Wetenschap toetst met experimenten de feiten, filosofie toetst met experimenten het denken.
Stel je voor!
Kun je te veel genieten? Volgens utilitaristen wil de mens pijn zo veel mogelijk vermijden en genot zo veel mogelijk nastreven. Vanuit moreel oogpunt moeten we onze maatschappij daarom zo inrichten dat zo min mogelijk mensen pijn lijden, en zo veel mogelijk mensen genieten.
Maar Plato (427-347 v.Chr.) waarschuwde dat het streven naar genot groteske vormen kan aannemen. In zijn dialoog Gorgias beschrijft hij hoe Socrates in een discussie verwikkeld raakt met de student Callicles. Callicles beweert dat echte vrijheid betekent dat je zoveel genot kunt najagen als je wilt. Hoe meer genot, hoe beter, denkt Callicles.
Socrates probeert Callicles met een gedachte-experiment aan het twijfelen te brengen. Stel nu, zegt hij, dat er twee mannen in de onderwereld zitten, die allebei kruiken moeten vullen met kostbare vloeistoffen. Een van hen heeft niet goed voor zijn kruiken gezorgd, waardoor er een lek is ontstaan. Terwijl de ander op een gegeven moment klaar is met vullen, is hij gedoemd om voor eeuwig door te blijven scheppen: zijn kruiken raken nooit vol.
Welke van de twee mannen is nu het gelukkigst? Socrates wil natuurlijk laten zien dat mensen met een onverzadigbaar verlangen niet vrij zijn, maar slaaf van zichzelf; ze kunnen niet stoppen met zoeken naar de volgende genotservaring. Toch is Callicles niet onder de indruk. ‘Jij wilt weinig, zodat je genoeg hebt. Je wilt het leven van een steen,’ zegt hij tegen Socrates. Die reageert verbolgen door Callicles met een lekke kruik te vergelijken: ‘Jij bent een schijtlijster. Je poept terwijl je eet.’
Plato heeft de metafoor van de kruiken niet zelf bedacht; het is een beeld dat de Grieken vaak gebruikten om te illustreren dat genot grenzen moet kennen. Volgens hen moeten we ons niet afvragen hoe we zo veel mogelijk krijgen, maar wanneer we genoeg hebben.
Echt?!
Dat de zoektocht naar genot ons soms juist ongelukkig kan maken, is duidelijk. De woorden ‘slaaf’ en ‘verslaafd’ zijn niet voor niets aan elkaar verwant: wie verslaafd is, gaat gebukt onder een onverzadigbare behoefte aan méér. De Franse filosoof Jean-Luc Nancy (1940-2021) had echter kritiek op Plato’s idee dat genot iets is waar je ‘genoeg’ of ‘te veel’ van kunt hebben. Want, zegt Nancy, hoewel we de dingen kunnen tellen die ons genot opleveren (een lekkere maaltijd, een vrijpartij), is de genotservaring zelf niet te kwantificeren. Hoeveel genot is één orgasme? Kun je ‘te veel’ genieten van een muziekstuk? De vraag of je ‘te veel’ kunt genieten is volgens Nancy onzinnig, omdat de genotservaring in zichzelf oneindig is: we kunnen er geen getal aan geven.