Filosofie is ook makkelijker als je leest. Goed leest. Filosofische bronteksten zijn niet altijd even makkelijk te begrijpen. Daarom helpen we je in een close reading op weg met extra context en commentaar bij deze tekst van Harry Frankfurt over de vrije wil.
Het onderscheid tussen een persoon en een wanton*1 kan geïllustreerd worden door het verschil tussen twee drugsverslaafden.*2 Laten we veronderstellen dat de fysiologische toestand die de verslaving verklaart hetzelfde is bij beide mannen en dat ze allebei onvermijdelijk bezwijken voor hun verlangen naar de drug waaraan ze verslaafd zijn. Een van de verslaafden haat zijn verslaving en vecht wanhopig maar tevergeefs tegen de zucht. Hij probeert alles wat hij kan bedenken om zijn verlangen naar de drug te bedwingen. Maar het verlangen is te sterk om te weerstaan en overwint hem uiteindelijk altijd. Hij is een onwillige verslaafde, overweldigd door zijn eigen verlangens.
De onwillige verslaafde heeft tegenstrijdige eerste-ordeverlangens*3: hij wil de drug nemen en hij wil die ook niet nemen. Naast deze eerste-orde verlangens heeft hij echter een tweede-ordewens. Hij staat niet neutraal tegenover het conflict tussen zijn verlangen om de drug te nemen en zijn verlangen om dat niet te doen. Het is dat laatste verlangen en niet het eerste, dat hij tot zijn wil wil maken.*4 (…)
De andere verslaafde is een wanton. Zijn handelingen weerspiegelen de economie van zijn eerste-ordeverlangens*5, zonder dat hij zich afvraagt of de verlangens die hem tot handelen aanzetten ook verlangens zijn waardoor hij tot handelen aangezet wil worden. Als hij tegen problemen aanloopt bij het verkrijgen van de drug of het toedienen ervan, kan zijn reactie overwegingen inhouden.*6 Maar het komt nooit bij hem op te overwegen of hij wil dat de relatie tussen zijn verlangens resulteert in de wil die hij heeft. De wanton verslaafde kan een dier zijn, en dus niet in staat zijn zich bezig te houden met zijn wil. In ieder geval is hij, wat betreft zijn willoze onverschilligheid, niet anders dan een dier.*7
Uit: Harry Frankfurt, ‘Freedom of the will and the concept of a person’, The journal of philosophy 68, 1 (1971).