Home Muziek Marlies De Munck: ‘Je kunt muziek niet rationeel doorgronden’
Kunst Muziek Taal

Marlies De Munck: ‘Je kunt muziek niet rationeel doorgronden’

De betekenis van muziek is haast niet in woorden te vatten, vertelt muziekfilosoof Marlies De Munck. Toch blijven we erover praten.

Door Robin Atia op 16 mei 2024

muziek bladmuziek noten hand tasten beeld Isaac Ibbott/Unsplash

De betekenis van muziek is haast niet in woorden te vatten, vertelt muziekfilosoof Marlies De Munck. Toch blijven we erover praten.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Voor Marlies De Munck (1979) was de keuze om filosofie te studeren een vorm van rebellie. Ze groeide op in een muzikantenfamilie en speelde zelf viool, waardoor het meer voor de hand had gelegen om naar het conservatorium te gaan. Maar ook als filosoof blijft ze naar eigen zeggen ‘tegen de muziek aanschurken’. De Munck doceert filosofie van de muziek aan de Universiteit Antwerpen. In november 2023 verscheen een herziene editie van haar boek Waarom Chopin de regen niet wilde horen, een bundeling van twee muziekfilosofische essays.

De titel verwijst naar een anekdote over de componist Chopin die met zijn minnares, de schrijfster George Sand, in discussie raakte over de betekenis van een van zijn préludes. Wanneer Sand meent hierin een verklanking van de regen te horen, wijst Chopin haar interpretatie resoluut af. Voor hem staat muziek op zichzelf, zonder iets af te beelden of ergens naar te verwijzen. De Munck: ‘Deze ruzie van het koppel staat symbool voor de geschiedenis van het westerse denken over muziek. Daarin is een voortdurende strijd gaande tussen de muziek en de taal.’

Wat houdt deze strijd in?
‘De muziek is lang niet tot de kunsten gerekend. Pas rond 1800 werd ze voor het eerst als een autonome kunstvorm gezien. Dat gebeurde toen muziek als volledig instrumentaal genre populair was geworden en ze dus niet alleen maar de begeleiding was van een tekst. Deze muziek werd als puur beschouwd omdat ze, zoals de negentiende-eeuwse muziekcriticus Eduard Hanslick het uitdrukt, enkel uit “klinkend bewegende vormen” bestaat. Volgens verdedigers van deze “absolute muziek”, zoals Chopin, is dit het summum van artistieke verfijning. De muziek heeft niets anders nodig dan zichzelf.

Voor anderen, onder wie veel filosofen, zorgt het autonome karakter van muziek juist voor achterdocht. Dat zie je al bij Plato, die in zijn geschriften de muziek in feite probeerde te censureren. De verdenking was dat muziek heimelijk om een soort lichamelijk genot zou gaan, niet om een spirituele beleving of een rationele betekenis.

Muziek past niet binnen de filosofische benadering van de wereld, die gestoeld is op logica en taal. Ze is in die zin een uitdaging voor de intellectueel, die moet opboksen tegen iets onbevattelijks. Vandaar telkens opnieuw die vraag: ‘Wat betekent muziek nu precies?’ In de geschiedenis van het denken over muziek zie je dat er telkens opnieuw is gepoogd om de betekenis van de muziek rationeel te doorgronden.’

Is het dan beter om niet al te veel over muziek na te denken en die gewoon te beleven?
‘Integendeel. Er is een duidelijke wisselwerking tussen theorievorming en de muziek die in een bepaalde tijdsperiode wordt gemaakt. Het denken over muziek beïnvloedt de manier waarop mensen luisteren, componeren en uitvoeren – en andersom. De strijd tussen taal en muziek kan nooit gewonnen worden, want ze hebben elkaar nodig.

