet alleen een ‘wat’, maar ook een ‘wie’: een tweestemmig wezen.

Hermsen: ‘Ik ben een vrouw, 55 jaar, blond, wit – daar doe ik verder niks aan, dat is mijn wat-heid. Je kunt die feiten als een soort paspoort zien. Maar hoe ik dat paspoort lees, is mijn vrijheid. Ik interpreteer zelf die feiten en vertel zo wie ik ben. Mijn wie-heid bestaat uit mijn persoonlijke geschiedenis, mijn ervaringen en overtuigingen. Als je mensen reduceert tot de feiten op hun paspoort – of het nu gaat om afkomst, religie of leeftijd –, ontneem je hun dus feitelijk de mogelijkheid van mens-worden.’

Fotografie: Martin Dijkstra

Blinde vlek

Van der Waal is inmiddels vastgelegd door de fotograaf en mengt zich weer in het gesprek. ‘Wat ik jammer vind in het denken van Arendt, is dat zij die geboortelijkheid alleen toepast op het individu dat geboren is, en niet op degene die baart. Het perspectief van de moeder laat ze erbuiten.’

Hermsen: ‘Arendt benadrukt wel de pluraliteit – hoe belangrijk het is dat wij onderling van elkaar verschillen. Voor Arendt bestaat de mens dan ook niet, ze heeft het altijd over mensen in meervoud.’ 

Van der Waal: ‘Toch gaat het bij die tweede geboorte over de ontwikkeling van een individu. Dat is een ander soort pluraliteit dan wanneer je de mogelijkheid van het nieuwe verbindt aan het baren van een ander.’

Hermsen: ‘Arendt heeft inderdaad een blinde vlek gehad voor het vrouwelijke lichaam. Maar ik ben het niet helemaal eens met je kritiek. Arendt schrijft ook juist over liefde, vergeving en belofte – emotionele motieven die ze heel belangrijk vindt voor ons handelen.’ 

Welke rol spelen ouders bij de tweede geboorte van hun kinderen?
Hermsen: ‘Ouders – en docenten – moeten de verbeelding van kinderen prikkelen. Met alleen een Pamper, speen en eten ben je er niet. Het gaat om het aanreiken van mogelijkheden, waardoor kinderen erachter komen wie ze kunnen worden.’

Van der Waal: ‘Mijn beide ouders waren altijd thuis aan het schrijven. Daardoor hing er een soort werksfeer. Joke zei vaak: “Nu gaan we allemaal even aan het werk.”’

Hermsen: ‘Dan zetten we bijvoorbeeld verf, papier en klei neer voor de kinderen.’

Van der Waal: ‘Zo leerden we onszelf te vermaken, zelf dingen te verzinnen.’

Hermsen: ‘Dat is heel belangrijk om iemand te worden. Er is trouwens ook niets mis met af en toe een beetje verveling of mijmeren. “Dagdromen is de broedplaats van de kunst”, zei filosoof Ernst Bloch.’ 

Radicale belofte

Voor de laatste keer deze avond moeten er foto’s gemaakt worden, ditmaal van moeder en dochter samen. Na een korte fotosessie lopen de twee lachend terug naar de tafel en steken een sigaret op. 

Van der Waal: ‘Ik zat nog te denken over wat je net zei over Bloch. De zwangerschap is ook een dagdroom, over de toekomst.’

Hermsen: ‘Op welke manier?’

Van der Waal: ‘Je bent negen maanden begaan met een wereld die nog moet komen.’

Hermsen: ‘Dat is een mooie gedachte. Als je de belofte van Arendt op de zwangerschap toepast, krijg je iets soortgelijks. Je weet nog niet wat het nieuwe gaat brengen, maar toch geef je jezelf eraan over.’

Van der Waal: ‘Zwangerschap is daarmee een radicale belofte aan het onbekende.’

Hermsen: ‘Je weet nog niet wie er in jou groeit, dus je moet het moment van oordelen over de persoon uitstellen.’ 

Van der Waal: ‘Toch voedt je diegene met je eigen bloed. We zouden dit beeld moeten doortrekken naar de zorg voor de ander.’

Op welke manier?
Van der Waal: ‘De zwangerschap toont dat het voeden van anderen iets fundamenteel menselijks is.’

Hermsen: ‘Ik denk nu direct aan de vluchtelingencrisis, waarin we mensen reduceren tot quota. Door de nadruk op deze wat-heid is het moeilijk om verantwoordelijkheid te nemen. Terwijl het helemaal niet vreemd is voor de mens om zorg te dragen voor een onbekende ander.’ 

Van der Waal: ‘Precies hierom is het zo belangrijk dat geboorte en zwangerschap een prominentere plaats in onze cultuur krijgen. Het zou een metafoor kunnen zijn voor een ander denken. We leven nu in een soort bubbel…’

Hermsen: ‘De wat-heidbubbel.’

Van der Waal: ‘We denken binnen een individualistisch systeem, dat gevormd is rondom termen als recht en economie. Geboorte en baren laten zien dat het ook eigen aan de mens is om volgens geheel andere termen te denken, zoals die van de radicale belofte.’ 

Is die denkvorm wel realistisch?
Van der Waal: ‘Het is een denkvorm die haaks staat op ons neokapitalistische systeem. Maar als je kijkt naar hoe wij ter wereld komen, is ieder mens al ingebed in een relationeel denken.’

Hermsen: ‘Een ander model dan het kapitalisme hebben we niet zo snel uit de grond gestampt. Maar een gecorrigeerd model kan al minder destructief zijn dan het huidige.’

Van der Waal: ‘Het thema geboorte kan daarbij helpen, ook omdat het een herkenbaar uitgangspunt is. Wat je opvattingen ook moge zijn, iedereen die zwanger is, gaat door ervaringen heen die in essentie niet-individualistisch zijn. Egoïsme en geboorte gaan niet samen. Dat moeten we weer beseffen.’ 

Hermsen: ‘En nieuwe wegen inslaan – opnieuw geboren worden – blijft eigen aan de mens. De tijd is er op dit moment ook naar. Je ziet allerlei alternatieve modellen opkomen, hoe klein ze ook zijn: groene energie, deeleconomie, creatiever onderwijs. Of denk aan Amerika, waar na Trumps winst de ideeën van Bernie Sanders steeds meer aanhang krijgen.’

In die zin hoeven we volgens Hermsen niet wanhopig te zijn. ‘Ook als we een nieuw begin eigenlijk niet meer voor mogelijk houden, kan iemand altijd een inzicht te berde brengen waardoor dit begin wel mogelijk wordt.’

Van der Waal: ‘En met elk begin, elk geboren kind, komt er ook een nieuw wij: een nieuwe zorgzaamheid voor de wereld. Zo kan met elke geboorte een ander denken ontstaan.’