Wetenschap toetst met experimenten de feiten, filosofie toetst met experimenten het denken.
Stel je voor!
Leidt individuele vrijheid voor iedereen ook tot collectieve vrijheid? Dat klinkt logisch: als alle mensen binnen een groep vrij zijn, is ook de groep als geheel vrij. Maar er zijn situaties waarin die regel niet opgaat, volgens de Canadese wiskundige Albert W. Tucker (1905-1995). Hij kwam met een gedachte-experiment dat hij het gevangenendilemma noemde.
Stel dat je samen met een vriend opgepakt bent na een bankoverval. Opgesloten in een aparte cel krijgen jullie allebei bezoek van de aanklager. Hij legt zijn kaarten op tafel: hij heeft geen bewijs voor de overval, dus hij kan jullie alleen aanklagen voor illegaal wapenbezit. Als niemand de overval bekent, krijgen jullie voor dat lichtere vergrijp een jaar cel. Maar als een van jullie alles vertelt gaat diegene vrijuit, terwijl de ander drie jaar de bak in draait. Geven jij én je vriend de misdaad toe, dan krijgen jullie allebei twee jaar. Je vriend krijgt hetzelfde aanbod.
Je zit opgesloten, maar je bent vrij om te kiezen. Als je vriend bekent kun jij het beste ook bekennen: dan krijg je twee jaar cel, in plaats van drie jaar wanneer je je mond houdt. Maar ook als je vriend blijft zwijgen is bekennen voor jou het slimst, want dan ga je vrijuit. Bekennen is dus in alle gevallen de beste optie. Maar je vriend redeneert natuurlijk precies zoals jij. Jullie bekennen allebei en moeten samen twee jaar de gevangenis is, terwijl jullie slechts één jaar hadden hoeven zitten als niemand iets had gezegd.
Op een of andere manier leidt individuele vrijheid dus tot collectieve onvrijheid. Individuen die vrij kunnen kiezen bereiken gezamenlijk een resultaat dat voor beiden ongewenst is. De gevangenen zitten niet alleen opgesloten in hun cel, maar ook in hun keuze.
Echt?!
Het gevangenendilemma is een probleem dat in allerlei sociale situaties optreed. Zo is het voor individuele weggebruikers voordelig om bij een rood stoplicht door te rijden: als de rest de verkeersregels wel volgt, heb je een voordeel door je eraan te onttrekken; als niemand voor rood stopt, heeft het geen zin als jij dat wel doet. Maar wanneer iedereen zo redeneert, is het resultaat een verkeerschaos waarmee iedereen slechter af is. Het lijkt erop dat je je vrijheid opzij moet zetten om te ontsnappen aan het gevangenendilemma. Maar misschien hebben we een verkeerd idee van wat vrijheid inhoudt. Is vrijheid kiezen wat voor jou het meest voordelig is? Of ben je pas echt vrij als je streeft naar wat goed is voor het collectief?