Daarnaast is muziek “beleven” niet neutraler dan die interpreteren. Je luistert altijd binnen een bepaald kader of vanuit een bepaald perspectief. Als je verwacht dat een stuk jou een bepaalde beleving zal bezorgen, zul je op een andere manier luisteren dan als je verwacht een mystieke openbaring of muzikale inzichten te krijgen of wanneer je hoopt een therapeutisch effect te voelen. Er zijn allerlei verschillende kaders waarbinnen muziek kan functioneren en betekenisvol is.’

Is de betekenis van muziek puur subjectief?
‘Nee, daarvoor is er te veel overeenstemming tussen luisteraars. Neem de emoties die we in muziek horen. Dat zijn niet per se de emoties die de muziek in ons losmaakt. Zelfs wanneer je verdrietig bent kun je tot het oordeel komen dat een bepaald liedje vrolijk is. Dan zeg je: “Zet dat af, want het past niet bij mijn stemming.”                   

Een belangrijke verklaring hiervoor komt van de Amerikaanse musicoloog Peter Kivy. Hij redeneerde dat we emoties kunnen herkennen in muziek omdat het tempo, de dynamiek en de spanning overeenkomen met de manier waarop we zelf onze emoties uiten. Als je vrolijk bent, beweeg je sneller. En als je diep bedroefd bent, beweeg je juist traag en slepend. Dat is in de muziek net zo.

Maar deze theorie gaat voorbij aan het feit dat onze uiting van emoties grotendeels cultureel bepaald is en afhangt van conventies. Zo ook de interpretatie van muziek. Veel westerse theorieën gaan ervan uit: mineur, de kleine toonaard, is droevig en de grote toonaard is vrolijk. Maar in de klezmermuziek van Oost-Europese Joden wordt mineur gebruikt voor feestelijke muziek. De emoties die we horen in muziek zijn dus niet volledig subjectief, maar ook zeker niet universeel.’

Even tussendoor… Meer lezen over muziekfilosofie? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:

Meld u aan voor onze nieuwsbrief

Ontvang elke woensdag het laatste filosofie nieuws, de beste artikelen van de week en af en toe een aanbieding.
Ontvang wekelijks het laatste filosofienieuws, de beste artikelen en af en toe een aanbieding.

Kun je ook verkeerd naar muziek luisteren?
‘Ik zou zelf niet zeggen: dit is goed en dat is fout. Wel vind je per genre grote overeenstemming over de beste manier om die muzieksoort te beluisteren, omdat je er zo meer uithaalt. Heel verstrooid luisteren is minder productief dan aandachtig luisteren. En een rockconcert heeft andere luisterpraktijken dan een opera. Die luisterpraktijken kunnen ook veranderen: jazz wordt nu vaak in concertzalen gespeeld, waar men stilzit en braaf klapt, terwijl die begon als dansbare volksmuziek. In een andere context gaat de muziek ook anders functioneren.

Muzikanten vellen zelf trouwens constant oordelen over manieren van luisteren. Dat doen ze door iets te maken waarmee ze oude manieren van luisteren overschrijden. Ze bevechten wat de Franse filosoof Jacques Rancière de ‘partage du sensible’ noemt: de grens tussen wat we waarnemen als begrijpelijk in plaats van als onzin. Vernieuwende kunstenaars prikken en porren in dat onderscheid, zodat je andere dingen gaat horen. Daarmee zeggen zij impliciet dat de oude manieren van luisteren minder interessant zijn.’

Hoe ziet dat porren eruit?
‘Het bekendste voorbeeld hiervan is de compositie 4’33” van John Cage. Dat is een stilte van 4 minuten en 33 seconden. In die minuten hecht ons oor zich aan alle geluiden die we normaal gesproken onbewust wegfilteren. De grens tussen betekenisloos geluid, klanken en muziek vervaagt. En dat is natuurlijk een statement: we kunnen met dezelfde oren waarmee we naar muziek luisteren ook naar klanken luisteren, en dan worden die vanzelf ook muziek.’

Waarom Chopin de regen niet wilde horen, Marlies De Munck - Paperback - 9789464598384