Socrates is populair. Er verschijnen telkens boeken over hem. Hoe weinig praktische navolging hij in de geschiedenis ook heeft gehad; zijn filosofische gesprekken hebben van meet af aan de westerse filosofie beheerst. Dat is vooral te danken aan Plato, Socrates’ geniale leerling. Hij maakte zijn leermeester onsterfelijk door hem in bijna al zijn dialogen de hoofdrol te geven. Het was Plato’s wraak op zijn tijdgenoten, die Socrates veroordeelden tot de gifbeker, terwijl ze juist iemand als hij hard nodig hadden: een vragensteller die je grondig liet nadenken en rekenschap liet geven van je ideeën en je gedrag. De invloed van Plato, en daarmee van Socrates, is zo groot dat filosoof Alfred North Whitehead aan het begin van de twintigste eeuw de hele westerse filosofie omschreef als ‘een reeks voetnoten bij Plato’.
Maar er bestaan allerlei misvattingen over wat Socrates precies deed. Vele daarvan komen voort uit een gebrek aan praktijk. Filosofen houden nu eenmaal meer van theoretische analyses dan van gesprekken voeren, van het ambacht van de dialectiek. Veel denkers hebben meer oog voor de inhoud van ideeën en redeneringen dan voor de gebrekkige, onzekere, tastende manier waarop mensen daarnaar zoeken. Daardoor hebben ze niet in de gaten dat juist dát, daadwerkelijk gesprekken voeren, de basis is van alle filosofische dialectiek. En niet de theoretische reflectie.
Literair
Dat euvel is terug te vinden in het recent verschenen Open Socrates. Pleidooi voor een filosofisch leven van Agnes Callard. Het boek leest als een bevlogen college over het belang van socratische gesprekken voeren, je socratische ideeën eigen maken en een socratische houding ontwikkelen. Callard heeft een oorspronkelijke, eigen kijk op Socrates en geeft die op een aanstekelijke, hedendaagse manier weer. Voor beginners in de filosofie is dat stimulerend, uitdagend materiaal. Maar haar beeld van wat Socrates deed en beoogde is academisch, ver verwijderd van echte gesprekken. En dus blijft haar oproep om een socratische houding te ontwikkelen abstract en levensvreemd, onnavolgbaar voor leken.
Misschien ligt de wortel van dit euvel wel bij Plato zelf. Zijn ambitie was, net als die van Callard, om het socratische gesprek de centrale plaats in de samenleving te geven die het in zijn ogen verdiende. Dat probeerde hij voor elkaar te krijgen door in zijn dialogen allereerst de structuur van filosofische gesprekken te laten zien, dus hoe dialectiek werkt in de praktijk. Daarnaast door en passant een aantal inhoudelijke filosofische kwesties te verhelderen. En ook door Socrates’ reflecties op een zodanige manier weer te geven dat ze ook voor niet-deskundigen te volgen waren. Dat laatste vereiste een literaire, kunstzinnige weergave, gebaseerd op een aansprekende verbeelding. Daarmee gaf hij de dialogen vorm. In feite zijn het filosofische toneelstukken. Ficties dus.
Eigen ervaring
Het lijkt alsof Plato zo goed is geslaagd in zijn ambitie om Socrates’ reflecties begrijpelijk weer te geven dat hij zijn doel voorbij is geschoten. Hij heeft Socrates’ optreden zo levensecht weten te verbeelden dat veel lezers over het hoofd zien dat de dialogen een literaire vorm zijn en niet de werkelijkheid van een gesprek weergeven. Dat heeft ertoe geleid dat academische filosofen als Callard geloven dat Socrates’ methode enkel bestond uit de vasthoudende poging om iemands opvattingen en beweringen te weerleggen. Dat is een misvatting: zo gaan gesprekken niet in de praktijk.
Gesprekken voeren is de basis van de filosofie
In de praktijk heb je te maken met allerlei zaken die je pas in Plato’s dialogen terugleest als je er in je eigen ervaring met gesprekken tegenaan bent gelopen. Simpele dingen als in gesprek met iemand raken, een kwestie vinden om te bespreken, aansluiten bij iemands ervaring, spreken over gevoelens, een algemeen thema personaliseren, een persoonlijk thema generaliseren, iemand verleiden het achterste van zijn tong te laten zien, enzovoort – allemaal technieken die in het boek van Callard geheel ontbreken. Zolang filosofen zich niet met de praktijk bezighouden zal er weinig terechtkomen van het socratische ideaal.
Het is jammer dat het boek zo slordig is vertaald. Naast dat er veel tekstuele en inhoudelijke fouten in staan, heb je als lezer voortdurend het idee dat je Amerikaans met Nederlandse woorden leest. Los daarvan lijkt het me een inspirerende ervaring door een professor als Callard te worden ingeleid in de filosofie.
Open Socrates. Een filosofisch leven
Agnes Callard
Athenaeum
448 blz.
€ 29,99