‘Kunstmatige intelligentie (KI) kan de rechtspraak een stuk efficiënter maken. De computer kan vergelijkbare zaken bestuderen, een profiel schetsen van de verdachte en zo een gepast advies geven. In kleine zaken over bijvoorbeeld foutparkeren zouden computers volgens de onderzoeker zelf tot een vonnis kunnen komen. Dit zijn – zeker nu veel rechters kampen met tijdgebrek – interessante mogelijkheden. Maar wat betekent dit voor de positie van de rechter?
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Rechters hebben een bijzondere positie in onze maatschappij. Ze kunnen beslissingen nemen die het leven van individuen ingrijpend en blijvend veranderen, maar zijn niet democratisch verkozen. Waar halen rechters hun legitimiteit dan vandaan? Het traditionele antwoord is dat rechters de wet toepassen die de democratisch gelegitimeerde wetgever heeft opgesteld. Ze doen dit onpartijdig, onafhankelijk en zonder vooroordelen. De Franse filosoof Montesquieu stelde bijvoorbeeld dat de rechter niet meer is dan een spreekbuis van de wet. Vanuit dit oogpunt kan KI zeker bijdragen aan de legitimiteit van de rechter. Zo’n computerprogramma garandeert een daadwerkelijk objectieve, onafhankelijke uitspraak.’
Geweten
‘Inmiddels is het beeld dat de rechter slechts een objectieve uitvoerder van de wet is achterhaald. De betekenis van een wet is niet in steen gebeiteld. Rechters geven invulling aan een wet door deze te interpreteren. Daarbij baseren ze zich op eerdere uitspraken, maar ze kunnen hier ook van afwijken. De hedendaagse rechtsfilosoof Ronald Dworkin beschrijft het recht als een kettingroman, waarin verschillende auteurs opeenvolgende hoofdstukken schrijven. Elk hoofdstuk sluit aan bij de al geschreven hoofdstukken – zo blijft het recht stabiel –, maar opent ook nieuwe perspectieven en daarmee ruimte voor verandering. Aangezien KI zich alleen baseert op eerdere uitspraken en daar niet zelfstandig van kan afwijken, kan de rechtsontwikkeling bevriezen.
Ook heeft KI geen gevoel voor rechtvaardigheid. In de Nederlandse Rechterscode staat dat de rechter zich moet laten leiden door zijn geweten, zelfs als dit indruist tegen de wet. Dat kan problematisch zijn, want het menselijk geweten is feilbaar. In mijn boek De kwetsbare rechter laat ik zien hoe belangrijk deze feilbaarheid juist is. Aan de hand van het gedachtegoed van filosoof Emmanuel Levinas stel ik dat de rechter niet zomaar “het goede antwoord” invult: als rechter draag je een fundamentele verantwoordelijkheid. Na het vonnis blijft de rechter achter met een knagend geweten: heb ik het wel goed gedaan? Onze feilbaarheid is een ethische oproep tot verbetering. Die oproep voelt een computer niet.
Het is daarom lastig om te beslissen wanneer KI zelfstandig tot uitspraken kan komen: heb je voor foutparkeerzaken echt geen geweten nodig? Bovendien is procedurele rechtvaardigheid ook van belang: als mensen zich gehoord voelen door de rechter zijn ze sneller bereid het vonnis te accepteren. Natuurlijk kan KI ook als hulpje van de rechter dienen. Maar wat gebeurt er als de rechter het “objectieve” vonnis van de KI afwijst? Dat kan de legitimiteit van de rechter juist ondermijnen.’
Bron feit
Van der Put, M. (2022), Kunstmatige intelligentie bij rechterlijke oordeelsvorming, theoretische analyse en praktische implementatie. Proefschrift, Tilburg University.